Ik loop een veld in, blauw gras, roze lucht, groene wolken... jup dit is een droom. Ik kijk naar hoe ik eruit zie. Ik draag een wit jurkje van een lichte stof, het loopt tot net boven mijn knieën, ik draai een rondje en het jurkje doet mee. Ik kom bij een meertje uit, kijk in het water. Mijn blonde haar zit in een halve staart en ik heb een bloemenkrans op mijn hoofd. Ik pak hem van mijn hoofd af en kijk naar de madeliefjes die erop zitten. Ik kijk naar het water en leg één van de madeliefjes in het water, dan zet ik de bloemenkrans weer terug om mijn hoofd. Verderop staat een grote boom in het veld, op de schommel , die aan een van de hoge, dikke takken van de boom zit vastgemaakt, zit een vrouw. Ik huppel naar de vrouw toe
'He-he... ben je daar eindelijk?' zegt ze, ze kijkt een andere kant op maar ik denk dat ze het tegen mij heeft. 'Ja ik heb het tegen jou' zegt ze met haar mooie stem, ze draait haar gezicht naar me toe. Twee vriendelijke, groene ogen begroeten me. Die ogen ken ik wel
'Mam?' vraag ik, tranen ontstaan in mijn ogen. Mijn moeder staat op van de schommel en geeft me een knuffel
'Ik heb jou ook gemist meisje' zegt ze, ze plant een kus op mijn hoofd.
'Waar ben je geweest? Wat is er gebeurd? Waarom ben je hier?' vraag ik zonder op antwoorden te wachten. Ze lacht, maar het verdriet is te zien in haar ogen.
'De vraag is meer wat jij hier doet' zegt ze zachtjes terwijl ze mijn hoofd tegen haar borst drukt, ze laat het hare zacht op het mijne rusten.
'Ik weet het ook niet' zeg ik, deels eerlijk.
'Hier hoef je niet te liegen. Ik weet wat je vader doet' zegt ze, een traan landt op mijn hoofd.
'Hoe kan ik het stoppen? I-ik doe zo mijn best mama' fluister ik, de "mama" komt er maar half uit.
'Dat weet ik liefje, dat zie ik. Je bent nooit alleen' zegt ze terwijl ze met mijn blonde haar speelt op mijn rug.
'Nooit?' vraag ik haar, ik haal mijn hoofd van haar borst af zodat ik in haar ogen kan kijken, ze knikt.
'Ik ben er zodra je me nodig hebt' ze glimlacht zonder dat haar ogen meedoen. Haar ogen kijken van me weg, ze laat me los en loopt weg.
'Waar ga je heen?' roep ik, ik ren achter haar aan.
'Niet mee komen, alsjeblieft blijf daar, vecht, die kracht heb jij' zegt ze als ze zich omdraait, ze loopt achteruit een mistwolk in. Vechten? Waarvoor?
'Mam?' roep ik 'Mama?' er komt geen antwoord meer, er schiet een pijnscheut door mijn hoofd, ik grijp mijn hoofd en val op mijn knieën. De mistwolk komt mijn kant op, ik sta op en ren, weg van de wolk maar waar kan ik heen? Ik ren terug naar het meertje en duik het water in, ik kijk naar het wateroppervlak waar de wolk blijft hangen, bovenkomen gaat nu niet. Ik knijp mijn ogen dicht tegen een fel licht dat van beneden komt, ik zwem erheen en
lig ineens op de houten vloer in de woonkamer. Ik voel een pijnscheut in mijn hoofd en breng mijn hand naar de pijnlijke plek terwijl ik rechtop ga zitten. Ik kijk naar mijn hand die nu rood kleurt en zucht terwijl ik mezelf omhoog hijs aan de salontafel. Ik loop naar de keuken en was mijn handen af, ondertussen roep ik mijn vader waarop ik geen antwoord krijg, ik ga ervanuit dat hij weer weg is gegaan. Ik loop terug naar de woonkamer en zoek mijn telefoon, ik kijk op de bank waar ik hem het laatst heb gehad maar daar kan ik hem niet vinden. Ik kijk op de grond maar ook daar kan ik hem niet vinden. Ik loop naar de huistelefoon en bel mijn mobiele nummer maar hij gaat niet over, ik leg de huistelefoon weg en pak mijn jas, ik ga naar buiten en loop een stuk, mijn been doet niet zo'n pijn op het moment. Ik doe mijn handen in mijn zakken en kijk naar de grond, voor ik het weet rollen de tranen over mijn wangen. Wat deed mijn moeder in mijn droom? Waar moet ik voor vechten? Ik kijk naar de lucht en realiseer me dat het heel donker is, ik veeg mijn tranen weg en loop door een straat die ik nooit heb gezien, donkere huizen met gaten in de ruiten, ik hoor gejoel en gevloek, ik hoor dingen kapot geslagen worden, ik hoor dingen vallen... misschien moet ik weg uit deze straat, ik draai me om en zie dat er ineens twee jongens achter me staan. Ze dragen allebei een muts met een hoody, door het slechte licht kan ik hun gezichten bijna niet zien. De één is groter dan de ander, beide zien ze er best gespierd uit.
'Wat hebben we hier?' zegt jongen nummer 1, hij kijkt zijn vriend aan waardoor ik kan zien dat hij een sikje op zijn kin heeft in het licht van de lantaarnpaal, verder kan ik nog steeds niks zien.
'Een lekker blondje' zegt jongen nummer 2.
'En wat doen wij met lekkere blondjes in deze straat?' zegt jongen nummer 1, de andere jongen is stil en beide wrijven ze hun handen tegen elkaar aan terwijl ze dichterbij komen, ik loop achteruit maar er is onderhand een derde jongen achter me komen staan die me vastgrijpt.
'Laat me los' zeg ik, ik probeer sterk te klinken.
'Wat zei je daar kleintje?' zegt jongen nummer 3.
'Laat me los!' roep ik kwaad en ik geef een elleboogstoot naar achter waardoor ik tijd heb om los te komen uit de greep van de derde jongen. Ik word bij mijn arm vastgegrepen door jongen nummer 1 en hij knijpt zo hard in mijn arm dat ik op de grond val van de pijn. Een klein gilletje van pijn ontsnapt uit mijn mond.
'Luister meisje, niemand komt aan mijn vrienden zonder mijn toestemming' zegt hij kwaad, hij knielt naast me neer. De pijn in mijn arm neemt af
'Dus het is oké om aan jou te komen' zegt jongen nummer 2, in dit licht kan ik zien dat hij grijnst. De derde jongen loopt weg
'Waar ga je heen bro?' roept jongen nummer 1
'Naar m'n meid' roept hij terug zonder om te kijken en hij loopt stug door.
'Nouja, meer voor ons' roept nummer 2 hem nog na, nummer 3 maakt nog een handgebaar achter zijn rug, dan verdwijnt hij in de duisternis.
'Dus waar waren we?' zegt nummer 1 terwijl hij dichterbij komt, ik kijk hem in de ogen, ik probeer mijn angst om te zetten in woede. Een seconde later voel ik zijn lippen in mijn nek, zijn handen op mijn borsten, hij dwingt me op straat te gaan liggen, voor ik het weet ligt zijn lichaam op het mijne.
'Noah! Achmed! Lang niet gesproken jongens!' hoor ik iemand roepen, de aandacht gaat even van mij af, ik durf niet te bewegen.
'Joshua! Het had me niet uitgemaakt als je nog even langer was weggebleven hoor!' roept nummer 2. Joshua? Niet de Joshua die ik ken toch? Mijn polsen worden tegen de grond aan geduwd
'Waag het niet om te bewegen' zegt nummer 1 tegen me en hij staat op. Ik rol op mijn buik zodat ik die Joshua kan zien en helaas lijkt hij verdacht veel op Josh, hij grijnst terwijl hij naar ons toe komt gelopen.
'Blijf staan jij!' roept nummer 1, Josh kijkt naar de grond maar loopt door
'Sinds wanneer luister ik naar jou Noah?' vraagt hij, de jongen die Noah heet pakt een pistool uit zijn achterzak
'Ik schiet je kop eraf als je nu niet stil gaat staan' roept hij, Josh stopt, kijkt Noah spottend aan en spreidt zijn armen, dan loopt hij weer door.
'Kom dan' zegt hij, Noah kijkt Josh aan alsof hij zijn ogen niet gelooft. Josh is onderhand tegen het pistool aan gaan staan met zijn borst, hij glimlacht naar Noah, zijn armen nog altijd wijd. Wat zou er door z'n hoofd heengaan nu? Zou hij überhaupt weten dat ik hier lig?
'Ga je nog schieten?' zegt Josh, hij laat zijn hoofd zakken maar kijkt nog altijd in de ogen van Noah. Na een tijdje gaat Josh zijn rechterhand langzaam naar het pistool en neemt hij het over, hij richt het naar Noah. 'Oprotten nu' zegt hij, alles van zijn vriendelijke kant is ver te zoeken, zijn glimlach verdwenen, zijn ogen alsof er een duivel in woont. Noah lijkt niet geïntimideerd, Josh richt het pistool naar de lucht en schiet.
'Oprotten!' roept Josh hard. Noah en Achmed schrikken en zetten het op een lopen als Josh het pistool weer naar Noah richt. Hij knielt naast me neer als de twee uit het zicht zijn.
'Alles oké Kim?' vraagt hij, een bezorgde blik in zijn ogen.. Ik kijk hem vol verbazing aan
'Hoe...?' Josh begint te lachen.
'Ik zou hem niet beschoten hebben, ik ben geen moordenaar Kim' ik kijk naar het pistool wat nog steeds in zijn hand ligt, Josh volgt mijn blik. Hij gooit het weg en houdt zijn handen in de lucht. 'Ik heb je toch niet bang gemaakt hè? Ik wilde je alleen maar helpen' zegt hij met een schuldgevoel in zijn stem. Ik kijk hem aan, zijn ogen zijn op de grond gericht zijn handen op zijn benen.
'Ik ben gewoon geschrokken' zeg ik, Josh zijn ogen zoeken de mijne weer, er komt een frons op zijn gezicht.
'Hebben Noah en Achmed dat gedaan?' vraagt hij terwijl hij zijn hand naar mijn gezicht brengt, ik schrik op als ik denk aan vanmiddag en daarbij aan mijn vader.
'Ik moet naar huis' zeg ik, Josh schiet op.
'Ik loop wel mee, we willen niet nog zoiets meemaken toch?' zegt hij met een knipoog terwijl hij zijn hand uitsteekt naar me. Ik pak zijn hand dankbaar vast en hij helpt me op te staan, natuurlijk krijg ik het dan weer voor elkaar om mijn gewicht te verliezen en zo tegen Josh aan te vallen waardoor we vervolgens allebei weer op de grond liggen, ik bovenop hem. 'Nou jij bent wel letterlijk voor me gevallen zeg' zegt hij met een brede grijns op zijn gezicht. Ik lach
'Pas op hoor, ik ben degene die bovenop jou ligt' zeg ik
'Wat wilde je doen? De hele nacht zo blijven liggen? Ik vind het prima hoor' zegt hij, hij laat zijn hoofd op de tegels rusten en sluit zijn ogen. Ik rol met mijn ogen en zet mijn handen op zijn buik waarna ik me omhoog duw, Josh klapt dubbel van de "klap" die ik hem gaf.
'Dat kan toch ook?' zeg ik en ik help hem lachend overeind. Josh rolt met zijn ogen maar glimlacht dan naar me, er komt een speelse blik in zijn ogen, hij grijpt me vast en voor ik doorheb hoe hij het deed lig ik op zijn schouder met mijn buik, ik spartel maar dat maakt Josh zijn kracht niet minder. Ik sla met mijn handen tegen zijn rug. 'Zet me neer!' roep ik.
'Wat is het wachtwoord?' zegt Josh.
'Alsjeblieft?' zeg ik.
'Ik dacht meer aan "ik hou van je" maar oké' zegt hij en hij zet me weer op de grond. De speelse blik in zijn ogen is nog steeds niet verdwenen dus ik zet me schrap voor een volgende ding.
'Ik moet naar huis' zeg ik, ik probeer mijn lach in te houden.
'Jij moet helemaal niks' zegt hij 'en trouwens... jij weet toch niet hoe je thuis moet komen dus ik kan je lekker lang bij me houden' zegt hij, de speelse blik verdwijnt maar niet bij dat joch vannacht. Hij pakt mijn hand en trekt me mee, verder de straat in. De griezelige huizen lijken ineens een stuk minder griezelig.
'Waar gaan we heen?' vraag ik terwijl we door de straat rennen met z'n tweeën, de pijn in mijn been helemaal vergeten.
'Vertrouw me' zegt hij lachend, ik rol met mijn ogen en geniet van de tijd samen met hem. Na een tijdje mindert hij eindelijk zijn vaart, hij draait zich naar me toe en kijkt me nog steeds speels aan.
'Vertrouw je me?' vraagt hij, ik knik, Josh glimlacht en gaat achter me staan, hij doet zijn handen voor mijn ogen. 'Rechtdoor' zegt hij, ik loop naar voren en na een tijdje voel ik dat de grond verandert in asfalt. De handen van Josh verdwijnen en als ik mijn ogen open zie ik een prachtige kasteelruïne voor mijn neus staan, mijn mond valt open.
'Wat is dit?' zeg ik, Josh komt naast me staan.
'Onze eerste zoenplek' zegt hij, hij kijkt me aan, ik weet niet of ik die blik speels of uitdagend moet noemen.
'Pardon?' zeg ik, ik kijk hem glimlachend aan.
'Grapje Kim, dit is de plek waar ik heen ga als ik na wil denken' zegt hij, hij loopt naar het kasteel en loopt de trappen op, ik volg hem en na 16 trappen staan we eindelijk boven. Het uitzicht is geweldig, er ligt een enorm meer voor het kasteel, langs het meer lopen bomen. 'Dit is waarom we moesten rennen' zegt hij en hij wijst naar het meer waar de zon aan het opkomen is, hij gaat zitten op de grond en kijkt door de reling heen, ik volg zijn voorbeeld. Er volgt een fijne stilte waarin ik voel hoe ik mijn slaap mis, mijn ogen zakken dicht, Josh slaat zijn arm om me heen en trekt me tegen zich aan, dan laat hij zich achterover zakken en lig ik met mijn hoofd op zijn borst, het ritme van zijn hart laat me in een droomloze slaap vallen.
![](https://img.wattpad.com/cover/45126523-288-k144240.jpg)
JE LEEST
Literally fallen for you
RomansaAls Kim valt valt ze niet alleen op de gladde weg maar ook voor de jongen die haar komt helpen, Joshua. Al snel komt Kim erachter dat het leven van Joshua niet altijd op rolletjes loopt en merkt ze dat ook aan hem. Ook het leven van Kim loopt niet o...