Deel 2

24 7 3
                                    

De vier jongens stonden als versteend rond het lichaam van de dode jongen. Hun hart bonkte in hun keel, en de realiteit van wat ze hadden ontdekt begon langzaam tot hen door te dringen. Robbie probeerde diep adem te halen, maar het leek alsof de lucht uit het bos was gezogen. Koen keek weg, zijn ogen wijd open van schrik. Milo slikte, zijn gebruikelijke bravoure verdwenen, en zelfs Raoul, die normaal zo stil en onverschrokken was, leek niet te weten wat hij moest doen.

"Wat... wat moeten we doen?" stamelde Milo uiteindelijk, zijn stem trillend van paniek. Niemand antwoordde. Ze hadden dit nooit meegemaakt, dit hoorde niet in hun wereld van onschuldige zomers en avonturen. Dit was iets dat volwassenen moesten oplossen, iets dat veel te groot voor hen voelde.

Robbie was de eerste die zijn stem hervond. "We moeten terug," zei hij, zijn stem zachter dan normaal. "We moeten naar de politie. Dit is... dit is serieus."

Raoul knikte langzaam, nog steeds niet in staat om zijn blik van de jongen af te wenden. "Hoe is hij hier terechtgekomen? Wie is hij?" vroeg hij zacht. Niemand had een antwoord.

Zonder nog langer te blijven, draaiden ze zich om en begonnen terug te lopen naar het dorp. Het leek alsof het bos hen opeens vijandig aankeek, alsof de bomen hun geheim wilden verbergen. Hun stappen waren haastig, hun adem zwaar. De dode jongen bleef in hun gedachten hangen, als een schaduw die hen niet losliet.

Toen ze het dorp bereikten, wisten ze dat er geen weg terug meer was. Ze moesten het vertellen. Ze moesten deze ontdekking delen met de wereld.

"De Vijfde Zonder Naam"Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu