Soufiane is klaar met bellen en ik sta op van de trap en loop naar beneden. Ik zie hem op de bank zitten, met zijn handen op zn gezicht. 'Souf, wat doe je?' vraag ik terwijl ik naar hem toe loop. Hij kijkt me niet aan en loopt weg. 'Wejooo, Souf. Doe kk normaal man! Wrm negeer je mij steeds!' zeg ik boos. 'Saar.. Ik ga even mn zaakjes regelen en dan ga ik een weekje naar Frankrijk. Ik hou van je, oke?' hij loopt naar me toe en geeft me een kus op me voorhoofd. 'Nee, waarom ga je weg? Blijf hier, alsjeblieft..' zeg ik bijna huilend. 'Ik kom over een weekje weer. Maak je geen zorgen. Ik bel je elke avond om 19.00 uur, maar zeg niks tegen mama of papa.' ik knik en hij loopt weg. Ik loop naar de deur en gooi hem met een harde klap dicht.
Ik stap op mijn Vespa en rijd naar school. Daar aangekomen zet ik hem op slot en loop naar Adam. Hij is de enige die ik hier zo zie van mijn klas. 'Hey.' zeg ik. Hij kijkt me aan en loopt weg. The fuck? Heb ik iets gedaan? Ik ren achter hem aan en sta voor hem. 'Oke, wat heb ik gedaan?' zeg ik. 'Nou, ik heb gehoord dat je me gebruikt?' zegt hij chagrijnig. Omg! 'Wow, voor wat denk je dat? Ik ken je pas 2 weken en we zijn 1x naar het park geweest, kifesh?' zeg ik boos. Ik hoef niks meer van hem te weten, als hij gelooft in die mensen mag hij lekker opdonderen. Ik wil weglopen maar dan trekt hij aan mn arm. 'Wacht, ik geloof jou. Ik wilde gwn weten of het waar was.' ik kijk hem aan en loop weg. Sukkel.
Ik kijk op magister en zie dat we eerste 2 uur uitval hebben. Ik besluit om naar albert heijn te gaan. Aangezien school aan de achterkant van appie is moet ik achterlangs gaan. Normaal ga ik nooit alleen, maar het is toch maar voor even.
Ik rijd snelle jelle via de steegjes naar de albert heijn. Ik zie een groepje Marokkaanse jongens. Ze delen zakjes uit. Dezelfde zakjes wat ik in mijn tas heb, van Soufiane. Als ze mij zien gaan ze dingen roepen en fluisten. Ik rijd naar ze toe.
'Wat zit er in die zakjes?' vraag ik nieuwsgierig. Ze kijken elkaar en lachen. Wat is daar zo grappig aan? Ik kijk ze vies aan en wil verder rijden totdat 2 van de 7 jongens voor me gaan staan. 'Waar ga jij heen schatje?' Ik kijk ze aan en wil wegracen maar ze duwen me van mn Vespa af en pakken me vast. 'Wat doen jullie! Laat me gaan! HELP! HELP! roep ik zo hard mogelijk. 'Ze gaan je niet horen schat. Als je nou met ons meegaat gebeurt er niks, en als je tegen werkt dan doen we iets waar jij je hele leven een trauma van krijgt.' sissen ze in mn oor. Omdat ik een rok aanheb kunnen ze hem makkelijk naar beneden trekken. En ja hoor, dat doen ze. Ze trekken mn rok naar beneden en 1tje wilt met zn hand in mn onderbroek gaan.
'HE! LAAT HAAR GAAN!' hoor ik een bekende stem roepen. 'IK BEL DE POLITIE EH, ALS JULLIE HAAR NIET LOS LATEN!' ik kijk naar diegene en zie dat het Adam is. Mijn redder in nood. Hij rent onze kant op en gelijk gaan de jongens allemaal tegen de muur staan. 'Gaat het?' vraagt Adam. Ik knik. 'Ga naar huis. Marouane komt vandaag naar je huis om met Soufiane en je ouders te praten. Was jezelf en meld je ziek. We hebben toch maar 3 lessen.' Ik trek mijn rok omhoog en ren naar mn Vespa. Ik spring erop en race weg. Ik kijk nog achterom en zie dat Adam met de jongens praat. Huh? Hij geeft ze allemaal een boks en de jongens geven hem ook een zakje. Wat zit er toch in die zakjes? En waarom komt Adam voor me op als hij ze groet? Kent hij hun ofzo? Ik ga dit tot de bodem uitzoeken..
JE LEEST
Pistolen en Rozen
JugendliteraturIk keek in zijn mooie helder groene ogen. Die groene ogen die mij en mijn familie kapot hebben gemaakt. Ik hou van hem maar ik haat hem tegelijk.