Hoofdstuk 19. Beraad

30 3 2
                                    


Het had geen zin meer om terug te dringen voor het testmiddel. Hoewel Nova wist dat er de eerste keer niets was gebeurd, kon ze het nog steeds niet verklaren dat er die avond op het balkon van het boomhuis zich een prachtige voorstelling had vertoond. Dat was de bevestiging die ze had gekregen dat ze magie beheerste. Maar hoe kon het dan dat datzelfde tafereel zich niet in deze vergaderzaal had laten zien?
Ze kon er nog steeds geen antwoord op vinden. Maar waar ze deze keer zeker over was, was dat de Domini al wisten dat ze magie bezat. Het zou geen enkel nut hebben als ze zich ertegen zou verzetten.

De doopvont werd met een doffe dreun voor haar neergezet. Nog voor Severin uit zijn zetel was gekomen, bracht Nova haar handen al naar de parelmoer kleurige vloeistof. Er was niets om voor terug te dringen. En ergens was ze ook wel nieuwsgierig wat deze keer de uitkomst zou zijn. Terwijl haar handen in het testmiddel verdwenen, sloot Nova haar ogen. Ze liet de vreemde tintelingen die door haar vingers kropen verwelkomen. Geleidelijk aan begon de temperatuur van koude vloeistof te stijgen. De warmte liet zich evenwel met de tintelingen meevoeren naar haar polsen.
Toen die haar ellebogen had bereikt, opende ze haar ogen. De lucht werd uit haar longen gezogen toen ze haar armen zag. Bij het zien van haar verlichte aderen leek haar wereld opnieuw stil te staan. Nova trok haar handen geschrokken uit de vloeistof. Glinsterende druppels spetterden op het rode tapijt. Het duurde lang voordat de gele gloed geheel verdwenen was: alsof het licht werkelijk in haar bloed zat en haar hart het een aantal malen door haar hele lichaam moest pompen totdat het niet meer zichtbaar was.

Onthutst keek Nova naar de Decem Domini. Hun gezichtsuitdrukkingen baarden haar alleen maar meer zorgen. Niemand sprak een woord. Het was zo stil in de vergaderzaal dat ze alleen maar haar gejaagde ademhaling hoorde. Alle ogen waren nog steeds op haar onderarmen gefixeerd. Nova kon deze ongemakkelijke situatie niet langer meer verdragen.
'En?' vroeg ze afwachtend.
Een paar Domini leken weer bij zinnen te komen.
'Is ze het werkelijk?' hoorde ze iemand fluisteren.
Severin kuchte ongemakkelijk. Op een of andere manier vond hij het moeilijk om Nova recht in de ogen aan te kijken.
'De enige persoon die zijn ramus voor het testmiddel kan verbergen, is... de Potenta.' antwoordde hij stomverbaasd, alsof hij het zelf hardop moest zeggen om het tot hem door te laten dringen.
'Wie is dat? Waarom reageert iedereen zo raar?' vroeg ze in het rond.
'De Potenta is een bijzondere Domini.' antwoordde Ariana haar. 'De Tiende Meester beheerst alle krachten van de andere Domini en is daarom hun grote leermeester.'

De puzzelstukjes vielen langzaam op zijn plaats. Dat was de rede waarom ze haar ramus - de graad van haar magie - de eerste keer had kunnen verbergen, waarom er altijd één zetel in de kring onbezet was en ze nog nooit een tiende Domini had gezien. Verbijstert staarde Nova naar die lege zetel, recht voor haar neus.
'Dus ik ben de nieuwe Potenta.' fluisterde ze verbluft.
'Je ramus is verbazingwekkend hoog dat ik als enige verklaring heb dat jij een Potenta kan zijn.' zei Ariana.
Geroezemoes brak los in de kring. De bevestiging van haar ramus was gegeven. Er kon niet meer omheen worden gedraaid. Nova bezat een bijzondere functie. Maar hoe kon ze de Meester van al deze Domini zijn? Zij kon onmogelijk zoveel ervaring hebben als hen. Zij beheerste onmogelijk de macht van alle Domini samen. Het gefluister ging over in gemompel en Nova durfde niets te zeggen of te doen. Alsof ze door de bliksem was getroffen staarde ze nog steeds naar de lege zetel van de Potenta.
'Nee.' klonk er ineens boven het gemompel uit. 'Ze is de Potenta niet.'
Nova draaide zich verbaasd om naar degene wie dat had gezegd. Ze keek recht in de helderblauwe ogen van de Domini die ze aan zijn lot had overgelaten. Ze zag geen schrammetje van het gevecht die hij met de raadgever had gevoerd. Hij keek Nova indringend aan.

De Domini rees uit zijn zetel. 'Ze is de Firmaro.'
Een ongemakkelijke stilte viel tussen de Domini in. Dit maal scheen niet iedereen te begrijpen waar het over ging.
'Dat is toch een legende? De Firmaro heeft nooit bestaan.' merkte iemand op.
Voordat de Domini met de helderblauwe ogen kon antwoorden, greep hij plotseling de leuning van zijn zetel. Zijn gezicht was vertrokken van pijn.
'Nee... Het is waar.' kreunde hij.
'Myron, wat is er?' vroeg Amon bezorgd.
De Domini zakte ineen en greep naar zijn hand die krampachtige bewegingen begon te maken.
Miranda snelde naar hem toe en probeerde de Domini te helpen.
'Het is Ewout!' schreeuwde hij plotseling.

Decem Domini (Tien Meesters) STOPGEZETWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu