Love Me❤ Moordvrouw

love you!

Ik voelde me inderdaad wel een beetje raar maar verder ging alles wel goed. Heb met bram zitten kletsen. Dat was ook gezegd dat dat het beste was. Hij heeft me vanalles verteld over de zaak waar ze mee bezig waren. Ook vertelde hij dat niemand om kon gaan met mijn vervanger en dat ik gauw weer aan het werk moest. Ik zag een glinstering in zijn ogen. Ik hou van je, zei hij ineens. Ik kon mijn oren niet geloven, zei het het echt. Ik glimlachte, ik ook van jou. Bram keek me nieuwschierig aan. Betekent dit dat? Ja, zei ik maar alleen als jij wil. Je tuurlijk zei hij. Hij gaf me een kus. Ik was zo in de wolken dat voor ik het wist de operatie klaar was. Ik was nog nooit zo blij geweest. Ik voelde me ineens niet zo naar meer. Bram tilde me op en legde me iets aan de kant. Hij deed zijn schoenen uit en kwam bij me liggen. Voor ik het wist viel ik in slaap in zijn armen. Lies was in slaap gevallen in mijn armen. Er werd op de deur geklopt, het was fenna. Ah, wat schattig. Heb je het dr al gevraagd. Ja, ze heeft ja gezegd. Het is officiëi. Ik glunster. Gefeliciteerd, weten de andere het al. Ja heb net carla al geinformeerd. Ze belde namelijk net. Ze komt zo langs. Blijf je ook? Ja is goed. Is er verder al nieuws over liselotte? Nee, heb nog niets gehoord. Maar daar kwam de dokter al binnen. Weet u al iets? De resultaten worden zo verteld. Ik moet eerst nog even kijken hoe het gaat met mevrouw van kempen. Na wat testjes zei dat alles nu normaal bleek te zijn. De resultaten zouden pas besproken worden als lies zelf ook wakker was. Maar gek genoeg was ze niet wakker geworden van al die testjes. Alles klonk normaal. Ik hoefde me dus nergens zorgen over maken!

Toen ik wakker werd lag ik nog steeds in de armen van bram. Het voelde zo vertrouwt, alsof we elkaar al ons hele levwn kennen. Bram gaf me een kus. Hee lief, hoe gaat het. Ik keek bram aan. Je gaat me toch niet de hele tijd lief noemen hè. Hij keek me glimlachend aan. Is goed schatje! Ik keek hem flauw aan. Bram lachte plagerig naar mij. Fenna was er ook. Ze kwam naar me toe en gaf me een knuffel. Kijk, die is voor jou. Ze gaf me een kaart. Bram las hem voor en hing hem op. Ik was heel slap. Ik weet ook niet hoe het kwam. De dokter kwam binnen. En hij kwam tegenover ons staan. En? Vroeg bram. Er is een ader kapot in je buik. Je hebt je daarom naar gevoeld de laatste tijd. Met de operatie hebben we dit op kunnen lossen dus alles is weer goed. Waarschijnlijk als u een beetje meewerkt kunt u volgende week weer aan het werk. U kunt vandaag nog naar huis maar er moet wel iemand bij u blijven. Dag en nacht maar volgensmij gaat dat wel goed komen. Hij knipoogd naar bram. Maar waarom voel ik me dan zo slap? Vroeg ik aan de arts. Er was veel bloed verloren tijdens de operatie. Over enkele minuten komt iemand u een infuus aanbrengen. En als dat klaar is. Waarschijnlijk in 4 uur. Mag u zoals het er nu uit ziet dan naar huis. Oke bedankt dokter. Ik gaf hem een hand en ging wat verder kletsen met bram en fenna. Carla stond ineens in de deur opening. Gefeliciteerd! Ik had al een vermoeden dat jullie een stelletje zouden vormen. Carla kwam erbij zitten. De zuster legde bij mij een infuus aan en daarna hebbdn we met zn alle een film gekeken.

Wanneer het infuus klaar was voelde ik me al een stuk beter. De dokter kwam me ophalen voor een gesprek. Ik mocht over 6 dagen weer aan het werk. Je zou geen liselotte van kempen heten als je niet zou gaan onderhandelen. Uiteindelijk ben ik er toch iets mee opgeschoten. Vanaf morgen mag ik gewoon mee naar het bureau maar mag ik alleen dingen opzoeken op de computer en niet teveel inspannen. Als ik me iets minder zou gaan voelen moest ik bij carla op haar kantoor gaan rusten. Wat een onzin al dat rusten. Heb er nu toch wel genoeg uitgelegen. Heb dit trouwens niet tegen die beterweters "de dokters" gezegd anders had ik nooit morgen kunnen beginnen. Had ik wel even geluk dat ik beide studi's heb gevolgd. Anders had ik dat bureau werk misschien wel helemaal niet mogen doen. Maarja, moet daar niet aan denken. Mag ik trouwens nu naar huis? Alleen als er iemand bij je blijft! Ja is goed... wie blijft er bij je dan? Bram kan denk ik wel bij me blijven. Oke, afgesproken. Probeert u wel nog rustig aan te doen. Ja (uhm ik en rustig aan gaat niet samen maar dat ga ik natuurlijk niet laten merken) dat komt helemaal goed. Mijn collega's stonden mij al op te wachten. We gingen naar Bram zijn huis. Het was een erg knus huisje. Bram ging koken. Ik moest lachen, koken of ga je bellen en afhalen? Nou ja uh, hij glimlachte. Dat wordt dan een bak bami en... iederewn begoon te lachen. Ik haal wel een menuutje. Eten jullie mee? Vroeg hij. Gezellig, ze bleven eten. Menno kwam ook mee eten. Ik had helemaal geen honger. Was wel niet meer zo slap maar had nog steeds een naar gevoel. Uh, kun je voor mij soep meenemen of zo. Dat zware gaat er bij mij echt nig niet in. Komt voor de kakker zei hij. Bakker is het bram. Jaha weet ik ook wel. Ik gooide de autosleutels naar hem en hij ging chinees halen. Ik zat in mijn rolstoel. De rest zat op de bank. Ik pakte mijn mobiel. So hé, hoeveel onglezen berichten kun je wel niet hebben! Pff. Geen zin om te lezen. De bel ging. Zo dat is snel zegt fenna. Nou fen ik denk dat dat menno is. Ik heb ook zo'n vermoede lachte carla. Ze deed de deur voor hem open. Hey mevrouw, hoe gaat het met u. Menno kwam binnen lopen. Hij had een bos bloemen en een doos chocolade meegenomen. Ah, dat had toch niet gehoeven. Ik stop de chocolade in mijn tas. Ja, anders eet bram ze op. Ze lachen. Het duurde best lang voordat bram terug was maar daar was hij dan eindelijk. Sorry mensen, het was een beetje druk. Hier kippensoep voor jou. Kleine potie. Je moet ook nog iets anders pakken. Dit vult voor geen ene meter. Iedereen ging aan tafel zitten. Dit was wel stukken beter als dat eten van de afgelopen tijd. Ik had mijn kippensoep maar voor de helft vol maar voelde me nog steeds nog niet zo goed. Bram keer me bemoeiend aan. Ik heb echt genoeg, zeg ik. Toen iedereen klaar was met eten gingen ze naar huis. Eh, wie brengt mij naar huis? Jij blijft hier zegt bram. Ik geef hem een kus. Bedankt! Ik bewaar het eten wat over is nog, voor als je straks nog trek hebt en anders voor morgen. Bram tilde me uit mijn rolstoel en zette me op de bank. Het werd een gezellige avond. Eindelijk was het dan echt. Ik was zijn vriendinnetje!