Deel 4

21 6 0
                                    


De dagen die volgden, waren vreemd. Het dorp werd overspoeld door roddels en speculaties. Wie was die jongen? Waar kwam hij vandaan? En hoe was hij gestorven? De politie hield de lippen stijf op elkaar, maar de geruchten werden steeds wilder.

De jongens probeerden hun gewone routine weer op te pakken, maar niets voelde meer hetzelfde. Hun ontmoetingsplek in het bos leek opeens vijandig en vreemd. Ze spraken nauwelijks over wat ze hadden gezien, maar het hing altijd in de lucht als ze samen waren.

Op een avond zaten ze bij elkaar in het huis van Koen. Zijn ouders waren niet thuis, en het was stil in de woonkamer, op het zachte gezoem van de televisie na. Raoul, die altijd degene was die het meeste nadacht, verbrak de stilte. "Wat als er meer is?" vroeg hij.

"Meer?" vroeg Milo, terwijl hij zenuwachtig met zijn handen friemelde. "Wat bedoel je?"

"Wat als... wat als het geen ongeluk was?" Raoul keek hen allemaal aan. "Wat als iemand hem heeft vermoord?"

De woorden hingen zwaar in de lucht. Ze hadden het nooit uitgesproken, maar diep van binnen hadden ze allemaal hetzelfde gedacht. Hoe kwam die jongen daar? Waarom was hij daar alleen? Wat was er met hem gebeurd?

Koen zuchtte diep. "We weten het niet. Maar wat kunnen we doen? Wij zijn maar... jongens. Dit is iets voor de politie."

"Misschien wel," zei Raoul langzaam, "maar wat als zij het ook niet kunnen uitzoeken?"

"De Vijfde Zonder Naam"Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu