Hoofdstuk - 8

199 16 20
                                    

'Ze viel op de grond zodra ze haar bloed zag, ik... ik weet ook niet wat er gebeurde', hoorde ik een bekende stem zeggen. Onder me voelde ik bobbelige grond. In mijn handen voelde ik een bed van bladeren en mos. Ik snoof diep de frisse geur in.

Wacht, wie haar bloed?

Ik forceerde mezelf om voorzichtig mijn vingers en mijn tenen te bewegen. Ze deden het nog.

'Volgens mij zag ik haar bewegen', deze keer herkende ik Thomas' stem. Ritselende bladeren gaven aan dat iemand dichterbij kwam.

Mijn ogen stelden scherp en ik zag 2 gezichten boven me. Thomas... en een atletische jongen in het blauw. Erudite.

Ze gingen gerustgesteld naast me zitten. 'Ik ben Edward', stelde de jongen zich voor.

Ik kon niks anders dan hem een glimlach geven. Mijn hoofd was nog erg zwaar.

'Alles goed?' vroeg Edward.
'Ik geloof van wel, wat is er gebeurt?' antwoordde ik schor.

'Edje hier sneed met zijn zwaard dwars-' begon Thomas enthousiast, maar 'Edje' maande hem tot stilte.

'Weet je nog waarom ze waarschijnlijk flauw viel?' herinnerde Edward hem fluisterend.

Meteen begreep ik wat er gebeurd was en even later zag ik aan Thomas' gezicht dat er bij hem ook een kwartje viel. Hij bloosde.

'Kortom, de kop van de selectie is er af. En laten we zeggen, ook dat van dat meisje dat jullie wilde vermoorden,' zei Edward subtiel.

Ik probeerde al het bloed uit mijn geheugen te bannen.

'Hoe lang ben ik weg geweest?' vroeg ik, herinnerend dat ik vaker flauw was gevallen bij het zien van bloed. De laatste keer heb ik 7 uur bewusteloos in het ziekenhuis gelegen.

'2 uur zo ongeveer', zei Edward en hij keek naar zijn pols waar een witte afdruk van zijn horloge in stond. 'Maar ik weet het niet precies.'

We zaten in een door bomen beschutte hoek in de kilometers lang gestrekte lengte van de open plek.

'Ik heb 3 rugtassen gepakt,' zei Edward en hij wees naar het zwarte stapeltje waterdichte stof naast hem. In zijn hand hield hij de lasergun van het meisje en naast hem lag zijn zwaard. 'Ik wist niet goed waar jij mee kan omgaan, dus heb ik maar een kruisboog meegenomen,' vervolgde hij.

'Waar heb je die vandaan?' vroeg ik, en ik wees naar een stapeltje touw, bekers en zelfs een stuk zijl.

'Ik ben net even naar huis gegaan om wat spullen op te halen', zei hij grijzend.

'Ze zaten in een rugzak', zei Thomas en hij porde Edward in zijn zij. Ik was blij dat ze het zo goed met elkaar bleken te vinden. Thomas had ook een bondgenoot nodig.

Edward pakte een beker en hield het omhoog. 'Het mooie is alleen, we hebben bekers, maar we hebben geen water.'

We stonden op om een bron te gaan zoeken. We liepen onze schuilplaats uit de open plek weer in.

'Ik denk dat we het hier niet gaan vinden', ze Edward, 'ik heb deze plek al een beetje verkend, er zijn hier genoeg vruchten te vinden, maar water is er niet.'

Mijn intuïtie vertelde me dat we de gang rechts naast die waar wij vandaan kwamen in moesten. De rest volgde me, zelf ook niet wetend waar ze naartoe moesten. Ik wist niet eens of we wel naar een waterbron liepen, of misschien naar een veiligere plek.

'Hier naar links?' vroeg Thomas. 'Nee naar rechts, ik weet het zeker,' antwoordde Edward. 'Jongens, ik denk toch echt dat we beter rechtd-', maar mijn zin kon ik niet afmaken. Ik werd afgeleid door een geluid dat klonk als een zware bal, rollend over de grond. Toen hoorde ik geklik en opnieuw rollend geritsel. Het kwam van de linkerkant.

'Rennen!!' riep Thomas.

'Ik dacht dat we beter konden gaan dansen,' zei Edward mompelend.

Ik zag een grote, metalen bal en een glinsterend, scherp voorwerp er aan vast zitten. Ik zette het op een lopen naar rechts, maar we waren al te laat. Edward bleek een goede sprinter, hij liep meters voor ons, maar Thomas was iets minder goed en rennen en dat eiste zijn tol. Ook brandende zon remde ons af.

'Thomas niet stoppen!! Ren alsof je leven er van af hangt, want dat doet het!!' riep ik hijgend naar hem, maar ik drong niet tot hem door. Ik keek even naar voren en rende Edward achterna. We gingen een bocht naar rechts en hadden geluk dat er niets doodliep.

Metaal sleep tegen metaal, en het rollende geluid volgde ons. Een misselijkmakend, stekend geluid deed mij omkijken.

'Aah!', hoorde ik Thomas schreeuwen. Het metalen beest haalde een bebloed, mes achtig wapen uit Thomas' been. Ik herinnerde me het beest, ooit had ik het in een boek gezien.
Griever, levensgevaarlijk, zag ik weer voor me.

Snel pakte ik mijn kruisboog en laadde het met een vlijmscherpe pijl. Ik richtte het op de griever en schoot voor het misselijkmakende beest nog meer schade kon aanbrengen, maar werd even afgeleid door een nieuw kanonschot.

Het schieten was uit wanhoop, en ik miste hem op een haar na niet, maar de pijlen bleken ook elektrische schokken te geven.

Een elektrisch net sloot zich om de griever heen en het beest splashte uit elkaar. Overal vlogen stukken metaal en messen, maar alles viel net langs ons heen.

In elkaar gedoken wachtten we totdat er de vliegende wapens geen gevaar weer vormden en het vuur gedoofd was.

'We zullen hem moeten optillen,' zei Edward. Hij wees naar Thomas die in een plas bloed lag.

Hij trilde over zijn hele lichaam en leek buiten bewustzijn.

Strawberry Blonde (Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu