Hoofdstuk 10

254 18 0
                                    

De maand oktober vloog voorbij. De bomen waren veel bladeren verloren en de thermometers hadden veel graden verloren. Ik was de band met mijn zus verloren. Het leek bijna onherstelbaar. Sinds die ene dag hadden ik en Evy niets anders gedaan dan ruzie maken. Elke ochtend en elke avond opnieuw. Het was zelfs zo erg dat zij al 3 nachten op de bank had geslapen. De ruzie kwam niet van mijn kant, of alleszinds niet volledig. Ik had al meerdere pogingen gedaan om het met haar bij te leggen. Ze waren allemaal tevergeefs geweest. Toen ik de eerste poging deed om het goed te maken negeerde ze me. Ze keek me niet aan. Ik wist dat ze me kon horen maar ze luisterde niet. De pogingen daarna hadden onze ruzie alleen maar erger gemaakt. Ze was telkens tegen me beginnen roepen of ze had me zelfs opzij geduwd. Haar excuus was dat ik in de weg stond. Ik stond helemaal niet in de weg. De laatste poging was op de avond voor ze haar eerste nacht op de bank had geslapen. We hadden sinds die avond geen woord meer gewisseld. Ze deed alsof ik geen enkel woord waard was. Misschien was ik volgens haar zelfs geen letter waard. Halloween begon op dezelfde manier als elke ochtend. Ik werd wakker door de wekker die ik ooit nog eens helemaal kapot zou slagen. Het idiote geluid zorgde ervoor dat je elke ochtend opnieuw geïrriteerd was. Ik liep naar beneden en kwam als eerste aan in de keuken. Mijn ouders waren nooit wakker wanneer ik naar school vertrok. Ze mochten best laat beginnen met werken dus ze konden nog even uitslapen. Normaal stond ik samen met mijn zus op maar zij was nu elke ochtend heel vroeg wakker zodat ze niet samen met mij moest ontbijten. Ik was dus alleen. Ik at al drie dagen ontbijtgranen met chocolademelk. Klagen deed ik niet want ik at heel graag ontbijtgranen. Na het ontbijt maakte ik mijn boekentas klaar en nam ik mijn fiets om naar school te vertrekken. Ik haalde de post uit de brievenbus, keek of er iets voor mij bij zat en legde deze dan op de keukentafel. Ik gaf de hond eten, deed de deur op slot en vertrok naar school. De rit naar school duurde nog altijd lang zonder Evy die met me meefietste maar ik was er intussen al aan gewend. Ik fietste immers al de hele maand alleen. Soms kwam ik Mart tegen aan het kruispunt en fietsten we de laatste twee straten naast elkaar. Ik kreeg er kriebels van in mijn buik, positieve kriebels. Andere mensen zeiden vaak dat je door verliefd te zijn vlinders in je buik voelde. Ik vond het een hele rare uitdrukking. Wie at er nu vlinders? Het zou erg sadistisch zijn om vlinders levend op te eten en het zou waarschijnlijk ook niet goed smaken. Ik besloot dat ik dat nooit zou proberen. Een van de keren dat ik samen met Mart naar school fietste was ik zo ver weggedroomt dat ik bijna zijn hand had vastgepakt. Tijdens mijn poging kwam ik opnieuw in de realiteit terecht en verloor ik mijn evenwicht waardoor ik bijna op de grond terecht kwam. Hij had me vragend aangekeken en ik was beginnen giechelen als een meisje uit het eerste jaar. Ik begreep niet waarom alle meisjes uit het eerste jaar altijd moesten giechelen. Was dat dan een plicht of zo? Moest je die fase doormaken om verder te kunnen groeien tot vrouw? Misschien zouden ze eeuwig kind blijven als ze niet giechelden op hun dertiende verjaardag. Ik had nooit gegiecheld maar eeuwig kind blijven klonk me niet heel onaangenaam. Mijn lichaam rukte me elke keer opnieuw uit die droom. Het bleef me vertellen dat het aan het veranderen was en dat er binnenkort niets van dat onschuldige meisje meer over zou blijven. Op de ochtend van Halloween was ik Mart niet tegengekomen maar dat maakte me niet minder gelukkig. Ik zette mijn fiets in de fietsenstalling van onze school en baande me een weg naar het scheikundelokaal. Het was sneller half vier als je weg kon dromen en dat kon ik. Ik kon wegdromen over een geweldige avond met Mart en zijn vrienden en misschien daarna alleen met Mart.

De VeranderingWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu