deel 5

246 14 0
                                    

Pov Matthy
Ik loop buiten, het regent pijpenstelen. De muziek is het enige waar ik op let. Ik let amper op het verkeer en de dingen om me heen. Tom Odell staat aan en op z'n hardst.
Ineens haalt een fietser mij in. Ik kijk niet eens. "MATTHYAS!" Wordt er geroepen. Ik doe mijn oortjes uit en zie Jesse. Ik zwaai even. Hij zwaait terug en fietst dan verder.

~

Ik ben halverwege mijn rondje. Ik heb veel gedacht en voel de tranen achter m'n ogen prikken. Ik doe geen moeite om ze tegen te houden. Het stort regend en de druppels van de regen lopen ook langs mijn gezicht, dus mijn tranen zullen noet zoveel opvallen hoop ik.

~

Ik ben weer thuis. In de weekenden doe ik bijna nooit iets. Mijn moeder is niet thuis, vanmorgen ook niet dus die is denk ik een dagje weg. Alleen Ezra en Jesse zijn thuis, maar die doen hun eigen ding. Ik lig in mijn bed en scroll wat op mijn telefoon. Na een halfuurtje stort ik in van de vermoeidheid. Het is twee uur 's middags. Ik leg mijn telefoon weg en sluit mijn ogen.

~ tijdskip van 3 dagen ~

Het is pauze. Ik heb oortjes in en zit met mijn rug naar de drukte. Ik luister naar de muziek en weet voor de rest niet echt wat ik moet doen. Als de bel gaat ga ik meteen naar het lokaal. Vandaag zijn er bijna geen leuke lessen. In de laatste 3 lessen luister ik muziek en kijk ik een beetje om me heen en doe ik af en toe nog iets. Maar wacht vooral op het sein dat ik naar huis mag.

Als het eindelijk zover is haal ik mijn jas uit mijn kluis en fiets dan zo snel mogelijk naar huis. Ik open de voordeur en word begroet door Ezra die de trap af komt en op mijn rug springt. Alles irriteert me. Elk geluidje, elke beweging, elke lamp die net iets te fel staat. Te veel prikkels. "Ezra flikker op." Zeg ik. "Zo, wat ben jij vrolijk." Hoor ik Jesse zeggen die de gang in komt. Ik rol met mijn ogen. Ezra gaat van mijn rug af. Ik hang mijn jas op en viel hun ogen in mijn rug branden. Ineens voel ik twee handen op mijn schouders. "Dus.. Wat is er aan de hand." Vraagt Jesse. "Helemaal niks. Ik wil gewoon even rust." Zeg ik bot. "Zo ken ik je helemaal niet? Weet je zeker dat er niks is?" Vraagt Jesse. "Nee, er is niks." Zeg ik. Jesse knikt en kijkt me ongeloofwaardig aan. Ik pak mijn rugtas van de grond en ga de trap op naar boven.

Mijn kamerdeur gaat open. Ik kijk om. Jesse. "Hoi?" Zeg ik. Hij glimlacht en komt naar me toe. Ik zet een stap naar achter. Het enige wat hij doet is zijn armen om me heen slaan en me in een omhelzing trekken. Ik omhels hem zachtjes terug. "Ik weet niet wat er speelt en of het met iemand te maken heeft, maar als je wilt praten ben ik er altijd voor je." Zegt hij. Ik omhels hem steviger. "Komt goed" zeg ik."dank je-je wel." Zeg ik stotterend. "Geen probleem Mat." Zegt hij. We laten elkaar los uit de omhelzing en kijken elkaar aan. Jesse glimlacht kor naar mij, waarna ik terug glimlach. Daarna verlaat hij mijn kamer.

Lifesavers💘Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu