het gevecht

243 19 3
                                        

Ik sta verschrikt naar Marten te kijken. 'Marten! Nee, dat kan niet! Je moet een herinnering zijn!' Hij glimlacht hatelijk. 'Dat klopt.' Ik kijk hem argwanend aan. 'Waar is Harry?' 'Hopelijk nu in de hemel' zegt hij met een triomfantelijk gezicht. 'Wat! Jij ongelofelijke...' maar verder kom ik niet want Harry komt met grote snelheid aanrennen. 'Harry!' Hij ziet mij ook en roept: 'Yasmien help me! We moeten hier weg voordat de basilisk...' op dat moment komt de basilisk uit de grond en schreeuwt woedend door de kamer. O jee, dat beest is enorm! Alleen valt me op dat hij geen ogen meer heeft, dus hij kan niemand meer doden. Gelukkig. Marten Vilijn zegt iets in sisselspraak tegen de basilisk. Aan Harry's gezicht te zien is het iets ergs. Harry maakt een schijnbeweging en pakt de soteerhoed die op de grond ligt en haalt er een zwaard uit. En ik weet ook al welk zwaard, het zwaard van Griffoendor! Alleen een ware griffoendor kan dat uit de hoed toveren. Trots sta ik naar Harry te kijken, tot dat ik besef dat het daar nu niet het moment voor is, want de Basilisk wil Harry aanvallen. Ik spreid mijn vleugels uit en vlieg omhoog. Ik moet hem helpen! Ik pak een steentje dat op de grond ligt en gooi het tegen het hoofd van de basilisk, die woedend zijn kop richting mij draait. 'Hé, stomme slang! Kom me maar halen!' De basilisk schreeuwt en glijd naar me toe. Snel vlieg ik een van de buizen in en roep nog snel naar Harry: 'ga bovenop het grote beeld staan, ik kom er zo aan!' De basilisk is snel, maar ik ben nog sneller. Ik vlieg door alle buizen en kom uiteindelijk weer terecht bij Harry en Marten Vilijn. Maar veel tijd om te rusten heb ik niet, want de basilisk komt achter me de buis uit en stormt op Harry af. Harry schrikt zo dat hij het zwaard laat vallen. Ik maak een duikvlucht en vang het zwaard op. Daarna gooi ik het weer terug naar Harry, die het zwaard vervolgens in de mond van de basilisk steekt. De basilisk schreeuwt het uit en valt dan dood neer op de grond. Ik vlieg naar Harry toe, want hij houdt zijn hand pijnlijk tegen zijn arm. 'Laat mij eens kijken.' Voorzichtig haalt hij zijn hand weg. O jee! Één van de tanden van de basilisk is in de arm van Harry blijven steken. 'We moeten zo snel mogelijk naar Madam Plijster toe! Het gif van een Basilisk verspreid zich snel.' Marten Vilijn's lach schalt door de kamer. 'Begrijp je het niet Yasmien? Of wil je het soms niet geloven? Je komt nooit meer op tijd. En zelfs als het je lukt, ben je alsnog te laat om Ginny te redden. En dan ben ik niet langer meer een herinnering, en zal heer Voldemort herrijzen!' Woedend kijk ik hem aan. Met pijn in mijn hard besef ik dat hij gelijk heeft. Zelfs als ik Harry op tijd weet te redden, ben ik alsnog te laat voor Ginny. Ik kijk naar het bijna levenloze lichaam van Ginny. En dan zie ik het... het boekje dat ik een paar maanden geleden in het meisjes toilet heb gevonden. Het is een gruzielement, dus dat betekent dat ik het kan vernietigen! 'Mag ik die tand even lenen Harry?' Harry trekt hem uit zijn arm zonder vragen te stellen en geeft hem me. Dan vlieg ik naar het lichaam van Ginny en pak het boekje onder haar arm vandaan. (Ik heb weer het gevoel alsof mij hand in brand staat maar ik negeer het) Ik sla het open, hou de tand er vlak boven en kijk Marten spottend aan. Als hij beseft wat ik wil gaan doen roept hij: 'nee! Wacht! Niet doen!' Maar het is al te laat. Ik steek de tand in het boekje en er verschijnt een felle lichtstraal in het lichaam van Marten. Nog één keer. Ik sla het boekje dicht en steek de tand heel diep in de voorkant. Een schreeuw vult de kamer, en dan... is Marten Vilijn verdwenen. Ginny wordt naast mij geschrokken wakker en kijkt om haar heen. Als ze mij ziet zitten stort ze zich huilend in mijn armen. 'Professor Ravenhart, het spijt me zo! Ik heb de geheime kamer geopend en...' maar ik onderbreek haar. 'Geen zorgen Ginny, leg het straks allemaal maar uit, maar eerst moeten we Harry helpen.' Harry komt al strompellend aanlopen en valt neer. Ik ren naar hem toe. 'O nee! Harry, blijf erbij! We moeten naar de ziekenzaal!' Dan hoor ik opeens een hoge schreeuw door de kamer en komt Felix, de feniks van Perkamentus aanvliegen en land neer bij Harry en mij. 'Bedankt Felix, je bent erg moedig geweest' zegt Harry met zijn laatste krachten. Felix begint te huilen en houdt zijn hoofd boven Harry's arm, zodat zijn tranen op de wond vallen. De wond gaat langzaam dicht en enthousiast roep ik: natuurlijk! Feniks tranen hebben magische krachten! Je bent gered Harry!' Harry lacht en geeft me een knuffel. Dan richt ik me tot Felix. 'Felix, zou je... een paar van je tranen aan mij af willen staan? Ze kunnen nog altijd handig zijn, mocht iemand nog eens dodelijk gewond raken.' Felix knikt en ik pak snel een buisje uit mijn tas. Ik hou het onder het oog van Felix en hij laat zijn tranen er in druppelen. 'Dankje Felix' zeg ik en aai hem over zijn kop. 'Kom, we moeten terug naar Ron en Gladianus.' Samen rennen we terug en komen uiteindelijk bij Ron uit. 'Ginny! Harry! Yasmien! Jullie leven nog!' roept hij blij. 'Ja, op het nippertje. Maar nu moeten we echt terug naar boven. Ron en Harry, jullie pakken de poten van Felix vast en Ginny en Gladianus vliegen samen met mij naar boven.' Ze knikken en als iedereen op zijn plaats is, is het tijd om op te stijgen. 'Hou jullie goed vast' zeg ik tegen Ginny en Gladianus, en ik voel hoe Ginny bijna mijn hand plat knijpt. Ik spreid mijn vleugels uit en vlieg omhoog, maar ik val bijna weer terug, omdat Gladianus mijn hand maar heel losjes vasthoud. 'Ik zei GOED vasthouden idioot!!!' Eindelijk schijnt hij het de beseffen en pakt mijn hand stevig vast. Ik vlieg verder en onderweg roept Gladianus: 'geweldig! Dit lijkt wel magie!' Ik rol met mijn ogen en Ginny moet lachen.

Eindelijk zijn we boven en rennen met z'n allen naar de ziekenzaal, want Gladianus en Ginny hebben nog verwondingen. Onderweg bots ik tegen iemand aan. Het is Severus...

de ravenvrouwWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu