Deel 5

21 6 0
                                    

Het was een paar dagen na hun ontmoeting in Milo's huis toen Milo iets opmerkte dat hem niet lekker zat. Hij fietste langs het dorpsplein toen hij de ouders van een van de jongens op school zag, druk in gesprek met een politieagent.

Milo herkende de agent onmiddellijk; het was dezelfde die hen had ondervraagd na hun ontdekking in het bos. Zijn blik viel op de ouders van Ezra, een klasgenoot die normaal gesproken altijd op school was, maar de laatste tijd vaak afwezig leek. Milo had er niet veel aandacht aan besteed, maar nu bleef hij met zijn fiets staan om te luisteren.

De agent sprak zacht, maar Milo ving genoeg op om te begrijpen dat het niet zomaar een gesprek was. "Weet u zeker dat hij niets gezegd heeft over dat bos?" hoorde hij de agent vragen. Milo's adem stokte. Over welk bos hadden ze het?

Nadat de agent vertrok, bleef Milo nog even staan, zijn gedachten racend. Waarom zou de politie geïnteresseerd zijn in Ezra en het bos? Milo voelde een ongemakkelijk gevoel opkomen. Hij fietste snel naar het huis van Koen, waar de anderen vaak na schooltijd hingen.

Toen hij daar aankwam, zaten Raoul en Robbie al op Koens kamer. "Je moet dit horen," zei Milo onmiddellijk, terwijl hij de deur achter zich dichtdeed. "Ik hoorde net iets... raar."

De anderen keken hem aan. "Wat is er dan?" vroeg Robbie, nieuwsgierig.

Milo legde het verhaal uit, en terwijl hij sprak, groeide de spanning in de kamer. Raoul fronste zijn wenkbrauwen. "Denk je dat Ezra er iets mee te maken heeft?"

"Ik weet het niet," antwoordde Milo, "maar het voelde niet goed."

"Misschien moeten we hem gaan zoeken," zei Koen zachtjes. Het was ongebruikelijk dat hij zoiets voorstelde, maar er zat een vastberaden blik in zijn ogen. "We kunnen het niet zomaar laten rusten."

"De Vijfde Zonder Naam"Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu