De dag is voorbij. Ik maak me wel zorgen om Nina. Ik heb haar niet meer gezien sinds ze door die nieuwe voor schut is gezet. Samen met ies (bijnaam voor Isa) loop ik naar huis. Ze vraagt aan mij:'Heb jij Nina nog gezien na vanochtend?' ' nee, ik maak me ook zorgen.' Zeg ik. Ik denk na over waar ze zou kunnen zijn. Ze houdt ervan om zich in het bos te verstoppen.' Laten we in het bos kijken, daar zit ze vaak als ze alleen wil zijn.' Isa knikt. We lopen het bos in. We zien haar liggen. We lopen naar haar toe. Ze heeft haar ogen dicht en ze heeft allemaal krassen in haar kleren. Ze ligt in het bloed. Haar bloed. 'Ze moet naar het ziekenhuis, nu meteen!' Zeg ik en pak mijn mobiel. Binnen de kortste keren staat de ambulance hier. Ze wordt weggedragen op een brancard. Een ambulance man komt naar ons toe en zegt:' Het spijt me, maar haar toestand is kritiek. We weten niet of ze het gaat redden. Maar als jullie willen mogen jullie mee naar het ziekenhuis. Willen jullie ook haar ouders inlichten?' We knikken en gaan in de ambulance zitten. Isa pakt haar telefoon en belt naar Nina's moeder. We rijden naar het ziekenhuis. Het is stil, totdat Isa vraagt:' Komt ze in coma te liggen? Weet ze dan nog wel wie ze is en zo?' ' Ik wist dat iemand die vraag ging stellen. Waarschijnlijk wel. Ze is ergens op gevallen. Dat is uit onderzoek gebleken.' Zegt de ambulance man.'Ze heeft een hersenschudding.' We kijken allebei verdrietig. Als alles nu maar goed komt.
We komen aan bij het ziekenhuis. Ze dragen Nina weg en wij lopen er achteraan. Dan zien we een sneeuwscooter op ons afkomen. De moeder van Nina stapt er van af en komt naar ons toe.' Hoe gaat het met Nina? Gaat ze het redden?' Isa en ik kijken elkaar aan. ' Ze weten niet of ze het gaat redden. Haar toestand is kritiek en ze moet misschien in een coma.' Nina's moeder kijkt verschrikt. We lopen naar binnen. We zien haar liggen op een bed. Ze wordt een kamer in gestuurd. ' Gaan jullie maar naar huis.' Zegt de moeder van Nina.' Ik zal jullie op de hoogte houden. Jullie kunnen mijn sneeuwscooter lenen en wel a.u.b. bij mijn huis zetten.' We knikken. We rijden op de sneeuwscooter naar huis. Morgen weer naar school. Dan gaan we Lisa confronteren met wat ze Nina heeft aangedaan.
JE LEEST
Alone *on hold*
WerewolfNina is 16. Ze is een weerwolf. Iedereen in het dorp is een weerwolf. Ze heeft heel weinig vrienden. Ze vind een jongen heel leuk. Totdat ze erachter komt dat een ander meisje, Lisa een heel populair meisje , met hem krijgt. Als ze elkaar ontmoeten...