Ze staarde naar de met lak beschilderde nerven in het hout van het plafond. De gordijnen waren niet verduisterend genoeg om de felle stralen van de lentemaan tegen te houden, waardoor de kamer spookachtig verlicht werd. Er ontstonden schaduwen die, als ze er te lang naar keek, langs de muren en over de vloer leken te sluipen.
Nova was wakker geschrokken. Zelden had ze last van nachtmerries en dus bevreemde het haar dat ze deze nacht in die angst gevangen was genomen. Nadat ze zo een tijdje lag te bedenken over het antwoord, schoot het haar te binnen dat de laatste dagen nogal chaotisch waren geweest. Het reizen naar een andere dimensie, ontsnappen aan de mysterieuze woorden van een ruiter, lopen lopen en lopen, opnieuw op de vlucht voor de Getrouwe en tot slot op de raarste plek iemand plotseling tegenkomen, was niet erg vanzelfsprekend voor haar leeftijdgenoten. Haar droom bestond ook uit duisternis van grote bomen, struikgewas waarin zich harige beesten bevonden die zich telkens op het laatste moment wegdoken, een bos die overstroomd werd door een hevige storm en telkens had ze in haar ooghoeken de parelmoer kleurige glinsteringen van het 'testmiddel' gezien, zoals Kandur de vloeistof had omschreven.Zuchtend ging ze overeind zitten toen ze het woelen in de benauwde dekens zat was. Een lichte hoofdpijn irriteerde haar. Warm was het nog niet; buiten was de wind koud en guur maar zodra de zon begon te schijnen werd het aangenamer. Ondanks dat de zon niet 's nachts scheen en het kleine kacheltje van het boomhuis niet aanstond, had ze het warm. Warm van donkere dromen en brandende vragen.
Nova haalde haar hand door haar klitterige haren en boog zich toen naar het glas water op het nachtkastje links van haar. Haar vingers zochten naar het koude glas, toen ze inplaats daarvan een vreemde tinteling door haar handpalm voelde trekken. Verward keek ze naar haar uitgestrekte hand toen ze op datzelfde moment het glas met water en al over de rand van het nachtkastje zag wankelen. Voordat ze er bij stil kon staan wat er überhaupt gebeurde, werd ze overvallen door het geluid van uiteenspattend glas.
Geschrokken liet Nova zich met beschermende handen voor haar hoofd naar achteren vallen. Een stilte vulde de kamer, een tinteling haar handen. Sprakeloos liet ze ze zakken. Op dat moment zagen haar ogen het onmogelijke. Ze kon nog maar net een gil onderdrukken toen ze het water, wat net nog in het glas had gezeten, zwevend in de lucht zag. Met een bonzend hart kon ze niets anders doen dan staren. Ze was zo in shock dat haar ademhaling vanzelf op hol sloeg. Ze durfde geen spier te verrekken. Onthutst kreeg ze in haar gedachten het beangstigende antwoord dat ze niet lag te dromen. Prikkende tintelingen waren alsmaar erger in haar handpalmen te voelen. Haar vingers begonnen zachtjes te trillen, maar ook de zwevende waterbel volgde die subtiele bewegingen.
Op dat moment begon het water in de bel langzaam rond te kolken. Nova schrok nog harder dan daarnet. Het leek wel alsof ze het water langs haar handpalmen heen voelde stromen. Het voelde ijskoud aan. Alles wat haar ogen zagen, voelde ze tot diep in de huid van haar handen.Als de stormen van Jupiter begon het water steeds sneller rond te kolken. Als Nova's keel niet zo zat dichtgeknepen, was er zeker wat uitgekomen. Ze had het doodsbenauwd van de spanning. De spieren in haar handen begonnen te verkrampen.
Op dat moment zag ze iets vreemds in de kolkende massa. Ze wist niet of het door het maanlicht kwam, of dat ze werkelijk kleuren in het kleurloze water zag ontstaan. Wazige, grijze wolken die zich op het oppervlak van het water begonnen te creëren. Daarachter bevond zich een donkere hemel. En toen ineens zag ze een bekend gezicht in het water verschijnen. Ze ontmoette de ogen van de persoon. Haar adem stokte in haar keel. Die helderblauwe ogen, ze herkende ze meteen. Het was de ruiter naar wie ze verbouwereerd keek. Meteen spookten de mysterieuze woorden die hij haar had toegesproken met de snelheid van het kolkende water door haar hoofd. Wat haar nog meer shockeerde, was dat hij terug naar haar staarde, net zo onthutst als zij.Hij kon haar zien. Zien door een ronde bel van water die in de lucht zweefde. Nova's handen begonnen nog harder te trillen van angst en ongeloof. De waterbel schudde mee. Het gezicht van de ruiter vervormde in de rimpelingen die daardoor ontstonden. Toen vaagde het beeld langzaam weg, als waterverf in een potje water. Vrijwel meteen erna kon Nova de connectie niet meer behouden en voelde de energie in haar handpalmen verslappen. De bel liet zich als een waterval op de vloer spatten. Een paar harde ketsen verstoorden de stilte in de slaapkamer. Ze kon alleen maar kijken naar waar de bel had gezweefd. Ze voelde nog de druk op haar handpalmen. Ze stond erbij stil dat ze iets onmogelijks had gedaan. Dat iets was groter dan ze had gedacht. Groter dan haar eigen fantasie.
JE LEEST
Decem Domini (Tien Meesters) STOPGEZET
FantasíaIn een parallelle dimensie, genaamd Mundus, heersen de Decem Domini. Deze Tien Meesters beschikken over magische krachten waarmee zij de dimensie in balans moeten houden. Doen zij dit niet, dan ontstaan er gevolgen die evenwel onze Aarde zouden kunn...