Hij was jij [NL]

7 2 3
                                    

Ik ben blij dat ik je heb leren kennen,

Al moet ik er waarschijnlijk nog even aan wennen.

We zijn samen, soort van,

En ik ga ervan genieten zolang het kan.

Als ik je zie of aan je denk krijg ik vlinders in mijn maag,

Dan glimlach ik onwillekeurig, maar ik heb het graag.

Onze ontmoeting was onverwacht,

Tijdens een fuif midden in de nacht.

Ik maakte een vriendin op kamp afgelopen week.

Ze had daar een neef, die ze half ontweek.

Uiteindelijk kwam hij eens hallo zeggen aan haar,

En aan mij stelde hij zich voor, en dan stonden we bij elkaar.

Sindsdien kwam hij vaker bij ons staan,

En praatten we, het kwam spontaan.

We dansten samen, zonder gêne,

Mijn vriendinnen gingen al slapen, hij bleef bij me.

We dansten de hele avond, alleen wij twee,

Het was de kers op de taart van het kamp aan zee.

De laatste avond kwam aan zijn eind,

Sommigen stonden op iedere mogelijke manier, behalve overeind.

Laatste dans in een kring,

Iedereen danst en zingt,

Hij houdt me vast rond mijn zij,

Een moment dat niemand kent behalve ik en hij.

Einde van de dans, maar we zijn nog lang niet moe

Einde van de dans, hij trekt me naar zich toe.

Een kus op mijn wang,

Maar daarna werd ik bang.

Ik trok me terug,

Zijn hand nog steeds om mijn rug.

Ik vertelde hem dat het te vroeg was voor mij,

Hij had er respect voor, dat is exact wat hij zei.

De fuif was gedaan, en iedereen vertrok

Nog een knuffel voor ik mijn kamerdeur dichttrok.

Lief en zorgzaam, dat is hij,

En die hij was jij.

PoëzieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu