Hoofdstuk 3. Indringers

55 7 2
                                    


De frisgroene bladeren leken de lucht te zuiveren van de koude winter. Zelfs de zonnestralen van de avondzon lieten de bladeren hun groene tint behouden. Geïnspireerd bij het spektakel van kleuren pakte Nova een paar verschillende, groene potloden en begon haar schets in te kleuren. Gedurende het tekenen keek ze regelmatig weer naar de kronen van de bomen voor zich. Ze pakte er een paar oranje potloden bij waarna ze overging in rode en bruine tinten om de takken tot leven te wekken.
Ze zat zo in de voorstelling verstrengeld dat ze schrok van Chris die zich naast haar liet neerzakken in de tuinstoel. Grinnikend om haar eigen verontrusting legde ze de potloden terug in de doos aan haar voeten.
'Ga gerust verder, ik wil je niet van je meesterlijke creaties afhouden.' zei hij, en hield beschuldigend zijn handen omhoog.
'Meesterlijk.' lachte Nova en rolde met haar ogen.
'Nou, je doet het beter dan ik.' grinnikte hij en liet zijn ogen rusten op haar tekening. 'Vroeger had dit er zonder twijfel uitgezien als een hoopje verrotte bladeren.' kwam hij tot de conclusie.
Met een gemene glimlach porde ze Chris in zijn buik en klapte haar schetsboek dicht. Voordat Nova iets terug naar hem kon werpen, schoot ze naar het puntje van haar stoel. Het was zo plotseling dat Chris dit keer degene was die schrok.

'Hoorde je dat?' fluisterde ze. Onmiddellijk was het stil. Omdat de wind in de avond was gaan liggen, waren ruisende bladeren niet meer hoorbaar. Ineens betwijfelde ze het of Chris degene was die vanmiddag dat geluid had gemaakt, die het ene gordijn niet had vastgebonden en die de zitafdruk op de kussens van de bank had achtergelaten.
Geschrokken keek ze om zich heen toen ze geknisper van beneden hoorde. Met opengesperde ogen keek ze haar buurjongen aan en wees met haar wijsvinger loodrecht naar beneden. Ze was als de dood dat de grote eik die het boomhuis droeg, omsingeld werd door mannen van de Getrouwe die klaarstonden hun wapens af te vuren. Nova trok wit weg en probeerde zo zacht mogelijk op te staan vanuit haar tuinstoel. Chris daarentegen, deed nieuwsgierig een poging om over het houten hek te kijken maar Nova pakte ruw zijn pols beet en trok hem terug. Haastig wenkte ze hem naar het boomhuis en samen slopen ze naar binnen. Ze sloot de deur achter zich zodat niemand hen van buiten kon horen. 


'Wat was dat ineens?' vroeg Chris onbegrijpelijk toen de deur was dichtgevallen. Zenuwachtig beet Nova op haar onderlip en vouwde haar handen over elkaar. Hoe kon ze nou aan hem uitleggen wat ze dacht dat het was?
'Hé, misschien was het wel gewoon een hert. Waar zit jij met je gedachten?'
'In mijn hoofd, nu goed?' Ze begon te ijsberen door de kamer.
'Laat me op z'n minst dan even kijken.' drong hij aan, klaar om de deur weer te openen. Hij moest niets hebben van dit plotselinge overdreven gedoe. Nova keek hem waarschuwend in de ogen maar na een tijdje gaf ze een klein knikje ter bevestiging. Wie weet was het wel gewoon een hert en stelde ze zich teveel aan.
Chris opende de deur en liep met normale passen - totaal niet lettend op het geluid van de krakende planken - naar het hek en keek eroverheen. Zo snel als hij gekomen was, kwam hij ook weer terug. Zuchtend stopte hij zijn handen in de zakken van zijn spijkerbroek.

'Niks, noppes, nada.'

Stomverbaasd keek Nova via de openstaande deur naar buiten. 'Hoe kan dat nou?'

'Zoals ik al zei, gewoon een hert of ander beest. Waar maak je je druk-'

'Wacht.' onderbrak ze hem en sloop op muizenvoetjes weer naar buiten. Ze was er dit keer honderd procent van overtuigd dat ze iets anders dan geknisper van bladeren opving. Het waren een stemmen die ze beneden hoorde fluisteren.

'Nee, dan moet je ook dichterbij komen.' zuchtte een mannenstem.
'Als je daar gaat staan kan je het beter zien.' fluisterde een andere stem opdringerig.
'Ja maar, wat is dít dan?'
Ze hoorde een soort geschraap en zag toen ineens de ladder van het balkon vallen. Regelrecht draaide ze zich naar haar buurjongen en keek hem lijkbleek aan.
'Zeker te weten dat dit geen hert was. Kom!' siste ze, en sloop met grote passen naar de achterkant van het balkon. Chris ging haar voor en wenkte haar de hangbrug op. Deze wankelde aan alle kanten toen ze er met haastige voeten overheen liepen. Angstig greep ze zich vast aan de touwen aan weerszijden en hoopte dat de onverwachte bezoekers dit niet hadden gehoord.
Ze bereikten het kleine toilethokje. Zonder twijfel wurmden ze zich naar binnen en sloten de deur. In negen jaar tijd was het hout van het hokje, die vrijwel heel wat regenbuien had doorstaan, begroeid met mos en alg. Er waren spleten ontstaan waar ooit de planken tegen elkaar aan waren bevestigd. Eentje gaf Nova's oog net genoeg ruimte om erdoor te kunnen kijken. Chris was lang genoeg om door het open hartje in de deur te kunnen gluren zonder op zijn tenen te hoeven staan. Ze voelden beide hun hart tekeer gaan. Zeker toen ze voetstappen op het balkon hoorden.

'Heb jij enig idee wie het zijn?' fluisterde Chris zonder zijn ogen af te wenden. Ze konden een kleine glimp van de mannen opvangen die nu grotendeels nog op het balkon vóór het boomhuis stonden.
'Shh.' kapte ze hem af.
'Hier kunnen ze ons toch niet horen.'
'Nou en, wees stil.' kaatste ze terug.

Decem Domini (Tien Meesters) STOPGEZETWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu