Hoofdstuk - 13

161 16 13
                                    

Ik merkte de kanima weer op.

'Zou hij niet van gedaante moeten veranderen?' Vroeg ik.

'Ik denk dat ze hem permanent verandert heeft', zei Edward, 'anders was hij allang terug veranderd.'
Natuurlijk, hij kwam ook van Erudite, hij wist die dingen.

'Maar Lydia is nu toch zijn leider?' Vroeg Stiles aan Edward.

Zijn leider? Ik had beter moeten opletten met vilijnkunde.

'Ja dat klopt, inderdaad!' Antwoordde Edward, 'en nu ik er over nadenk kan een kanima ook de verlamming opheffen. Lydia probeer hem eens een commando te geven.'

'Hef de verlamming op', mompel ik.

De kanima keek met een scheef hoofd naar me, maar liep vervolgens naar Stiles en Edward toe.

Hij spuugde op zijn hand, nouja iets wat ervoor door kon gaan, en raakte hun aan. Het zag er smerig uit, maar ze leken er meteen al wat minder stijf uit te zien.

'Ik kan deze keer echt mijn vingers en tenen weer bewegen!' Hoorde ik Stiles blij roepen.

Snel sprong Edward op en checkte of alles het weer deed. Hij draaide een paar rondjes en sprong als een ballarina door de lucht.

'Kom op hark, sta ook eens op,' zei Edward tegen Stiles, die weer in slaap gevallen was van blijdschap.

Stiles draaide zich half om, tuitte zijn lippen en zoende wat in de lucht.

'Stiles!' Riep ik terwijl ik het uit proestte.

'Wat wat?' Zei Stiles. Hij keek gedesoriënteerd om zich heen.

Ik klapte dubbel van het lachen en veegde mijn tranen die inmiddels over mijn wangen rolden weg.

'Over wie was je aan het dromen?' Vroeg ik hem. Ik zette mijn handen in mijn zij en trok mijn wenkbrauwen een aantal keer op.

Stiles' wangen kleurden rood. Duidelijk wilde hij het niet vertellen.

Even leek het alsof alles een beetje normaal was. Totdat ik licht in mijn hoofd werd.

'Is er hier ergens eten?' Vroeg ik terwijl ik mijn beker vulde met water uit de rivier.

Het was niet helemaal schoon, maar het was beter dan niks.

Edward keerde zijn tas binnestebuiten. 'Al mijn fruit is op. STILES!' riep hij.

Een grijs hoopje vrolijkheid kwam aanlopen. Het was fijn Stiles erbij te hebben, hij maakte alles zoveel zonniger.

'Heb jij nog eten?' Vroeg Edward.

'Gast, denk je dat ik een wandelende automaat ben?' Edward wilde er tegen in gaan, maar Stiles hief zijn hand op.

'Die dingen hebben nooit eten in zich, toevallig heb ik wel eten!' Zei Stiles grijnzend.

Hij haalde een gecamoufleerde tas op van zijn rug. Zijn grijze pak was ook helemaal gecamoufleerd, of misschien was het gewoon heel vies.

'Gedroogd fruit! Heerlijk!' Roep ik en ik pakte een pakje van hem aan.

'Ennnnn' hij haalde een stukje geroosterde eekhoorn, verpakt in een zakje, uit zijn tas. Verrukt griste ik het uit zijn handen en deelde het in drieën.

Ik zakte door mijn benen van de honger en opluchting. Een maaltijd. De eerste echte in 3 dagen.

'En wat doen we nu?' zei Stiles met zijn mond vol eekhoorn.

'Hangt er vanaf', zei Edward. Hij slikte zijn eten door. 'Waarvan?' Stiles keek hem vragend aan. 'Of we willen vechten of verschuilen.'

Waarom deed Edward ineens zo anders? Hij was zo vrolijk en nu deed hij ineens zo bot. Hij leek zo zacht en lief, en nu was hij bereid mensen te zoeken om mee te vechten.

'Wil je dat dan?' Vroeg ik voor de zekerheid.

'Ik vind dat het nu wel lang genoeg duurt zo.'

Alsof ze het gehoord hadden hoorde ik het kanonschot afgaan.

De jongen uit Amity draaide zijn geschubde kop om naar de opening van de grot.

'Ik denk dat we gezelschap hebben', zei ik. Het leek van mijn instinct te komen.

Voor het eerst sinds het meisje van Erudite dood was voelde ik een connectie met iemand anders dan Celeste. De band tussen mij en de kanima was verzegeld, we waren verbonden met elkaar.

Misschien kwam dat instinct dan van de kanima.


Strawberry Blonde (Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu