Toen ik weer wakker werd, was er nog steeds niemand. Ik dacht meteen aan het gesprek dat ik met Haymitch gevoerd had. En ik had nooit gedacht dat ik ooit sympathie voor hem zou voelen. Het was echt vreselijk wat hij allemaal heeft moeten doorstaan. Ik was zo blij dat Cato en ik allebei nog leefden. Wij hadden in ieder geval elkaar nog. Heel even overwoog ik om Finnick op te roepen, zodat hij me een dosis pijnstillers kon geven waardoor ik een tijd niks meer voelde. Maar toen bedacht ik me dat ik nog met Peeta zou praten en ik wilde echt niet gevoelloos zijn tegenover hem. In de arena had ik nooit zo veel aan hem gedacht, maar ik was ontzettend blij dat hij ook nog leefde. Waarschijnlijk had ik nooit aan hem gedacht, omdat ik dan teveel gehecht aan hem raakte. En toen wist ik zeker dat ik iedereen kwijt zou raken. Ik zuchtte. Als ik had geweten dat alles zo af zou lopen, was ik er vaker voor Peeta geweest. Dan hadden we misschien zelfs vrienden kunnen worden. Maar dat kon nog steeds, toch? Of was hij boos op me? Er werd op de deur geklopt. Ik had geen idee wie het was. Het kon eigenlijk iedereen zijn. ‘Kom maar binnen,’ zei ik. Heel even gebeurde er niks en ik vroeg me af of ik wel hard genoeg gepraat had, maar toen ging de deur open. Ik zag Peeta.
Er verscheen meteen een glimlach op mijn gezicht. ‘Peeta!’ Hij kwam nogal onhandig binnenlopen en ik zag dat hij krukken had. ‘Hoi.’ Ik fronste. ‘Alles ging toch goed met je?’ Hij sloot de deur en liep naar het stoeltje dat naast mijn bed stond. Hij knikte. ‘Ja, maar van de verplegers moest ik met deze dingen lopen,’ zei hij terwijl hij de krukken weg zette. Ik glimlachte. ‘Dat moest zeker van Finnick.’ Peeta knikte. ‘Hij is gewoon bezorgd, dat weet ik. Maar ik kan prima zelf lopen.’ Mijn glimlach ging over in een grijns. Peeta was niet zo’n aansteller. Hij zou nooit zeggen dat hij ergens pijn had, als dat helemaal niet zo was. Ik trouwens ook niet. ‘Zo,’ zei hij. ‘Dus..’ Ik wist ook niet echt wat ik moest zeggen. ‘Lig je lekker?’ Ik schoot in de lach. ‘Wat?’ Ik glimlachte. ‘Of ik lekker lig?’ Peeta haalde zijn schouders op. ‘Weet ik veel.. wat moet ik anders zeggen?’ Hij was al net zo onhandig als Haymitch. Ik schudde lachend mijn hoofd. ‘Ja, ik lig best lekker.’ Ik keek hem even onderzoekend aan. Hij zag er enorm vrolijk uit. Héél anders dan de jongen die ik tijdens de trainingsdagen had gezien. Het maakte me een stuk opgewekter. Ineens werd zijn blik heel serieus. ‘Ik ehm.. ik wil je graag bedanken.’ Ik fronste. ‘Waarvoor?’ Hij keek me strak aan. ‘Dat je mijn leven hebt gered.’ Had ik zijn leven gered? Wanneer dan? ‘Snap je dat echt niet? Bij de Hoorn, toen je mijn naam riep.’ ‘Oh.’ Ik begreep het. Bij de Hoorn zag ik Clove op hem afrennen met het mes. Toen had ik zijn naam geroepen. Had ik daarmee zijn leven gered?
‘Nou, graag gedaan dan,’ zei ik een beetje onhandig. Er viel een korte stilte die een beetje ongemakkelijk was. We wilden allebei niet over de arena praten, maar we wisten dat dat onvermijdelijk was. ‘Peeta, hoe heb je jezelf in leven gehouden, al die tijd?’ Hij haalde zijn schouders op. ‘Ik zwierf gewoon een beetje rond en ik zocht naar eten. Meestal at ik bessen. Maar omdat ik al die tijd geen fruit had gegeten, kwamen er zweren op mijn benen en die knapten open. Ik kon moeilijk lopen, vandaar dat ik naar de Hoorn toe ging. Ik wist dat het hoe dan ook mijn dood zou worden. Althans, dat dacht ik.’ Ik knikte. ‘Bij de Hoorn, toen je de zak met twaalf erop had..’ begon ik. ‘Je keek om je heen. Was je op zoek naar mij?’ Hij knikte langzaam. ‘Ja. En ik dacht dat Clove en Cato die van hun al hadden, omdat die van twee al weg was.’ Heel even voelde ik me schuldig. Wat zou Peeta hebben gedacht toen Cato en ik samen uit de bosjes verschenen? Had hij zich verraden gevoelen? ‘Peeta, er is iets dat ik je moet vertellen..’ begon ik. Zou hij het al weten van Cato en mij? Ik betwijfelde het. ‘Cato..’ Hoe moest ik dit zeggen zonder dat het raar op hem overkwam? ‘Hij en ik..’ Peeta schudde zijn hoofd naar me, als teken dat ik moest stoppen met praten. ‘Dat weet ik al.’ Er verscheen en klein glimlachje op zijn lippen. ‘Dat had ik trouwens al door toen we bij de Hoorn waren.’ Oh ja, heel Panem had gezien hoe ik bereid was om mijn eigen leven voor dat van Cato te geven. Ik knikte. ‘En je vindt het niet raar?’ Peeta schudde glimlachend zijn hoofd. ‘Nee, waarom? Jullie zijn echt voor elkaar gemaakt. Hij heeft drie keer je leven gered. En bovendien, hij-’ ‘Wat zei je net?’ Onderbrak ik hem. Had hij zojuist gezegd dat Cato drie keer mijn leven had gered? ‘Hoe weet je dat?!’
