Hoofdstuk 9 - Robin

88 14 12
                                    

De zware ademhaling van Tamar zakt langzaam naar de achtergrond. Ik moet eigenlijk inhouden zodat Tamar me weer in kan halen, maar ik weet dat ik Lydia snel moet helpen met de rest van haar wonden. De stof die ik om haar zij heb gewikkeld is al bijna helemaal rood van het bloed. We moeten sneller gaan lopen, maar dat kan Tamar niet bijhouden.
     Ik houd iets in en ga wat langzamer lopen. Als ik uiteindelijk helemaal stil sta draai ik me om. Een heel stuk achter me zie ik Tamar lopen. Haar grote ogen kijken vermoeid om zich heen. Ze ziet er zo breekbaar uit. Ik blijf rustig wachten tot Tamar weer naast me loopt.
     ''Geef die maar aan mij.'' Ik wijs op de tas op haar rug. Met een dankbare glimlach laat ze de rugtas van haar schouders glijden. Ze knikt even naar Lydia en ik snap meteen wat ze bedoeld. Ik leg Lydia voorzichtig in haar armen. Ze houd zich sterk, maar ik zie aan haar dat ze al bijna bezwijkt onder het gewicht van het kleine meisje.
     Snel doe ik de rugtas om en neem ik Lydia weer in mijn armen.

     ''Kom op Tamar, nog een klein stukje.'' Mijn stem klink schor. We lopen nu al ruim een half uur, maar ik weet dat we er bijna zijn. Ik zie de opgeluchte uitdrukking in Tamar's ogen als ze hoort dat we er bijna zijn.
     Ik begin weer te lopen, met nieuwe energie loopt Tamar achter me aan. Haar ogen staan vermoeid maar ze houd zich sterk, ze stopt het weg. Haalt frisse moed naar boven en gaat door. Veel mensen zouden een voorbeeld kunnen nemen aan Tamar. Ze is zo sterk. Ze blijft door gaan, altijd haalt lukt het haar weer om dat kleine beetje positiviteit naar boven te halen die ze nodig heeft om door te gaan. Ik ken haar nog maar kort, maar mijn bewondering voor haar groeit steeds meer.

     ''Wauw'' Een verbaasde kreet ontsnapt uit Tamar's keel. De bomen wijken uiteen en midden tussen al het groen staat een klein houten huisje. Ik grinnik. Erg groot is het niet, maar de verbazing in de ogen van Tamar zorgen er bijna voor dat ik zelf ga geloven dat we voor een prachtig huis staan in plaats van het kleine houthakkers huisje.
     ''Ga maar naar binnen'' zeg ik lachend. Tamar glimlacht verlegen terug, ze loopt naar de deur en legt haar hand zo voorzichtig op de deurklink alsof hij zou kunnen breken als ze niet voorzichtig zou doen. Ze duwt de klink langzaam naar beneden en zwaait de deur langzaam open. Ze zet haar voet over de drempel en kijkt nog een keer vertwijfeld achterom. Ik knik haar bemoedigend toe en ze gaat naar binnen.
     Het huisje is erg klein van binnen, maar ondanks het gebrek aan ruimte toch erg gezellig. Midden in de kamer staat een kleine tafel met een kleine bank en twee stoelen eromheen. Alles ziet er erg oud uit, maar Nesah heeft me geholpen alles een beetje op te knappen. Links achterin de ruimte staan een aantal kastjes en een fornuis, die als keuken moeten functioneren. Verder is er nog een kleine kamer met twee bedden en een kast.
     Achter de slaapkamer ligt een badkamer met stromend water. Ook daar heeft Nesah me mee geholpen. De gedachte aan Nesah herinneren me weer aan de reden waarom ik eigenlijk weg ben gegaan. Zou het goed gaan met pappa en mamma? Zouden ze zich zorgen maken over mij? Ik schud de vragen van me af, ik heb nu belangrijkere dingen aan mijn hoofd.

     Ik leg Lydia voorzichtig op een van de bedden in het kleine kamertje terwijl Tamar vol bewondering rondkijkt.Voorzichtig haal ik de repen stof van Lydia's wond. Het zie er niet goed uit, ik zal hem moeten hechten. Ik strijk met de palm van mijn hand over Lydia's wang.
     ''Het spijt me.'' fluister ik zachtjes.
     Ik loop terug naar het keukentje en zoek even door de kastjes. Ik pak een schone doek. Uit een ander kastje haal ik een aantal pijnstillers en een rol verband. Ik leg alles netjes op het tafeltje en laat wat water in een pannetje koken. Ik zoek in de kastjes naar een naald en een draad.
     ''Tamar, ik heb even je hulp nodig'' Mijn stem klinkt ruw, en mijn handen trillen. Ze draait zich om en kijkt me met vragende ogen aan. Ik geef een knikje in de richting van het kleine slaapkamertje en ze snapt me meteen.
     ''De doek moet nat gemaakt worden. In het pannetje zit warm water.''

     Het water kookt nog niet, dus Tamar maakt de doek zorgvuldig nat. In het medicijnen kastje vind ik naald en draad. Ik leg de naald in het water dat ondertussen al kookt. Als laatste pak ik nog een injectienaald. Ik loop weer terug naar het kleine slaapkamertje. Lydia zit overeind in haar bed en kijkt met grote ogen naar haar zij.
     ''Het ziet er niet goed uit hé?'' Haar stem trilt als ze het bijna fluisterend vraagt.
     ''Nee,'' Ik schud mijn hoofd en kijk haar recht in de ogen ''Ik zal het moeten hechten.'' Ze slaat haar ogen neer en knikt. Ik maak de pijnstiller klaar en vraag dan of ze haar hoofd iets naar links kan buigen. Behendig duw ik de naald onder haar huid en spuit de vloeistof naar binnen. Lydia kijkt me angstig aan.

     ''Het komt goed. Daar ga ik voor zorgen.'' fluister ik zachtjes. Ze glimlacht en pakt mijn hand, ze knijpt er zachtjes in. Dan valt ze met een pijnlijke uitdrukking op haar gezicht terug op het kussen.

----------

hey,

sorry voor de late update :( ik hoop dat dit hoofdstuk het wachten waard was ;) Ik hoor graag wat jullie ervan vonden dus laat een berichtje achter in de comments of stem op mijn hoofdstukken!!

Ik heb nu eindelijk vakantie, dus ik hoop op wat meer updates!!



De BeproevingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu