''Eathan?'' mijn stem klinkt nog vreselijk schor. Geschrokken kijkt hij op, zijn gezicht staat vol zorgen en ik vraag me af waar hij aan denkt. Er is iets mis, er moet iets mis zijn, anders zou hij toch niet zo kijken, toch?
''Er zijn anderen.''
3 woorden, 1000 gedachten razen door mijn hoofd. Gedachten die te groot zijn om binnen te houden, smeken om naar buiten gelaten te worden. Duizenden vragen. We zijn hier niet alleen.
"Wat?" De woorden vloeien over mijn lippen zonder dat ik er erg in heb. Mensen betekend dat we hier niet alleen zijn, dat
anderen betekend dat zij misschien antwoord hebben. Dat we hier misschien uit kunnen komen.
We zouden hier weg kunnen, naar onze familie
Naar huis.
"Ja." Eathan kijkt me niet aan, maar zijn stem klinkt zorgelijk. "Ik heb ze zelf gezien. Er zijn tenminste drie anderen, maar ik weet zeker dat er meer zijn."
Het vonkje hoop in mijn borstkas, groeit uit tot een klein voorzichtig vlammetje. Een vlammetje dat alle hoop die ik weggestopt heb tevoorschijn haalt. Het was alsof mijn hoop zuurstof was en het vuur steeds harder begon te branden.
''Goed, dat is goed.'' fluister ik met een kleine glimlacht die om mijn mondhoeken speelt. Met een schok kijkt Eathan op. Hij kijkt me aan, hij kijkt me echt aan. Ik wist niet dat mensen zoveel emoties konden meedragen in hun ogen. Het is een zee van emoties en ik probeer de golven te vangen, maar ze glippen door mijn vingers en gaan weer door met waar ze mee bezig waren. Kleine druppels blijven aan mijn handen zitten en ik zie angst, maar ook woede. Zorgen. Veel zorgen. Geschrokken wendt ik mijn blik af. Het zou goed moeten zijn dat er meer mensen zijn. Eathan zou blij moeten zijn dat we misschien hier ooit weg zouden kunnen, maar het enige wat ik zie is de zorgen die zich opstapelen in zijn ogen en hem bijna teveel worden. Er is iets mis. Er moet iets mis zijn. Mijn stem trilt als ik onzeker verder ga. ''Toch?''
Het kleine tere vlammetje is bruusk uitgetrapt en de zuurstof is weggehaald. Het vuur dooft uit en alles wat er achterblijft is een lege zwart geblakerde holte. Hoop is een verschrikkelijk en onvoorspelbaar iets. Het kan je voor een moment helemaal vullen, een vuur laten oplaaien en je laten geloven dat het allemaal écht is. Dat het allemaal goed komt. En niet veel later kan het je uithollen en niets achterlaten dan een grote zwarte leegte, de hoop met zich meenemend. Eathans stem breekt als hij antwoord.
''Ze probeerde je te vermóórden Nesah! Jou, maar mij ook.''En ik ren. Ik wil rennen tot mijn longen het begeven en ik een wazige vlek wordt tegen de scherpe achtergrond van het bos. Ik wil rennen tot mijn benen breken en mijn spieren scheuren en mijn hart sterft, omdat hij altijd al te groot was voor mijn borst. Ik wil rennen tot ik geen voetstappen meer hoor en de stemmen in de verte verdwijnen.
Ik gil tegen mezelf dat ik moet rennen, tot mijn schenen afbrokkelen en mijn longen dicht klappen. Ik schreeuw omdat ik moet rennen tot ik er dood bij neerval, want alles is beter dan de hoop die je zo ruw wordt afgepakt. Zo gemeen dat er niks overblijft dan een enorm litteken die mijn hart voor altijd zal tekenen
Ren Nesah! Ren harder en sneller zodat ze je nooit meer in zullen halen, zodat je het leven nooit meer recht in de ogen hoeft te kijken. Want het heeft me gebroken en nu zal ik het leven breken.Dan voel ik twee sterke vertrouwde armen om me heen die alle gebroken stukjes stevig bij elkaar houden en weer terug op zijn plek lijmt. En hij draagt me naar huis.
----------
Heeyy,
Ik heb echt veel ideeen dus ik ga lekker veel schrijven. Ik ben echt benieuwd wat jullie van dit hoofdstuk vinden dus plzzz laat een reactie achter ^^
Wie weet een leuke shipnaam voor Nesah en Eathan?!?
melxnbabe heeft weer een nieuw boekje!! Hij heet 'A Royal Kiss'. Het is in het Engels, maar wel echt super mooi geschreven!! Dus check haar profiel en haar andere verhalen!
xRheanne
JE LEEST
De Beproeving
Science FictionIk wankel naar achteren en duw mijn rug tegen de koude muur achter me. Langzaam laat ik me op de grond zakken en sla trillend mijn armen om me heen. Zo koud. Zo donker. Hoe kom ik hier terecht? Waarom herinner ik me niets meer?