Peeta haalde zijn schouders op. ‘Ik heb al een aantal beelden gezien van de Spelen.. Haymitch wilde me alles uitleggen.’ Ik knikte vaag. ‘Wat heb je allemaal al gezien?’ Hij keek me aan. ‘Dat hij drie keer je leven heeft gered en.. en dat hij jou ging zoeken.’ Hij wilde de gebeurtenis van Rue niet noemen, omdat hij dacht dat het te pijnlijk voor me zou zijn. Dat zag ik in zijn ogen. Het was ook wel pijnlijk trouwens. ‘En dat jij zijn leven hebt gered.’ Oh ja, ik had Glimmer doorboord met een pijl. ‘Verder niet?’ Peeta schudde zijn hoofd. ‘Nee, dat bewaren ze voor de interviews..’ ‘Interviews?!’ Ik keek hem vragend aan. Zijn gezicht vertrok. ‘Oh shit, dat had ik helemaal niet mogen zeggen..’ ‘Je hebt het nu toch al gezegd, dus kun je het maar beter uitleggen.’ Hij knikte. ‘Oké. Als we allemaal weer hersteld zijn, reizen we terug naar het Capitool. Daar houdt Caesar weer een interview met ons. Dat doet hij altijd met alle winnaars, weet je nog?’ Ik knikte. Plotseling was ik bang voor wat er zou komen. Hoe zou iedereen reageren op ons drie? Peeta haalde me uit mijn gedachten door te zeggen: ‘Zo, dus wanneer gaan jullie trouwen?’ Ik schoot in de lach. ‘Wat?’ Peeta grijnsde. ‘Ja wat? Wat moet ik anders zeggen?’ Ik schudde lachend mijn hoofd. ‘Ik weet nog wel iets te zeggen,’ zei ik. ‘Bedankt dat je er bent. Door jou voel ik me veel beter.’ Ik legde mijn hand even op de zijne. Hij was warm. Peeta glimlachte naar me. ‘Dat is mooi.’ Ineens bedacht ik me dat Peeta misschien toch altijd mijn vriend is geweest. Tijdens de Spelen hadden we het niet aangedurfd, maar ik voelde dat dat nu ging veranderen. We waren hard bezig om écht vrienden te worden.
‘En.. nog een hapje voor Haymitch!’ Peeta bracht de lepel waar pudding op zat naar mijn mond. Ik schoot in de lach. ‘Je hoeft me echt niet te voeren, hoor. Dat kan ik heus wel zelf.’ Hij grijnsde. ‘Weet ik, maar ik vind het leuk om te doen. Nu heb ik eindelijk het gevoel dat ik iets voor je terug doe.’ Ik zuchtte. ‘Peeta, hoe vaak moet ik je nog zeggen dat je niks terug hoeft te doen, ik heb je leven niet ge-’ Hij stopte de lepel met pudding in mijn mond. Ik slikte het door en lachte weer. ‘Goed zo,’ zei hij terwijl hij nog meer pudding opschepte. Het was al donker buiten en we hadden net gegeten. We zaten net aan het toetje. Ik vroeg me af of we nu nog steeds in de lucht vlogen, of dat de hovercraft ergens op de grond stond. Maar als dat zo was, dan zou ik wel verplaatst zijn, toch? Hoe dan ook, Peeta is de hele middag bij me gebleven en we hebben gepraat. Niet echt over de arena en ook niet echt over Cato, maar vooral over ons District en wat we allemaal hebben gemist. Hij had me verteld hoe hij opgegroeid was. Op jonge leeftijd leerden zijn ouders hem al bakken in de bakkerij en elke dag kwamen er mensen die net zoveel geld hadden als zij. Hij vertelde me dat hij wel eens eerder contact met me wilde zoeken, maar het nooit echt aandurfde. Ik moest toegeven dat dat voor mij ook zo was. We zagen elkaar alleen maar op school, of een enkele keer als ik zijn vader eekhoorns verkocht. Maar we zeiden nooit echt iets tegen elkaar. Ik was blij dat dat nu veranderd was. ‘Mondje open,’ zei Peeta. Ik glimlachte en deed wat hij zei. Normaal gesproken had ik het erg kinderachtig gevonden om gevoerd te worden, maar nu was het eigenlijk alleen maar grappig. Het enige dat ontbrak op dit moment, was Cato. Ik wilde hem zo graag zien en hem vasthouden. Maar ik wist niet hoe lang het zou duren voor dat weer kon.
JE LEEST
The Hunger Games: The Star-Crossed Lovers Part 2
Fanfiction-Dutch- De winnaars van de 74ste Hongerspelen zijn bekend. Maar waarom zijn er meer winnaars en niet één? Wat gebeurd er verder? Hoe gaat het verder met het leven van Mary en Cato? Zou alles nog worden zoals het was?