Moord

10

~de dag van de moord uit Robbie zijn perspectief~

Ik ben net thuis gekomen van het werk. Vanavond is het zover. Het klinkt raar, ik ga mijn beste vriend vermoorden? Ik kan het gewoon niet aan zien dat hij zo klef is met Milo. Milo is van mij en daar moet hij van afblijven.

Ik leg al mijn spullen weg en pak mijn telefoon erbij. Ik heb precies opgeschreven hoe ik het ga doen. Ik open mijn notities en lees het nog een keer even door.

Ineens stuurt Matthy mij een appje:

Heyy robje, wil je ook mee eten?

Prima, ik fris me even op en dan kom ik naar je toe

Is goed, tot zo

Meteen ga ik me opfrissen. Hoe eerder ik er ben hoe eerder ik van Matthy af ben. Ik pak alles wat ik nodig heb en stap mijn auto in en rij naar Ameide. Even zucht ik. Hoezo ben ik zo gestoord? Ik kan nog stoppen.

Als ik bij Matthy aan kom zie ik hem al bij de deur staan. Hij glimlacht naar me. 'Heyy Rob!' Ik glimlach even en pak mijn spullen. 'Wat eten we?' 'Pannenkoeken'. Ik begin te lachen.

We gaan op de bank zitten. Even kijk ik naar hem. Ik krijg zo'n boos gevoel ineens. Opeens zie ik iets in zijn nek zitten. 'Van wie is die?' Matthy kijkt mij vragend aan. 'Die zuigzoen!' Hij is even stil. 'Matthy zeg' 'Milo'. Ik sta boos op. 'Robbie doe rustig er is niks tussen mij en Milo'.

Matthy is de enige die weet dat ik Milo leuk vind. Dit is al sinds dat we met de bankzitters zijn. 'Je had het beloofd Matthy!' schreeuw ik nu. 'Hij begon zelf toch?' 'Je kon hem weg duwen, wat is er nog meer gebeurd?' Matthy blijft stil.

Dit meen je niet. 'Matthyas je gaat nu zeggen wat er is gebeurd!' 'Uhm nou we hadden het gewoon super gezellig'. Ik pak zijn keel vast. Ik zie de angst in zijn ogen. 'Dat is niet alles'. Dan gaat zijn telefoon af. Ik pak hem uit zijn zak. Milo. Waarom belt hij Matthy? 'Oh hadden jullie een afspraakje vandaag?' ik draai de telefoon om. Matthy schud zijn hoofd.

'Matthy je gaat me nu precies zeggen wat er die avond gebeurd is'. Hij schud zijn hoofd. Meteen sta ik op en loop ik naar mijn tas. 'Wat ga je doen?' de angst is zo goed te horen in zijn stem.

Ik pak een pistool uit mijn tas en loop terug. 'Robbie asjeblieft laten we het gewoon uitpraten'. Er ontstaan tranen in zijn ogen. Normaal zou ik medelijden hebben. Maar dit keer ben ik boos echt boos. Hij had beloofd niks meer te doen met Milo.

'Je gaat het nu zeggen Matthy'. Ik hou het pistool tegen zijn borst. Matthy begint harder te huilen. 'W-we hebben het gedaan, m-maar ik deed het echt nier e-expres Robbie'. Dit was de druppel.

Ik kijk hem nog een keer aan. Hij is in paniek. Als ik nu schiet is het meteen stil. 'Je verdient dit Matthyas'. En met die worden schiet ik hem neer. Meteen sta ik op. Ik heb het gedaan.

Ik loop naar de deur en kijk nog een keer achterom. Hij ligt op de bank, zijn tranen zijn goed te zien. Dan loop ik naar mijn auto en rijd ik weg. Nu komt alles ineens binnen. Ik heb zojuist mijn beste vriend vermoord. Wat ben ik voor mongool. En ik heb het gedaan uit jaloezie.