de waarheid!

459 13 0
                                    

Vandaag mocht ik dan eindelijk weer aan het werk. Voor mijn gevoel had ik er wel een jaar uitgelegen maar daar was natuurlijk niets van waar. Wat ik wel jammer vond is dat ik niet mocht werken op lab. Nee, ik moest computerwerk doen (het saaiste wat er is). Maarja, alles beter dan niets. Hey ben je al wakker. Bram draaide zich om. Ja al even, kon niet meer slapen. Kun je al lopen. Eh, half. Het lukt wel denk ik. Ben net naar de badkamer geweest en dat lukte ook dus denk t wel. Hij stond op en liep naar mij toe. Hij hielp me omhoog. Het lukte al best goed. We liepen en onze pyjama naar beneden. Fenna was zo aardig geweest om nog wat spullen te komen brengen. Hij maakte een ontbijtje voor me. Bram, ik ben geen klein kind hé. Hoezo, ik maak alleen een ontbijtje voor je, is dat verboden ofzo? Ja! Ja? Ja, dat is verboden. Ik kan dat heus wel zelf hoor. Ik knipoog. Te laat! Ik ben al klaar. Ik zucht, nou vooruit dan maar. Na het ontbijtje ging ik snel onder de douch en kleedde me aan. Klaar om te gaan? Bram keek me verwarrent aan. Het is half 8. We hoeven er pas om 9 uur te zijn. Ow, ik ging naast hem op de bank zitten. Ik pakte mijn mobiel. Er was een nieuw bericht binnen. Het was fenna. Moet ik je komen ophalen? Ik stuurde een berichtje terug. Ik denk wel dat ik met bram mee kan. Pling nieuw bericht: weet je het zeker, bram komt altijd te laat. Ik draai me om. Bram, hoelaat vertrekken we? Uh over n uur ofzo. Maar dat is het 9 uur. Ja mooi optijd toch? Ik rij met fenna mee. Oki. Ik ga toch op je aanbod in. Hoelaat ben je hier? Verzenden. Over 10 minuten? Jep tot dan! Tot dan! Eindelijk weer naar het bureau. Tring, de bel ging. Dat zal fenna wel zijn. Ik deed de deur open en inderdaad, het was fenna. Bram, ik ben weg tot zo. Ja tot zo kreeg ik als antwoord. Ik pakte alle spullen en reed met haar mee naar het bureau. Ik ging zitten. Fenne ging koffie zetten voor ons tweeën. Ik glimlachte naar haar. Bedankt. Zo nu even tijd voor een goed gesprek. Zei fenna. Hoezo, gingen we daarom zo vroeg hier heen. Jep, ik wil weten hoe het nu gaat met je en niet liegen want het blijft tussen ons. Mwa, ik ben nog niet de oude maar slik natuurlijk nog steeds medicijnen. Verder voel ik me soms wat duizelig en misselijk maar dat was het dan ook wel. In hoe gaat het met jou? Fenne kijkt me bezorgd aan. Het gaat nu even over jou schat. Oke dit had ik dus al verwacht. Weet je zeker dat het alleen die trap is geweest. Ik staar voor me uit. Hey, je kunt het me vertellen hé. We kunnen ook ergens anders gaan zitten als je bang bent dat iemand het hoort. Maar het is zo belangrijk dat je de waarheid zegt. Als je alles maar wegstopt gebreurd er hetzelfde als dat bij mij gebeurd is. Dan gebeuren er ongelukken en draai jezelf helemaal door. Pas nu eens op jezelf. Echt ik meen het. Wat moet ik nu doen? Mijn hart luchten of wegstoppen?

Uh, ik geloof dat het alleen die trap was. Wie was die man eigenlijk. Geen idee. Lies, je weet dat je echt heel slecht bent in liegen hé. Ik zucht, ik heb er nu gewoon helemaal geen zin in. Ik stap op en loop naar het lap. Wanneer ik een paar stappen verder ben staat fenna alweel voor me. Je mag nog niet op het lab werken. Owja, dankje ik draai me weer om en ga achter het bureau zitten. Fenna staart me de hele tijd aan. Ik kijk haar geërgerd aan. Zeg het nu gewoon. Ik sluit mijn ogen. Begin me een beetje duizelig te voelen door al dat gezeik. Fenna komt naar me toe. Gaat het wel? Beetje duizelig... ga anders even liggen. Nee, is niet nodig joh. Maar kun je alsjeblieft ophouden met dat doorvragen. Ik wordt er niet zo goed van en als er iets is wat ik met je wil delen, doe ik dat echt wel maar pas als ik er klaar voor ben oké. Is goed, ik wil maar 1 ding weten, is er meer gebeurd dan alleen die trap. Ik zucht, ja er is meer gebeurd en nu is het klaar. Ik probeer op te staan maar het lukt niet. Fenna komt naar me toe. Ik ben er voor je en ik zal wachten tot je het ooit wilt vertellen. Waar wilde je heen ik kan je wel even helpen. Nou nee niks. Ik hoor de deur open gaan. Evert, menno en carla komen binnen. Ze begroeten me en gaan aan het werk. Waar is bram eigenlijk?

En ja hoor, bram komt ook dan eindelijk binnen kakken. Er is een lijk gevonden in een afvalcontainer langs de snelweg. Ik wilde eigelijk al opstaan maar toen bedacht ik me. Ik had bureaudienst. Het was trouwens zoizo niet gelukt om op te staan want ik kreeg mezelf niet omhoog. Carla kwam naar me toe. En vroeg hoe het ging. Het leek me het verstandigste om eerlijk te zijn. Eigenlijk gaat het niet zo heel goed. Ik ben nog heel misselijk, duizelig en slap. Ik krijg mezelf hier niet uit die stoel dus wees maar niet bang dat ik iets ga doen hoor. Ik grinnik. Hoe kan dat dan toch? Vraagt carla aan mij. Met al die medicijnen en al het andere wat er is gedaan moet dit toch allang over zijn? Wat zal ik doen, iedereen is weg. Wij zijn de enige twee die hier zijn. Zal ik het vertellen. Ik weet niet wat ik moet doen. Ik ben niet zo van het praten en het zou ook zo lullig zijn tegenover fenna. Maar er zit me ergens iets dwars. Na het (vervelende) gesprek met fenna is het wel tot me doorgedrongen dat ik eerljk moet zijn. Ik denk dat ik carla wel in vertrouwen kan nemen. Ze staart me aan. Nou? Wat nou? Hoe kan dat? Hoe kan wat? Dat je nog zoveel last hebt. Ik staar voor me uit. Kan ik u (je) vertrouwen? Hoezo, is er iets dan? Voordat ik het weet barst ik in tranen uit. Carla aait over mijn rug. Ik zit met mijn handen voor mijn ogen. Zullen we even naar mijn kantoor gaan? Ik knik. Carla helpt me omhoog en loopt met me naar het kantoortje. Mag hij op slot vraag ik, zonder ergens bij na te denken. Ik kijk haar recht in haar ogen aan. Sorry, het floepte er ineens uit. Is niet erg zegt ze en ze draait de deur op slot. Ze pakt haar stoel en rijdt hem naar mij toe. Ze komt recht tegenover me zitten. Vertel, zegt ze. Alles? Vraag ik, maar dan zitten we hier echt uren. Alles zegt ze, ik heb alle tijd. Graag zo uitgebreid mogelijk. Alles kan van toepassing zijn. Het was niet alleen die trap. Wat! Zegt carla. Waarom heb je dit niet eerder gezegd. Ik barst uit in tranen. Sorry, ik ik. De tranen stromen over mijn gezicht. Ik durfde niet. Carla kijkt me bezorgd aan. Het spijt me. Ik had niet zo moeten reageren. Vertel het maar rustig en neem je tijd. Het is al heel wat dat je hier nu zit! Uh, het begon allemaal een paar weken geleden. Wanneer ik thuis kwam van mijn werk kwam mijn buurman me elke keer lastig vallen. De ene keer meer als de andere keer. Het begon eerst met me te versieren en vervelende opmerkingen te maken. Mijn stem trilt als een gek. Ik stop even met praten. Carla staat op. Ik kijk verschrikt naar haar toe. Ik ga even wat water voor je halen. Blijf maar zitten. Wanneer ze weg is denk ik bij mezelf. Hahaha, blijf maar zitten. Heb weinig andere keus hoor. Ze komt terug met 2 bekertjes en een kan water. Ze schenkt wat in en geeft het aan mij. Wat bedoel je met die opmerkingen? Ik kijk haar iets wat bangig aan. Moet ik dat echt vertellen. Ze knikt en ik wil het net gaan vertellen wanneer er op de deur geklopt wordt. Ze zucht en kijkt me aan. Ik knik. Zo kan ik even denken wat hij allemaal zei tegen mij. Binnen, roept carla. Dat kan niet roepen de mensen achter de deur. Ow ja, op slot. Ze doet de deur open. Bram komt samen met fenna en evert binnen. Heb je gehuild? Vraagt bram bezorgd. Ja zeg ik en ik draai me weg. Ik vertel het straks wel oké? Oké! Wanneer ze weer weg zijn ga ik verder. Carla zit weer tegen over me. Uh, het begon met wat ben je mooi en wat zie je er lekker uit. Later werd het dag klein sletje van me. En wanneer kom je nu eens een lekker spelletje met me spelen. Ik werd bang en zorgde voortaan dat ik mijn sleutels al in mijn hand had maar nog hielp het niet. Van opmerkingen werden het bedreigingen. Als, als. Ik keek omhoog en probeerde mijn tranen niet te laten maar er rolde er toch een over mijn wang. Carla keek me aan. Sttt, ze stond op en knielde naast me op de grond. Rustig ik ben er voor je en luister. Ik zat inmiddels tegen het hyperfentileren aan. Ik weet niet wat er gebeurde maar het was heel raar. Ik zag de deur open gaan. Carla rende het kantoor uit. Daardoor werdt het alleen maar erger. Er kwam iemand anders binnen. Het was menno. Hij probeerde me te kalmeren maar niets hielp. Ik probeerde te doen wat hij zei maar het hielp voor geen ene meter. Gelukkig was carla al snel terug. Ook was bram inmiddels bij me. Menno liep weg. Bram tilde me op en ging met me op de grond zitten. Hij zat half naast, half achter me. Ik kreeg een zak tegen me mond en langzaam werd mijn ademhaling weer normaal. Ik bleef nog even zo door ademen. Ik ging naar achter hangen zodat ik in brams armen zat (nouja ik lag half). Hij streelde me over mijn gezicht. De zak werd weg gegaald en ik sloot mijn ogen.

Mijn ogen voelde erg zwaar aan en kreeg ze dan ook nauwlijks open. Ik hoorde bram snikken. Ik kreeg mijn ogen dan eindelijk open. Ik keek bram aan. Niet huilen zei ik en ik kwam langzaam omhoog. Ik keek carla aan. Weten hun het vroeg ik een beetje bangig. Nee, zei carla en ze keek me bezorgd aan. Moet ik iets weten lies. Bram zat nog steeds met tranen in zijn ogen bij mij op de grond. Ja, je moet iets weten. Ik wil het er met je vanavond over hebben maar ik wil nu niet dat ineens iedereen zich ermee gaat bemoeien en ik vraag om ze weg willen gaan. Ze gaan weg en carla komt bij me op de grond zitten. Bedreigingen? Ja! Zeg ik. Ik voelde me echt niet meer veilig. Ik ben zelfs stiekem een nacht hier gebleven omdat ik gewoon niet naar huis durfde. Ik merk dat ik weer sneller ga ademen. Sstt, kom maar. Ik ga tegen carla hangen. Gelukkig wordt ik er weer rustiger van. Je vind het lastig hé. Wat? Het te vertellen. Ja, zeg ik. Ik ben gewoon bang dat. Dat wat? Dat mensen het niet geloven. Maar daar hoef je niet bang voor te zijn schat. Ben je weer rustig. Ik knik en ga weer verder. Waar was ik? Bedreigingen, wat heeft hij gezegd meid. Hij, hij komt dan naar buiten en dan zegt hij van als je me blijft negeren gaan er vervelende dingen gebeuren. Enzo. Later werd het nog erger. Wacht even zegt carla. Hoelang is dit al? Ik denk zo'n 2 maanden. 2 maanden! Meisie toch en hoevaak? Meedere keren per dag. Och toch. Sorry ga verder. Hij ging me aanraken. Overal, bij mijn buik, bij mijn borst enzo. Daarna ging hij me vaker mishandelen. Hij gaf me klappen in mijn gezicht en stompen in mijn buik. Vaak had ik zo veel pijn daaraan dat ik thuis de dokter moest bellen. Maar vroeg ze dokter zich dan niet af waarom je zovaak aan de bel trok? Jawel maar ik zei vaak dat ik onhandig was. Ik kreeg meestal injecties of pilletjes. Ik voelde me die tijd heel slap. Fenna heeft vaak aan me gevraagt wat er was. Ook bram en evert zagen het vaak. Ik moest vaak overgeven en ben zelfs soms flauwgevallen of in slaap gevallen. Bram heeft me 1 keer op de grond gevonden en is toen met me maar het ziekenhuis gegaan. Maar met wat onderzoekjes kwamen we niet verder. Bram heeft me naar huis gebracht want we hadden nog maar heel even dienst. En jij was druk bezig. Dus. Ik snap het ga verder. Vanaf die dag durfde ik eigenlijk echt niets meer. Het werd alleen maar ergen en heeft mij geprobeerd te verk... mijn stem sloeg over. Het is niet gelukt maar. Ik barst in tranen uit. Die dag daarna was die dag dat jullie me hielpen en nu zit ik hier. Gelukkig woon je nu bij bram. Ja gelukkig maar het huis naast hem staat te koop en ik heb al gezien dat hij er wil gaan wonen...

Love Me❤ MoordvrouwWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu