Hoofdstuk 11 - Robin

63 13 5
                                    

De top van mijn wijsvinger strijkt zachtjes over Lydia's wang. De snee in haar wang is al langzaam aan het genezen, en haar ogen liggen niet meer zo diep in haar kassen als eerst. Mijn vingers vinden een weg naar beneden, en tillen voorzichtig het T-shirt op dat ik haar heb gegeven. Ik haal het verband van de wond, en pak alvast wat pijnstillers. De wond zit netjes dicht gehecht, maar hij ziet er nog steeds niet goed uit. Ik smeer wat kalmerende zalf rond de wond en doe er daarna weer een nieuw verband omheen.
     Lydia trekt fronsend haar wenkbrauwen op. Haar ogen zijn nog dicht maar toch trek ik mijn hand terug. Een kreun ontsnapt uit haar keel, ze knippert met haar ogen. Een glimlach kruipt over mijn gezicht. Langzaam wordt ze wakker. Als ze mij ziet, lacht ze me moeizaam toe. Ze knijpt haar ogen weer dicht en grijpt naar de wond in haar zij. 
     "Niet doen," fluister ik, voorzichtig pak ik haar hand. "Anders gaat het weer open."
     Ze knikt loom. Dan trekt ze haar hand terug en mijn hand valt weer doelloos langs mijn zij. Ze kijkt me vragend aan. Het duurt even tot het tot me doordringt dat ze wil weten hoe de wond in haar zij eruit ziet.
     "Ik heb de wond gehecht, hij ziet er al beter uit dan eerst. Dat is goed want dat betekent dat hij langzaam aan het genezen is." Ze knikt als antwoord. "Ik wilde je eigenlijk een extra pijnstiller geven zodat je wat langer door kon slapen. Maar nu je toch wakker bent wil je misschien ook wel iets te eten."
     Ze glimlacht.
     "Dankjewel," fluistert ze, "voor alles."
     Ik lach en laat plukken van Lydia's haar door mijn vingertoppen glijden. "Ik zal wat eten voor je maken."

Ik laat Lydia's haar los en draai me om. Vlak voordat ik de deur achter me sluit, hoor ik Lydia's stem.
     "Wacht!" Ik doe de deur weer open en kijk vragend in Lydia's ogen. "Kan je me naar de woonkamer brengen?" Ik wil bezwaar maken maar de vastberaden blik in haar ogen vertelt me dat ze niet meer van gedachten zal veranderen.
     "Weet je het zeker?"
     Ze knikt.
     Ik loop naar het bed toe en til Lydia voorzichtig in mijn armen. Ze knijpt haar ogen dicht tegen de pijn. Ik kijk haar aan en ze knikt haastig terug.
     "Gaat goed" kreunt ze. Ik loop de woonkamer in en leg haar voorzichtig op de kleine bank die in het midden van de kamer staat.
     Uit de kastjes van de keuken haal ik een pan en wat gedroogde kruiden. Ook neem ik een klein beetje van het gedroogde vlees en snijd dat in kleine stukjes. Het pannetje giet ik ongeveer halfvol met water en daarna breng ik het op het vuur aan de kook. Als ik de kruiden en het vlees in het water doe, verspreid zich een heerlijke geur door het kleine huisje.
     Ik pak alvast twee kommen uit een kastje, en leg er lepels naast.
Als ik me omdraai zie ik Tamar in de deuropening van het kleine kamertje geleund staan.
     "Hey" haar stem klinkt schor.
     Toen ik klaar was met het hechten van Lydia's wond had ik tegen Tamar gezegd dat ze moest proberen wat te gaan slapen. Ze stribbelde wat tegen maar uiteindelijk had haar vermoeidheid het toch gewonnen en was ze gaan slapen.
     "Wil je ook een kom soep?"
     Ze glimlacht en knikt dankbaar. Ik draai me weer om naar het aanrecht. Ik schenk de kommen vol met soep. Dan zet ik de pan aan de kant en blaas ik het vuur uit. De pan zit nog meer dan halfvol, dus ik kan Lydia en Tamar morgen ook nog een goede maaltijd geven. Daarna zal ik terug moeten om thuis eten te halen. Ik zal mijn ouders weer moeten zien. Ik schud de nare gedachte van me af en ga op zoek naar de schoudertas die ik mee had genomen.

Als ik de tas gevonden heb haal ik er drie broodjes uit. Er blijven er nog zeven over. Ook daar zullen we niet meer zo lang mee kunnen doen. Ik pak de soepkommen en de lepels, Tamar zit al recht in haar stoel, ze strekt haar armen uit naar de warmte van de kom soep.
     Glimlachend rijk ik haar de kom aan. Ze pakt hem gretig aan en slaat even beide handen erom heen. Daarna pakt ze de lepel en begint ze gulzig de inhoud naar binnen te werken.
     Ik leg één van de broodjes voor Tamar op tafel en loop dan naar Lydia. Ze kijkt met grote ogen naar de kom soep in mijn handen. Ze strekt haar goede arm uit om hem aan te pakken, maar ik leg de kom op het tafeltje.
     "Kom, als je overeind zit knoei je niet en dan zitten we ook niet met van die nare brandwonden, dat kunnen we er nu niet ook nog bij hebben" Lydia grinnikt en laat zich gewillig overeind helpen. Dan leg ik de kom soep en het broodje op haar schoot.
     Ik draai me om en ga op de laatste stoel zitten. Ik breek het broodje in mijn handen doormidden. Ik breng een van de helften naar mijn gezicht en laat de heerlijke geur tot me doordringen. Ik breek steeds kleine stukjes af en eet langzaam het broodje op.
     Tevreden kijk ik naar Tamar en Lydia die gulzig de soep naar binnen werken.




De BeproevingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu