1-

1.4K 19 2
                                    

POV: June

De zon schijnt zachtjes in mijn kamer. Het kust me wakker, de zon kust mij wakker. Verheerlijkt open ik mijn ogen, ik draai me nog even om, in mijn ontzettend lekker bed. Ik trek mijn witte lakens over me heen, want die zijn door mij, de wilde slaper, van het bed gevallen. Zacht leg ik mijn hoofd op mijn kussen. Ik hou van ochtenden. Voorzichtig open ik mijn oog, en kijk op de klok die naast de deur naar de gang gaat, acht uur. Dan open ik beide ogen en kijk nog een keer, acht uur. Snel ga ik recht op zitten, ik pak mijn mobiel die op een tafeltje naast mijn bed ligt, acht uur staat er. Ik schrik. Ik spring zo snel mogelijk mijn bed uit, vlug pak ik mijn lievelingsbroek die op een oude stoel ligt in de hoek. Mijn kanten bh ligt op de grond, snel doe ik die ook aan. Ik loop naar het kastje waar al mijn kleren opgepropt liggen, ik pak er een wit shirt uit. Ik pak mijn sneakers en doe ze aan terwijl ik de trap af loop. Ik sprint de badkamer in en kijk in de spiegel, verschrikkelijk. Ik gooi wat water in mijn gezicht en poets mijn tanden. Ik kam mijn bruine haren door, goedgekeurd loop ik de trap af. Ik loop de gezamenlijke kamer binnen, en paar huisgenoten zitten aan de ontbijttafel. 'Goedemorgen' zeg ik snel. Iedereen knikt een beetje, iedereen is te moe om te reageren. Ik pak een croissantje en dauw het in mijn mond. Ik loop naar de grote spiegel in onze woonkamer, vlug doe ik nog mijn make-up. Dan pak ik mijn grote winterjas en een grote sjaal. Snel pak ik mijn rugzak, net op tijd. Ik ten de deur uit, en geniet heel even van de mooie lucht, maar dan pak ik mijn mannenfiets. Ik weet ook niet waarom maar
ik vond het wel gaaf ! Ik fiets zo snel mogelijk door de allermooiste stad, Amsterdam.

'June' hoor ik een bekende stem zeggen. Ik kijk om tijdens dat ik mijn fiets op slot zet. Ik kijk in de donker bruine ogen van Daniël. 'Het spijt me' lach ik. Hij geeft me een stevige knuffel. Mijn gezicht bij zijn schouder, ik ruik even naar zijn geur. 'Alweer' zegt hij zacht. Ik knik. Hij laat mij los. Ik stop mijn fiets sleutel in mijn tas. 'We zijn laat' en hij trekt me mee. Ik zit nog even in zijn haar, en lach. Hij kijkt me aan, lief. We lopen samen naar onze school, de universiteit van Amsterdam. Ik ken Daniël al minstens vijf jaar. En ik ben al minstens vijf jaar ontzettend verliefd op Daniël, maar dat weet hij niet. Hij is 19 en ik ben 18. We hebben elkaar ontmoet op onze middelbare school, ook hier in Amsterdam. En sinds toen, onafscheidelijk. Beste vrienden. We doen echt alles samen, echt alles. Het is leuk, om iemand te hebben tegen wie je alles kan zeggen. Ik heb nooit heel veel vrienden gehad, meisjes vonden mij eenmaal niet leuk, en nu nog niet echt. Daniël zegt altijd dat ze jaloers zijn, misschien zijn ze dat wel. Ik krijg ontzettend veel aandacht van jongens, wat natuurlijk best leuk is. Ook al ben ik nog nooit met iemand naar bed geweest. Daniël is ook mijn eerste liefde, maar meer heb ik er ook niet echt gehad. Ik lach naar hem, hij is zo ontzettend mooi. Het grappige is altijd dat iedereen ons aanziet als koppel. Daniël schuift zijn arm om mij heen, dit bedoel ik nou, dit is waarom mensen dat denken. We studeren beide Rechtsgeleerdheid. Samen lopen we het ontzettend mooi gebouw in, rennend hollen we beiden door de gangen. We lachen allebei. Als we bij de deur zijn waar onze les begint, lopen we stilletjes de grote ruimte in. We gaan achterin zitten, waar we het allebei het fijnst vinden. We doen onze jassen uit en pakken onze spullen. We luisteren beiden aandachtig en maken wat aantekeningen en soms lachen we wat, het is altijd gezellig. Het fijne van de universiteit is dat niemand op je let, je moet alles zelf doen, je hoeft niet eens naar de lessen te komen. Soms kan ik me niet concentreren, omdat ik dan aan andere dingen denk, inplaats aan studeren. Soms denk ik aan later, hoe ik ben, en wat ik doe, en met wie ik ben. Soms kijk ik naar Daniël in de les, hij is schattig wanneer hij naar iemand luistert. Ik glimlach naar hem. Hij fronst zijn wenkbrauwen een beetje en schrijft snel wat dingen op. Hij heeft een echt mannen handschrift, je kan het bijna niet lezen. Als ik een keer niet in de les was moet Daniël het serieus voorlezen, want anders kan ik het niet overschrijven. Zijn lippen zijn een beetje getuit, en zijn zachte bruine krullen zitten een beetje in de war. Soms bijt hij op zijn tanden, waardoor zijn kaaklijn bijna uit zijn gezicht springt, maar dat is prachtig. Daniël is ook lang. Hij houdt van lezen en kan perfect gitaar spelen. Vroeger lachte ik hem altijd uit, want toen kon hij het nog niet. Maar nu, kan hij het super. Het is ook geen wonder dat soms ook wel meisjes naar hem kijken, dan wordt ik meestal jaloers. Vooral vroeger op de middelbare hingen alle meisjes aan zijn lippen, toen deed ik ook chagrijnig tegen hem terwijl hij er niets aan kon doen. Ik weet niet of hij het toen door had dat ik jaloers was, hopelijk niet. Het mooiste moment was bij het laatste eindfeest van de examenklassen, toen hij mij voor iedereen ten dans vroeg. En toen we samen aan het dansen waren. En daarna gingen we met iedereen uit, we waren alle twee een beetje aangeschoten. We hadden heel veel lol, en op het een op het andere zei hij ' June, ik hou van jou, ik hou zoveel van jou!'. Dat was het mooiste wat ik ooit hoorde. En toen zoende ik hem op zijn wang. Toen pakte hij mijn hoofd en zoende mij teder, heel zacht heel fijn op mijn mond. Het was ook mijn eerste zoen. Het is ongeveer 1 jaar geleden. Maar we hebben er daarna nooit meer over gesproken, ik denk dat hij het vergeten is, maar ik niet. Elke dag, elke dag denk ik aan die avond. 'Wat kijk je nou?' Lacht Daniël. Ik schrik wakker van mijn gedachten. Ik zie dan lachende Daniël. Wat beschamend ik keek de hele tijd naar hem. Ik lach. 'Ik dacht aan vroeger' antwoord ik. 'Over vroeger?' Zegt hij. Daniël staat op en pakt zijn spullen in. Ik kijk verbaasd het lokaal in, de les is afgelopen. Dan sta ook ik op en pak mijn spullen in.

Na een lange dag zwoegen op school, is het enige waar ik aan kan denken is mijn bed. Daniël haalt zijn fiets van slot. Ik lach, hij ziet er moe uit. Het is ook vermoeiend, ik bedoel het leven. Niet alleen school. Alles. Hij zucht diep. Ik snap hem, ik snap hem altijd. Dan glimlacht hij naar mij. 'Ik breng je thuis' zegt hij besloten. Ik kijk verward. 'Nee, dat is heel om!' Zeg ik. 'Ik breng je' zegt hij. Ik zucht, en geef mezelf over. Dan pak ik mijn fiets snel en rijd naar Daniël. Na een 10 minuten rijd zit de tijd erop. Ik moet Daniël gedag zeggen, en dan zie ik hem pas weer morgen. Ik zet mijn fiets tegen het prachtige studenten huis. Ik lach naar hem. 'Je bent zo schattig, met die veel te grote jas aan' zegt hij. Ik lach. Ik loop naar hem. En leun wat tegen zijn fiets aan. Hij haalt een hand door zijn haar, en dan zet hij zijn vinger op mijn neus. 'Je neus is rood' zegt hij. 'Dat komt door de kou' zeg ik dan. Hij pakt mijn handen en wrijft er over, ik had geen handschoenen aangedaan. Ik glimlach. Dan streelt hij met zijn vinger over mijn gezicht. Mijn hart gaat tekeer, hij is zo ontzettend leuk. 'Ik moet denk ik maar weer is naar binnen gaan' zeg ik zacht. Hij knikt. Nog steeds heeft hij mijn hand vast. En ik loop steeds een beetje naar achter totdat hij loslaat. 'Tot morgen, June' glimlacht hij. Ik loop het kleine trappetje op bij mijn huis. En draai dan om. 'Tot morgen Daniël'. Ik sluit de deur achter me. En het eerste wat ik doe is lachen. Ik sprint naar de woonkamer en kijk uit het raam, hij fietst net weg. Wat meisjes lopen net langs hem, en kijken naar hem. Ik zucht. 'Is het nou je vriendje'. Ik schrik op. Ik draai me om, Lisa, een huisgenoot, kijkt me vragend aan. 'Nee, ik en Daniël zijn gewoon hele goeie vrienden' zeg ik. Ik doe mijn sjaal en jas uit. Ze knikt. 'Koud he?' Zeg ik. Ik maak wat bibber geluiden. Ze lacht. 'Ik kook vanavond, we eten over een uur' zegt ze. 'Dat is lief, super' antwoord ik. Ik schenk wat thee in mijn kop. En hol naar boven. Als ik in mijn kamer kom gooi ik mijn tas op het bed. Mijn schoenen uit, muziek aan. Ook doe ik mijn kaarsjes aan. Ik pak mijn boeken en ga snel aan de slag want maandag hebben we een toets. Even later krijg ik een bericht van Daniël: " morgen nieuwe film, groep vrienden vroeg me mee, en jij gaat ook mee". Ik lach. Ik heb wel zin om er even uit te gaan. Maar ik moet nog zoveel doen voor de toets. Ik schrijf terug: "ik sla een keer over! Moet nog zoveel doen voor de toets.....". Meteen krijg ik terug: "als je mee gaat dan gaan we zaterdag een leer dagje houden en ik trakteer op lunch :)!!!" Ik lach. Hoe moet ik dit afslaan. "Best". Daarna krijg ik terug: "Tot morgen xx!". Snel ga ik weer beginnen met leren.
Na een overheerlijk diner van Lisa, ben ik uitgeput en val ik direct in slaap.

KickstartWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu