Ik bekijk mezelf in de spiegel. Ik heb lang zwart haar waarin ik een donkerrode bloem heb gestoken. Verder heb ik een zwarte broek, een donkerrode blouse, een lang zwart vest en zwarte laarzen aan. Ik heb mijn koffer al ingepakt, dus ik ben klaar voor vertrek. Ik loop de straat op en haal mijn raven amulet tevoorschijn. Ik draai aan het rondje in het midden en meteen komt een van mijn raven genaamd Rowena aanvliegen. Ik heb haar vernoemd naar de oprichter van de afdeling Ravenklauw op Zweinstein, waar ik het afdelingshoofd van ben. Ik geef haar de brief die ik voor Severus heb geschreven en zeg in raven taal tegen haar: ' deze brief is voor Severus Sneep, zorg dat je hem snel bezorgt.' Ze knikt en vliegt weg. In de brief heb ik geschreven dat ik het leuk vind om hem weer te zien en dat ik me verheug op onze samenwerking bij het vak toverdranken. Ik loop een hoekje om, kijk of niemand me ziet en klap mijn vleugels uit. Het is tijd om te vliegen naar zweinstein.
Ik vlieg boven het spoor van de Zweinstein expres. Nog even en ik stap eindelijk weer Zweinstein binnen. Opeens scheert een blauwe auto langs. Ik schrik zo erg dat ik even uit balans raak. Ik kijk achter me en zie de Zweinstein expres achter me rijden. De blauwe auto vliegt nu boven mij. Dan gaat alles zo snel dat ik het bijna niet kan volgen. De auto raakt uit balans en een van de deuren vliegt door de snelheid open. Er hangt een persoon aan die zich krampachtig vasthoud. Ik weet niet wie het is, maar ik vlieg naar boven om hem te helpen. Er roept iemand vanuit de auto naar de persoon: 'pak mijn hand!' De persoon pakt de handen vast van degene die in de auto zit en probeert zich omhoog te trekken. Dat mislukt, hij glijdt uit en valt naar beneden. Ik maak en duikvlucht en probeer hem bij zijn vest te pakken. De eerste poging mislukt, maar bij de tweede poging trek ik hem omhoog. Hij kijkt verbaasd naar boven waardoor ik zijn gezicht kan zien. Het is Harry. 'Harry! Wat..!' Maar verder kom ik niet want de Zweinstein expres komt met volle snelheid op me af rijden. Snel vlieg om hoog. Net op tijd, want 1 seconde later en de trein had ons geraakt. Voor mij is het niet erg, want ik kan niet sterven aan een ongeluk of ziekte, maar Harry wel. Ik vlieg terug naar de auto en zet hem er in. Nu zie ik ook wie de andere persoon in de auto is. Ron. 'Harry en Ron wat doen jullie hier! Jullie zouden in de Zweinstein expres moeten zitten!' Roep ik boven het lawaai van de trein uit. 'Weet ik, maar we hadden de trein gemist en toen zijn we met de auto van de varder van Ron gegaan.' Verteld Harry. Ik schrik, 'zijn jullie door dreuzels gezien?' Vraag ik. 'Volgensmij niet.' Zegt Ron. 'Oké, jongens jullie moeten in de auto blijven en naar Zweinstein vliegen. Ik ben er waarschijnlijk eerder omdat deze auto niet zo heel snel is. Maar ik zie jullie wel in de grote zaal.' Vertel ik. Ze knikken allebei en ik vlieg met hoge snelheid weg.
Vanuit de leraren tafel kijk naar de tafel van Griffoendor. Hermelien is er wel, maar Harry en Ron niet. Ook Severus, die normaal naast mij zit is er niet. Ik ben een beetje ongerust over ze alle drie. De indelings ceremonie van de eerstejaars is zelfs al geweest! De nieuwe leraar verweer tegen de zwarte kunsten, Gladianus Smalhart, kijkt mij de hele tijd aan en dat wordt langzamerhand irritant. Gladianus zat vroeger bij mij op school in de afdeling Ravenklauw. Hij was (en is nu nog steeds) een enorme gladjanus. Hij probeerde me vroeger altijd te ritselen voor een date of uitstapje, maar gelukkig kon ik er altijd onderuit. Bij de gedachte dat ik dit schooljaar met hem moet delen is echt vreselijk! Ik kijk naar hem en hij glimlacht naar me. Inplaats van terug te glimlachen werp ik hem een boze blik toe. Dan komt vilder de grote zaal binnen lopen en zegt iets tegen pekamentus. Perkamentus knikt en wenkt mij en Minerva Anderling. Verbaasd staan we allebei op. 'Wat is er aan de hand?' Vraag ik aan Perkamentus. 'Vilder heeft Harry Potter en Ron Wemel betrapt in de vliegende auto van hun vader. Ze zijn gezien door dreuzels en ze zijn op dit moment bij Severus.' Antwoord hij. Ik sla een zucht van verlichting. Ze zijn dus alle drie veilig. Ik wil zelfs bijna glimlachen tot ik besef wat Perkamentus zojuist heeft gezegd. Ze zijn betrapt door vilder en zijn gezien door dreuzels. Met een nerveus gezicht loop ik mee. Severus heeft Harry nooit echt gemogen, en Harry Severus ook niet. Het kan dus zijn dat ze een zware straf krijgen... of van school gestuurd worden! Bij die gedachte voel ik een vlaag van angst door mijn lichaam gaan. Ik hoor de boze stem van Severus door de gang schallen. 'En als jullie in Zwadderich zaten, en ik over jullie lot mocht beslissen, dan zaten jullie nu in de trein terug naar huis!' Perkamentus stapt naar binnen en zegt: 'maar dat zijn ze niet.' Harry, Ron en Severus kijken verbaasd op. Anderling en ik stappen ook naar binnen. Als Severus mij in het oog krijgt verzacht zijn blik, en ik dacht even dat ik hem zelfs zag glimlachen. Ik voel dat ik bloos en kijk snel de andere kant op. Severus hersteld zich en verteld: 'deze jongens hebben de regels overtreden en moeten gestraft worden. Ik stel voor...' Perkamentus onderbreekt hem. 'Ik ben op de hoogte van de regels Severus, ik heb er zelf een paar gemaakt. Maar als hoofd van Griffoendor moet Minerva beslissen welke straf ze krijgen.' Stuur ze alsjeblieft niet van school, Stuur ze alsjeblieft niet van school, Herhaal ik steeds smekend in mijn hoofd. 'We gaan onze spullen alvast pakken...' zegt Ron met een schuldig en droevig gezicht. Ik zie dat Minerva ze vreemd aankijkt. 'Hoe bedoeld u meneer Wemel?' Harry en Ron kijken verrast naar haar. 'We worden toch van school gestuurd?' Vraagt Harry. Minerva krijgt een klein glimlachje op haar gezicht. 'Niet vandaag, meneer Potter.' Ik slaak een zucht van verlichting, het gezicht van Minerva verandert weer naar streng. 'Maar ik moet u er op wijzen dat wat jullie gedaan hebben, bestraft moet worden. Morgenavond zullen jullie je staf uitvoeren, ik laat jullie nog wel weten wat jullie moeten doen.' En met die woorden loopt ze samen met Perkamentus het lokaal uit. Ook Harry en Ron vertrekken. Ik wil net volgen als Severus zegt: 'yasmien, wacht even.' Bij het horen van zijn stem gaat er een kriebel door mijn buik heen. Wacht wat! Waarom voelde ik een kriebel? Ik draai me om en kijk hem recht in de ogen. Ik weet niet precies wat er gebeurt, maar voor een paar seconden voelt het alsof mijn leven volmaakt is. Ik schrik op uit mijn gedachten als ik zijn stem hoor: 'bedankt voor de brief, ik vind het ook leuk om je weer te zien.' Ik glimlach. 'Zeg Severus, heb je die nieuwe leraar verweer tegen de zwarte kunsten gezien?' Shit! Waarom zei ik dat? Ik kan mezelf wel voor mijn kop slaan. 'Ja, die heb ik gezien. Hij ziet er uit als een gladjanus, zijn naam doet eer aan.' Zegt Severus. Ik lach. We kijken elkaar ongemakkelijk aan, we weten allebei niets te zeggen. Op een gegeven moment hak ik de knoop door en zeg: ' nou, ik ga maar eens terug naar de grote zaal. Ik moet de lesroosters nog uitdelen bij de ravenklauwers.' 'Oké, dan zie ik je morgen weer.' Zegt hij. Als ik het lokaal uit loop raken onze handen elkaar even aan en voel ik een tinteling door mijn vingers gaan. Allebei blijven we even verstijfd staan, maar daarna loop ik weer verder met maar één vraag in mijn hoofd: waarom heb ik al deze gevoel bij Severus?
JE LEEST
de ravenvrouw
Fanfictionyasmien ravenhart is een lerares op zweinstein. ze heeft een paar bijzondere gaven. Ze kan met raven praten, ze heeft een raven amulet waarmee ze raven kan oproepen en ze heeft ravenvleugels. kortom: alles met raven. en er is nog iets bijzonders aan...