Deel 13

1K 40 24
                                    

-----Eva-----
"Goh... Dat is hem dus." Mompelt Marion zachtjes. "Heeft hij al bekend?"
"Bijna alles." Mompel ik. Geconcentreerd volg ik het verhoor dat collega-rechercheurs Frits en Erik voeren. Al was een bekentenis niet eens meer nodig, bewijs is er genoeg.
"Gaat het, Eva?" Vraagt Marion bezorgd, maar ik kan haar geruststellen. In tegenstelling tot wat ik had verwacht, kan ik mij aardig beheersen. "En tussen jou en Wolfs...?" Vraagt ze door.
"Ja... Wel oke." Slik ik, maar de waarheid is dat ik het niet weet. Hij heeft nog altijd geen woord vuil gemaakt aan dat briefje. En op de werkvloer gaat het prima, maar geen van beide zal tijdens het werk iets laten merken. Dus weet ik het niet.
Alsof we het over de duivel hebben komt Wolfs nog geen minuut later het donkere observatiekamertje binnengestapt. Na een korte begroeting schaart hij zich achter mij. Zijn adem wordt uitgeblazen in mijn nek. Ik voel hem heel lichtjes tegen mij aan, zijn lichaam tegen de mijne. Geen bewust contact, maar meer een moeten vanwege het ruimtegebrek. Mijn nekharen gaan ervan overeind staan. Ik weet niet wat ik moet voelen, die kriebel in mijn buik, of de aantrekkende spanning die zijn aanwezigheid veroorzaakt. Ik besluit het laatste te negeren. Ik heb Wolfs meer nodig dan ik toe zou willen geven. Ik heb hem nodig, en ik houd van hem.
Net wanneer ik naar buiten wil stappen om een luchtje te scheppen, laat Marion ons alleen. Wolfs komt naast me staan en stilzwijgend volgen we de conversatie die in de verhoorkamer gaande is.
"Niet te geloven... Perry en Tom wisten er van. Ze wisten het, Wolfs, maar ze hebben niets gedaan..." Slik ik. Op wat details na is het precies zoals ik had uitgedacht. Patrick is de mindere halfbroer van Tom en Perry. Door zijn misvormde oor heeft hij zich nooit zeker gevoeld met vrouwen. En om die onzekerheid te verbloemen zorgde hij zelf dat hij aan zijn trekken kwam. Het begon met prostituees, bezoekjes aan bordelen, maar al snel wilde hij meer. Langer. Mij. Mirte.
Toen Perry er achter kwam wat Patrick uitvrat, heeft hij de drugshandel in de panden opgezet als afleidingsmanoeuvre. Beide keren, om zijn broer te stoppen en zodat wij gevonden zouden worden. En Tom was ook bereid zijn halfbroer te helpen. Hoe kon het ook anders dan dat hij als arts de eerste zorg over ons kreeg en zo DNA-materiaal kon vernietigen.
"Hoe voel je je?" Vraagt Wolfs een minuut of wat later, maar zonder om te kijken. Zijn blik blijft strak op Patrick, Erik en Frits gericht.
"Dat weet ik niet." Deel ik hem mee. Nu kijkt hij mij wel aan, twee seconde, en staart dan weer voor zich uit. Nonchalant snift hij even, maar zegt nog niets.
"Dat is nou juist jouw probleem, Eva van Dongen." Een schok trekt door mijn lichaam na het horen van mijn hele naam. Het klinkt afstandelijk. Tenminste, zo vat ik het op, want Wolfs' stem klinkt niet hard of boos. "Als jij iets niet weet, dan zeg jij niets. Jij twijfelde of ik Mirte had verkracht en bedenkt een of andere theorie. Je had het me kunnen vragen, Eva."
"Alsof er met jou te praten valt." Bijt ik van me af.
"Nee, jij had mij gewoon niet geloofd als ik het je had gezegd. Want dat heb ik namelijk ook gedaan toen je het me vertelde." Drukt Wolfs me met mijn neus op de feiten.
Er valt niet op te reageren. Hij heeft gelijk en dus zeg ik maar niets. Met iedere vraag die de rechercheurs aan Patrick stellen en met ieder woord dat hij antwoordt voel ik mijzelf verder afglijden. De muur om mij heen begint langzaam barsten te vertonen.
"Kom eens hier." Sommeert Wolfs. Het irriteert me bijna dat hij zonder te kijken door heeft hoe ik me voel. Hoe hij mijn wisselende gemoedstoestand feilloos oppikt, ook al wil ik het niet laten merken. "Zie je dat het goed is gekomen." Fluistert hij en trekt me even tegen zich aan. Mijn angst om te breken ebt langzaam weg. De woorden die Wolfs zojuist teder uitsprak klinken als vergiffenis in mijn oren.
"Mirte is oké, Patrick zal worden voorgeleid en Perry en Tom vast en zeker ook... Ik hoop dat je het langzaam af kunt sluiten, Eef."
"Wolfs, ik weet dat ik het je niet gemakkelijk heb gemaakt..." Geef ik toe. "En dat ik niet alles met je heb gedeeld dat ik zou moeten delen, en dat ik zo mijn twijfels had..." Ik sluit kort mijn ogen en overga de opties die ik heb om te brengen wat ik wil zeggen. Uiteindelijk komt het zonder bij na te denken. "Maar er is één ding waar ik na dit alles heel zeker over ben." Nieuwsgierig werpt Wolfs me een blik toe. Zijn ogen staan een stuk zachter en opener dan toen hij binnen kwam lopen. Ondanks het gebrek aan licht zie ik zijn lippen lichtjes op en neer bewegen, zonder daarbij geluid te maken. "En dat is ons." Ik houd me niet langer in en druk mijn lippen op de zijne. Ondanks alles is Wolfs begripvol voor me geweest, liefdevol, geduldig. Ik houd van hem en ik wil hem niet verliezen om wat er is gebeurd. Wat geweest is, is geweest. We leven nu in het heden.



Zo, we sluiten af met een stukje Eva! Dit was het einde. Maar niet getreurd, ik heb een (al zeg ik het zelf) geweldig verhaal voor jullie in het verschiet. Morgen of overmorgen zal ik beginnen die te plaatsen. Het is kort, het is anders, maar ik hoop wel dat jullie het kunnen waarderen!

Nog een laatste reactie kun je hier onder achterlaten, vind ik leuk! Bedankt voor het lezen :)


Heden en Verleden  -  Flikken MaastrichtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu