Brief 4; verdwijnen

50 6 2
                                    

Vrees niet voor mijn leven. Ik doe geen gekke dingen, dat weet je – correctie – dat weet je niet. Ik deed niets anders dan domme, impulsieve dingen. Ik beloof het je. Ik beloof dat ik de waarheid spreek.

Ik ben oké.


Ik doe geen domme dingen.


Ik gebruik mijn verstand dat ik als rationeel denkend wezen gekregen heb.


Deze keer dan.


Want verdwijnen is zo makkelijk nog niet. Ik heb vele dingen overwogen. Echt heel veel. Waarvan de dood de beste optie leek.


Leek.


De dood is zo makkelijk nog niet Ros. Verdrinking zou een grote grap worden. Ons lichaam wil van nature niet dood Ros. Het is onze geest dat ons ertoe drijft. Daarom zou je de dood ook met je geest moeten aansturen.


De dood aansturen.


Hoe dan?


Goede vraag.


De dood werd van de tafel geveegd. Een ander land spookte tijden in mijn hoofd. Mijn talenkennis is uitermate goed. Ik weet dat als ik mijn opleiding afrond, ik snel een goede baan zou vinden. Maar is dat wat ik wil?


Wil ik keer op keer herinnert blijven aan het pijnlijke leven hier? Aan alle fouten? Wil ik jou ooit nog wel zien?


En het is niet dat ik je niet meer wil zien. Nee, ik zou ontzettend graag naar je toekomen.


Maar het zien van jouw gekwelde ogen.


Ik dacht dat mijn ziel weg was.


Maar het zien van jouw blik.


Het laat mij beseffen dat mijn ziel nog pijnlijk aanwezig is.


HijWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu