Deel 3

1K 35 10
                                    

  -----Eva-----
"Marion..." Lang heb ik getwijfeld. Helemaal nadat Wolfs mijn idee afgekapt had, volgens hem heeft het toch geen zin. Maar ik voel dat ik het moet het doen. Voor mezelf. "Wil jij mee naar het ziekenhuis?"
"Nu?" Verbaasd draait Marion haar hoofd om. Nadat ze een paar schoenen uit haar locker heeft gepakt, hangt ze haar armen over het deurtje en kijkt me al leunend aan.
"Ik wil even op bezoek bij dat meisje, Mirte. Wolfs vindt het niet nodig om langs te gaan voor ze is bijgekomen, dus hem hoef ik niet te vragen. Ik dacht, misschien wil jij..."
"Waarom ook niet?" Haar schouders rechtend knikt Marion. Een golf van opluchting gaat door me heen. Het doet me goed dat ze dit voor mij wil doen. Naast collega's zijn we ook goede vriendinnen geworden sinds we met elkaar werken. Marion is als de moeder die ik nooit heb gehad en een vriendin in één. Met de beste eigenschappen van beide.
"Echt? Bedankt!" Glunder ik blozend. "Wat?" De veertiger kijkt serieus. Haar rode krullen veren lichtjes op en neer bij het bewegen van haar hoofd. Marion heeft iets vertrouwds, iets burgerlijks, over zich, ze is een fijn persoon. "Wat is er?" Probeer ik nogmaals nadat ik geen antwoord krijg. Mijn collega kijkt me nog steeds met opgetrokken wenkbrauw aan.
"Oh, niks..." Marion wuift het lichtjes weg. Snel sluit ze haar locker af zodat we kunnen vertrekken, maar ik maak nog geen aanstalten om te gaan. Ik ben nu veel te nieuwsgierig naar wat ze me zojuist wilde vertellen.
"Marion! Zeg het maar hoor..." Ik begrijp niet zo goed waarom ze ineens terugkrabbelt. Het was toch duidelijk dat ze net iets wilde zeggen.
"Eva... Ik wil me er niet mee bemoeien, maar, je duwt Wolfs zo van je af..." Brengt Marion voorzichtig. Ze lijkt te twijfelen om er over te beginnen en ik twijfel of ik wel door had moeten vragen. Eerlijk gezegd wil ik het er liever niet over hebben. Niet nu, althans. Misschien wel omdat ik weet dat ze gelijk heeft. "Wolfs bedoelt het allemaal goed hoor, Eva. Hij doet echt zijn best."
"Nou misschien is het beste dat hij heeft gedaan juist wel stoppen met zich zo om mij te bekommeren." Bijt ik terug. Het klinkt harder dan ik bedoel, een ongewilde reactie, ik schrik er zelf bijna van. Het is niet eerlijk tegenover Marion om er tegenin te gaan want hoe graag ik het ook anders had gezien, ze heeft nog gelijk ook. "Sorry... 'k ben echt onredelijk tegen hem geweest he, de laatste tijd?" Zucht ik serieus. Inderdaad, het afgelopen jaar heb ik me alleen maar verder van hem afgezonderd.
"Nou... Ja... Je zou eens met hem kunnen praten..." Marion brengt het nog steeds voorzichtig.
"Wie weet... Zullen we gaan?" Rustig schud ik het onderwerp van me af en wend de richting van het gesprek honderdtachtig graden terug naar het hier en nu. Tot mijn opluchting, aan de andere kant had ik ook niet anders verwacht, gaat Marion er niet over door. Ze glimlacht even waarna we het bureau verlaten.
Dit is belangrijk voor me. 'k Weet niet waarom, maar ik moet het gewoon doen. Iets in mij maakt dat ik niet anders kan. Misschien om het af te sluiten, of zit er een deel verwerking achter. Medelijden waar een klein beetje schuldgevoel doorsluimert wellicht, het is niet te duiden. Mirte wordt nog in slaap gehouden, zoals ze bij mij ook hebben gedaan, dus voor nieuwe informatie hoef ik het zeker niet te doen. Het is puur voor mijzelf. Met opgeheven hoofd stap ik in de auto, op weg naar het meisje.

 


-----Wolfs-----
"Hee..." Begroet Eva mij zachtjes. Met een lompe zwaai werpt ze haar jas naar de kapstok. Nogal uit de richting, het ding valt op de grond.
"Hee, Eef." Hum ik wat, slechts een enkele seconde kijk ik op van de krant die ik aan het lezen ben. Rustig aan de keukentafel zittend laat ik m'n ogen over het nieuws van de dag glijden. De meest heftige, actuele stukken met grote kleurenfoto's wisselen zich af met diepgaande, opiniërende artikelen. Niets wat specifiek mijn aandacht trekt, het is meer uit ontspanning en gewoonte dat ik het lees.
"Ik ben langs Mirte geweest, Wolfs." Rond de tafel is plaats genoeg, maar Eva komt vlak naast me zitten. Blijkbaar verwacht ze dat ik er over door vraag. Verwachtingsvol kijkt ze me aan.
"Oh.. En? Hoe was het?" Over het randje van mijn leesbril werp ik haar een blik toe. De bril in combinatie met het licht grijzende haar doen mij een oude man lijken. Of althans, dat is mijn mening. Eva had er anders over gedacht toen ik er een jaar of twee geleden aan was gegaan. Zoals altijd bekeek ze het praktisch nut ervan, en bovendien had ze meer dan eens duidelijk gemaakt dat het me niet misstaat. Integendeel, ze vindt het wel wat hebben.
"Ze ziet er slecht uit... Maar 't komt wel weer in orde." Knikt Eva. Licht gespannen friemelt ze met haar vingers. Het is nu mijn beurt om haar vol verwachting een blik toe te werpen. Zoals ik al merkte wil ze het blijkbaar kwijt, maar er valt een stilte. Net op het moment dat ik denk dat ze in haar oude gedrag hervalt, zwijgen, praat ze verder.
"Ik vond het fijn, Flo... Voor mezelf, het voelde goed."
Zodra die woorden uit haar mond komen, leg ik de krant neer. Blijkbaar wil ze praten. Hoe en wat weet ik ook niet, maar ik ben al zeer dankbaar dat ze überhaupt uit zichzelf ergens over begint.
"Nou, dat is mooi... Dat... Zeg, Eef..." Ik buig voorover en neem haar handen in de mijne om het zenuwachtige getik te stoppen. Bewust passief, heel miniem duik ik iets in elkaar om te voorkomen dat ze dicht zou klappen.
"Vertel verder..."
"Dat had ik nodig. Het voelde goed en het was nodig. Raar hè?" Zucht Eva met een glimlach. Zo raar vind ik het niet, helemaal niet zelfs. "Het spijt me dat ik zo kortaf ben geweest de laatste tijd. De personen die dicht bij me staan duw ik van me af. En dat is fout, Wolfs, ik weet het..." Er klinkt ver iets van pijn in Eva's stem. Nooit heb ik haar vertrouwen beschaamd, maar op het moment dat ze het moeilijk had en ik er voor haar wilde zijn, zette ze zich keihard tegen mij af. Dat raakt mij ook. Ze heeft een enorme muur aan zelfbescherming opgebouwd. En de laatste maanden is die zelfs voor mij te hoog geweest om haar nog te kunnen bereiken.
"Weet je, ik dacht dat ik er overheen was. Alle nare gedachtes had ik verdrongen, heel diep weggestopt... Maar ze zitten er nog." Slikt Eva, al weet ik dat ze nooit kunnen en zullen verdwijnen. Wel slijten, het zal draagbaar worden, maar voor altijd een deel van haar uitmaken. Voor altijd in een plaats, zo diep en zo zwart, dat niemand het ooit zal kunnen vinden. Maar vertel dat maar eens aan iemand die het niet wil horen.
"En de laatste dagen, met Mirte... Ik dacht dat ik gek werd. Alles kwam weer terug, het was alsof ik het opnieuw beleefde. Afgelopen nacht kwam alles boven, ik was zo bang, en zo kwaad... " Een traan rolt over Eva's wang naar beneden.
Langzaam wrijf ik met mijn duim over de rug van haar hand. Ik zie dat Eva het moeilijk heeft, het is tegenstrijdig. Enerzijds wil ik haar stoppen, zeggen dat ik het allemaal begrijp. Haar stevig in mijn armen sluiten en wel duizendmaal zeggen dat het goedkomt. Natuurlijk valt het op dat de hele zaak met Mirte haar aangrijpt. Maar zoals ze zelf heeft aangegeven is ze niet labiel, ze is prima in staat om te werken. Ook dat merk ik, ze gaat tot het uiterste en nog iets verder, er is geen rede om haar volledig van de zaak te halen.
Anderzijds moet ik Eva laten praten. Juist nu ze dit deelt is het goed haar haar verhaal te laten doen. Laat haar maar, haar emoties uiten, ze hoeft zich voor mij niet groot te houden. Het zal alleen maar opluchten.
"Ik ben blij dat je dit met me deelt." En dat is nog zacht uitgedrukt. Blijkbaar is er toch iets veranderd, een knopje in haar omgegaan. Want ik ben zeker, heel zeker, dat Eva altijd heeft geweten dat ze bij me terecht kan. Voor wat dan ook, en altijd. Ze is er nog niet aan toe geweest, zij moet uiteindelijk zelf de stap nemen. En godzijdank doet ze dat nu, want wat heb ik met mijn handen in het haar gezeten. Na wat er een jaar geleden gebeurde was ze nog meer gesloten geweest dan anders. Aanvankelijk nog niet, maar het sloop er langzaam in en de laatste maanden werd het alsmaar erger. Vol afschuw keek ik aan hoe ze worstelt met iets waar ik geen idee van heb. En ik stond en sta machteloos langs de zijlijn. Ze wilde niet geholpen worden.
"Jij wilt zo graag dat meisje helpen, en dat snap ik. Ik snap het volkomen, maar vergeet niet dat ook jij hulp nodig hebt, Eef." Ietwat beduusd knikt ze.
"Om deze zaak op te lossen, moet ik eerst met mijn eigen pijn afrekenen." Knikt Eva wijs terwijl nog een traan naar beneden rolt.
Zacht streel ik haar gezicht. Zo open en kwetsbaar zie ik haar zelden. Die hoge muur van haar houdt ze overal en altijd op. Het uit zich in haar manier van kleden, bewegen en doen. Altijd harder overkomend dan ze diep van binnen is, zichzelf vermannend. Een stuk assertiever dan de minuten ervoor trek ik haar tegen me aan. Rustig streel ik door haar haren. Het komt wel goed. Ze hoeft het niet alleen te doen. Zachtjes fluister ik in haar oor. Meestal duurt het maar even voor ze het niet langer accepteert, dus koester ik een zeldzaam moment als dit.

Heden en Verleden  -  Flikken MaastrichtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu