Ik open langzaam mijn ogen en besef dat ik op een bed in de ziekenzaal lig. Voorzichtig kom ik omhoog en grijp pijnlijk naar mijn hoofd. Hoofdpijn, ook dat nog! Ik zet mijn voeten op de vloer en ik probeer mijn schoenen te zoeken. Uiteindelijk vind ik ze. Nou ja, vinden... ik struikelde er bijna over. Ik ben helemaal alleen, op de versteende leerlingen na dan. Naast me ligt Hermelien en ik kijk naar het spiegeltje dat naast haar op het kastje staat. Severus... waar is severus! Ik zet nog een paar stappen maar dan val ik bijna om van de hoofdpijn. Heeft Madam Plijster daar geen pilletje voor? Hij zou hier ergens moeten staan. Alleen kan ik door het donker niet zo goed zien, waardoor ik bijna tegen de muur opbots. Bij merlijns baard... waar is mijn toverstok? Ik loop terug naar het bed en gris mijn toverstok weg. 'Lumos!' Fluister ik en net alsof iemand op een knopje heeft gedrukt verschijnt er licht uit mijn toverstok. Hè hè, kan ik eindelijk wat zien. Ik loop naar de andere kant van de ziekenzaal, pak het doosje, haal het pilletje er uit en stop hem in mijn mond. Mijn hoofdpijn verdwijnt als sneeuw voor de zon. Dan ren ik de zaal uit, opweg naar het kantoor van Severus. Ik ren naar de trappen en wil net op een van hen stappen als hij begint te draaien. De trap maakt zich vast aan de gang van de eerste verdieping. Verdorie, dat gebeurt altijd op zo'n moment. Dat wordt wachten. Ineens herriner ik me de sluipweg van de eerste verdieping naar de kerkers. Ik loop er naar toe, maar ik merk iets vreemds op. Ik hoor stemmen... uit het meisjes toilet bij jammerende Jenny. Zwijmelend zweeft Jenny boven een groot open gat. Hoe komt dat daar opeens? 'Jenny, kun je me even uitleggen wat hier in vredesnaam aan de hand is!?' Jenny kijkt me verstoort aan. 'Ja, Harry, Ron en Professor Smalhart zijn hier naartoe gekomen. Harry zei iets in een vreemde taal tegen de wasbakken die daar staan, en toen opeens gingen ze open. En weet je, hij heeft gezegd dat als hij daar beneden sterft, hij samen met mij het toilet wil delen.' Ik voel het bloed uit mijn gezicht wegtrekken, sterven... beneden... 'Bedankt Jenny!' roep ik nog snel voordat ik ook in het gat spring. Ik glij door allerlei buizen en voordat ik hard de grond raak klap ik mijn vleugels uit en kom voorzichtig neer. Gatver, het stinkt hier naar dode dieren. Ik loop verder en opeens dringt alles tot me door. Harry is een sisseltong, hoort al enige stemmen uit de muren, kan de poort openen met sisselspraak... hoe heb ik dat over het hoofd kunnen zien! Het beest in de geheime kamer is een Basilisk! Hij beweegt zich voort door de buizen... maar zijn ogen zijn dodelijk, dus waarom zijn Hermelien, Kasper, Joost en mevrouw Norks dan versteend? Ik probeer terug te denken aan wat ik toen allemaal heb gezien. De dag dat mevrouw norks versteend was lag er water in de gang... Kasper had een camera... Joost was bij haast onthoofde Henk... en Hermelien had een spiegel bij zich. Niemand heeft hem recht aangekeken. Behalve ik, maar ik kan alleen maar aan een natuurlijke dood sterven, dus daarom viel ik flauw. Ik ben zo erg aan het denken dat ik niet door heb dat ik opeens oog in oog sta met Ron. Naast hem zit Gladianus een beetje versuft om zich heen te kijken. 'Ron! Gelukkig, ik was bang dat ik je niet zou vinden! Waar is Harry? En... wat doet meneertje gladjanus op de grond?' Ron moet lachen als ik het woord gladjanus zeg. 'Nou, Harry, Gladianus en ik zijn hebben de geheime kamer ontdekt. Dat was zeker nodig want... mijn zusje is meegenomen naar de kamer.' 'Wat!' Ron kijkt met tranen in zijn ogen naar beneden en ik leg troostend mijn hand op zijn schouder. 'Geen zorgen Ron, het komt allemaal goed.' Nu pas merkt Gladianus mij op. 'O, dag schone dame, kun je mij vertellen wie ik ben en wat ik hier doe?' Verbaasd kijk ik hem aan. 'Wat is er met hem aan de hand?' Ron vervolgd zijn verhaal. 'Toen we de kamer hadden ontdekt sprongen we er in en kwamen zo hier. Gladianus viel onderweg flauw.' 'Hij viel flauw!? Wauw, wat een held zeg!'(Sarcastisch). 'Ik heet dus Gladianus, leuke naam al zeg ik het zelf...' Ik voel dat ik nu echt pissig wordt. 'Kun je voor één minuutje je mond dicht houden!!!!' roep ik boos. Gladianus houdt geschrokken zijn mond. 'Maar hij deed alsof, toen pakte hij mijn toverstok en wilde ons geheugen wissen, maar zoals je weet is mijn stok kapot dus...' 'Laat me raden, de spreuk raakte hem in plaats van jullie.' 'Ja, door de klap storte een deel van de gang in en zat Harry opgesloten aan de andere kant. Ik moest van hem de stenen weg halen, maar dat gaat nog wel even duren ben ik bang...' 'wacht, laat mij maar even.' Ik pak mijn toverstok en roep: 'bombarda maxima!' Mijn spreuk raakt de stenen en er klinkt een harde knal. De stenen vallen uit elkaar en er ontstaat een opening. Ik loop er doorheen en Ron ook, maar ik hou hem tegen. 'Nee Ron, dat is te gevaarlijk. Mocht je iets verdachts zien, geef dan een gil en dan kom ik. Hij knikt. Ik loop door terwijl ik een aantal keer de naam van Harry roep, maar ik krijg helaas geen antwoord. Dan verschijnt er aan het einde van de gang een deur met allemaal slangen er op. Gelukkig is hij al open. 'Harry!' roep ik nog een keer door de gang. Ik stap voorzichtig naar binnen en kijk mijn ogen uit. De kamer is heel groot. Alles is donkergroen en overal ligt water. En dan zie ik het... Ginny ligt bewusteloos op de grond, en er staat iemand naast. 'Harry?' vraag ik voorzichtig. De jongen draait zich om. Alleen is het Harry niet... het is Marten Vilijn!
JE LEEST
de ravenvrouw
Fanfictionyasmien ravenhart is een lerares op zweinstein. ze heeft een paar bijzondere gaven. Ze kan met raven praten, ze heeft een raven amulet waarmee ze raven kan oproepen en ze heeft ravenvleugels. kortom: alles met raven. en er is nog iets bijzonders aan...