de duelleerclub

277 20 6
                                        

Madam Plijster komt aanrennen met een middel om botten te laten terug groeien. Malfidus zit te kreunen van de pijn tegenover het bed van Harry. Boos draai ik me om. 'Stel je niet zo aan, wat Harry heeft is veel erger!' Zeg ik. Madam Plijster geeft hem het drankje en Harry drinkt het op. Hij trekt een vies gezicht en spuugt het uit. 'Wat had je dan verwacht, pompoensap?' Zegt madam Plijster een beetje beledigd. 'Even doorzetten Harry.' Probeer ik hem gerust te stellen. Hij knikt en drinkt het dapper op.

Die avond wil ik net naar bed gaan als er op mijn deur wordt geklopt. 'Binnen.' Roep ik. Het is Minerva. 'Yasmien, je moet even meekomen. Een van de leerlingen van Griffoendor is versteend.' Geschrokken knik ik en net op dat moment komt een brancard voorbij met Kasper Krauwel erop. Hij is dus versteend. Snel loop ik achter ze aan, samen met Minerva en Perkamentus. Eenmaal aangekomen in de ziekenzaal, leggen we hem op een van de vrije bedden. Zijn fotocamera houdt hij nog steeds vast. 'Misschien heeft hij een foto kunnen maken van zijn aanvaller?' Vraag ik. Perkamentus pakt de camera, maar die ontploft in zijn handen. Minerva en ik slaken een klein geschrokken kreetje. 'Wat betekend het Albus?' Vraagt Minerva. 'Het betekend... dat onze leerlingen groot gevaar lopen.' Verteld hij en kijkt ons allebei aan. 'Maar... wat moeten we de leerlingen vertellen?' Vraag ik voorzichtig. 'Gewoon de waarheid.' Antwoord hij simpel. 'Vertel ze dat Zweinstein niet langer meer veilig is.' We knikken alle twee en lopen weer terug naar onze kamers.

De volgende morgen zijn alle lessen afgelast, omdat vandaag voor het eerst een kleine duelleerclub wordt opgericht. Het wordt geleid door Gladianus, die nog twee vrijwilligers zocht. Severus en ik hebben ons allebei opgegeven, vooral om hem een lesje te leren, want volgensmij is hij helemaal niet zo goed met spreuken. Er is een soort lang podium in de grote zaal gezet waar alle leerlingen omheen staan. Gladianus stapt het podium op en roept: 'kan iedereen me horen en zien? Mooi zo! We beginnen. Mag ik jullie mijn assistentes voorstellen: professor Sneep en professor Ravenhart. Wie wil er eerst?' Hij glimlacht naar me (natuurlijk idioot) en wenkt me. Ik wil naar voren lopen, maar Severus houdt me tegen. Hij heeft een jaloerse blik in zijn ogen. 'Ik ga wel eerst' zegt hij en loopt naar voren. Gladianus kijkt teleurgestelt, maar knikt toch goedkeurend. Ze buigen en lopen dan naar achter. Gladianus telt af. 'Een, twee, drie...' 'Expelliarmus' roept Severus en een krachtige straal komt uit zijn toverstok en raakt Gladianus. Die vliegt naar achter en beland keihard op de grond. Hij krabbelt langzaam en pijnlijk overeind. Severus glimlacht hatelijk naar hem en iedereen lacht, inclusief mij. 'Goed gedaan professor, maar eerlijk gezegd zag ik die aankomen' probeert hij zich er nog uit te redden. Woedend been ik met grote stappen naar voren. 'O jaa? Zullen wij dan eens duelleren?' Een beetje verward kijkt hij me aan. Dan glimlacht hij weer en loopt net als mij naar achter. Hij heeft zich nog niet omgedraait want ik roep al: 'paralitis!' Mijn spreuk (waarschijnlijk omdat ik boos ben) is nog krachtiger dan die van Severus. Hij vliegt helemaal naar de andere kant van de zaal en raakt de muur hard. Alleen is er een bezwering op de muur uitgesproken, waardoor mensen die tegen de muur knallen meteen weer worden geheeld, dus hij heeft geen pijn. In tegenstelling tot Severus lacht hij naar me en zegt: 'goed gedaan, dat had zo een actie van mij kunnen zijn.' Ik kijk hem nog steeds boos aan. Severus stapt op Gladianus af. 'Misschien moet je de leerlingen eerst leren hoe ze spreuken moeten blokkeren, Smalhart...' zegt Severus. Hij lijkt er over na te denken en zegt dan: 'goed, eens kijken... ik heb twee vrijwilligers nodig, heer Potter en Wemel, komen jullie maar.' Met een schok besef ik dat Ron me laatst verteld heeft dat zijn toverstok het niet goed meer deed. Ik heb beloofd dat ik een nieuwe voor hem zou kopen, zodat mevrouw Wemel niet méér boos wordt dan dat ze al was. Alleen heb ik dat nog niet gedaan, dus dat betekend... Snel roep ik: 'wacht, ik zou als ik u was iemand ander dan meneer Wemel nemen.' Gladianus en Ron kijken me verbaasd aan. Ik kijk Ron aan en wijs met mijn hoofd op zijn toverstok. Hij knikt begrijpend. 'Mag het ook iemand van mijn afdeling zijn?' vraagt Severus. Gladianus knikt. Severus krijgt een vreemde blik in zijn ogen en zegt: 'Malfidus wellicht?' Met open mond staar ik hem aan. Malfidus loopt samen met Harry het podium op en Severus loopt er af. Hij gaat triomfantelijk naast me staan en ik stoot hem aan. 'Waarom deed je dat?' 'Om te kijken wat meneer Potter werkelijk waard is' antwoordt hij. Intussen is het duel al begonnen. De spreuk van Malfidus raakt Harry en hij vliegt naar achter. Gelukkig herstelt hij snel en staat weer op. Dit keer is het zijn beurt, en voordat iemand goed kan beseffen wat er gebeurt, ligt Malfidus al op de grond. Bijna iedereen lacht, en ik kan het ook niet laten om stiekem te lachen. Malfidus is intussen alweer opgestaan en laat door middel van een spreuk een slang verschijnen. Snel stap ik het podium op. 'Zo is het genoeg! Jullie moesten elkaar ontwapenen, niet verwonden! Ik ruim die slang op voordat er ongelukken gebeuren!' Gladianus houdt me tegen en zegt: 'ik ruim die slang wel even op juffrouw Ravenhart.' 'Folade essendere!' De slang vliegt de lucht in en belandt daarna weer op het podium. Nog een beetje versuft draait het zijn kop richting een leerling van Huffelpuf en begint gevaarlijk te sissen. Harry loopt langzaam op de slang af. Ik wil nog roepen dat hij moet blijven staan, maar ik hou mezelf tegen. Harry fluisterd allemaal vreemde woorden en ik ze niet goed horen. Als hij dichterbij komt begin ik het te verstaan. 'Ssshhhaja ghasssinisss' fluisterd hij.
Ik heb het gevoel alsof ik een hartverzakking krijg. Harry spreekt sisselspraak! De slang lijkt niet te luisteren. Ik kan niet verstaan wat Harry zegt, maar het lijkt alsof hij de slang tegen de leerling opzet. Opeens stopt de slang en kijkt Harry recht aan. Achter me fluisterd Severus een spreuk en de slang verdwijnt. Eigenlijk had ik dat moeten doen, maar ik ben zo geschokt dat mijn hersenen niet goed meer lijken te werken. Ik kijk Severus aan en hij denkt duidelijk hetzelfde als mij: is hij soms de erfgenaam van Zalazar Zwadderich!

de ravenvrouwWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu