Deel 8

26 6 2
                                    

Die avond vertelden de jongens elkaar alles wat ze hadden gehoord en gezien. "Ezra weet meer dan hij zegt," begon Koen. "En die jongen met wie hij in de schuur was, lijkt gevaarlijk."

Raoul knikte. "Dit begint steeds vreemder te worden. Misschien is het tijd om terug naar de politie te gaan."

Maar Robbie, die de hele tijd stil was geweest, schudde zijn hoofd. "Wat als de politie ons niet serieus neemt? We moeten eerst meer weten."

De jongens besloten dat ze geen andere keuze hadden. Ze moesten weten wie die oudere jongen was, en ze moesten uitvinden wat Ezra verborgen hield.

De dagen die volgden, voelden zwaar aan. Ze waren continu op hun hoede, altijd bang dat de jongen uit de schuur hen zou betrappen. Maar het duurde niet lang voordat ze opnieuw met Ezra geconfronteerd werden.

Het was een regenachtige namiddag toen Ezra hen onverwacht benaderde. "We moeten praten," zei hij, natgeregend en zichtbaar nerveus. "Jullie hadden gelijk. Er is iets verschrikkelijks gebeurd, maar als jullie het te weten komen, zijn jullie in gevaar."

De jongens keken elkaar aan, maar Koen stapte naar voren. "We zijn al betrokken, Ezra. Je kunt ons net zo goed alles vertellen."

Ezra slikte, terwijl hij zijn ogen op hen richtte. "De jongen in het bos... hij was geen onbekende. Hij was mijn broer."

Een stilte viel over de groep. "Je broer?" fluisterde Milo. "Maar... waarom heb je niets gezegd?"

Ezra keek naar de grond. "Omdat hij vermoord is."

"De Vijfde Zonder Naam"Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu