het ziekenhuis

431 14 2
                                    

Ik lag in de anbulance, ze waren volgens mij nog niet aan het rijden. Ik opende mijn ogen. Mijn zicht was nog niet helemaal helder maar ik kon wel al wat zien. Bram zat naast me en keek me geruststellend aan. We gingen rijden. Gek genoeg voelde ik me niet echt ziek ofzo. De pijn voelde ik ook niet echt. Ik wilde omhoog komen want ik lag niet zo fijn maar werd meteen naar beneden geduwt. Blijf maar liggen fluisterde bram naar mij. Hij streelde me zachtjes door mijn haar. De auto stopten. Ze reden mij er uit. Normaal moest de patient alleen mee naar de behandeltafel maar omdat bij mij alles een beetje anders was. Mocht bram mee. Ik mocht eindelijk gaan zitten. Wel hadden ze me eerst op een bed gelegd. Ik voelde me eigenlijk weer helemaal fit. Toch wilde ze me helemaal onderzoeken. Met bloedprikken konden ze al zien of ik verk... nou ja dat dan. Krijg het mijn strot niet uit. Ook moest er getest worden waarom ik zo vaak flauwviel en me duizelig voelde. Er stonden 3 mensen bij me. Bram, lisa de dokter en nog iemand die ik niet kende. Er werd bloed afgenomen. Er kwam nog een 4de persoon bij. Die had iets van een broodje ofzo bij. Ik keek dat meisje vreemd aan en draaide me gezicht weer naar de dokter. Ik mocht naar bram kijken als ik niet tegen bloed kon. Bram was kei hard gaan lachen. Ik wilde ook gaan lachen maar dat lukte op een of andere manier niet. Mag ik u er op wijzen dat op uw behandeltafel een forensisch onderzoeker ligt. Als er iemand is die veel met bloed werkt is het deze schat wel. De dokter keek me lachend aan. Ow ja klopt. Voor dat ik het wist had ze genoeg bloed af genomen. De 4e persoon in de kamer gaf een broodje. Ik zou het maar opeten. Ow nee bedankt. Ik heb echt geen honger. Je hebt de komende weken weinig gegeten en je hoeft het niet te ontkennen want dit is uitgelstoten. Ik keek gespannen naar de dokter en nam gauw een hap. We gaan dit meteen onderzoeken. Tot die tijd kun je tv kijken ofzo. Oke bedankt en ze liepen weg. Bram stond op. Wat ga je doen! Ik kom bij je liggen. Hij trok me naar voren, gooide zijn schoenen uit en ging achter me zitten. Ik ging tegen hem aan hangen en we keken samen tv. Er was niet echt iets speciaals op dus hadden we maar een film opgezet. Het was een nederlandse film dus ik hoefde me gedachten er niet erg bij te houden. Dat kwam best goed uit want ik was best moe. Bram is erg lief voor me. Ik weet niet of hij het door heeft maar hij heeft mijn hand vast en is er de hele tijd overheen aan het wrijven. Het voeld erg vertrouwt. Ik word er rustig van en voor dat ik het weet, zit ik in een diepe slaap.

Ik hoor fluister stemmen. Ik open mijn ogen en zie dat carla en evert er zitten. Fenna komt ook nog aanlopen. Ze fluisteren door. Volgens mij hebben ze helemaal niet in de gaten dat ik wakker ben. Ik geniet van dat gefluister. Ik kan alles horen maar ze merken er niets van. Tot dat ik in mezelf begin te lachen. Zo, zegt evert jij bent ook weer uit je slaap ontwaakt. Hij kijkt mij plagerig aan. Ik lach nog steeds een beetje. Fenna kijkt me aan. Mag ik weten wat er is? Nou, ik heb een klein lolletje. Ja dat merk ik. Jullie zijn de hele tijd aan het fluisteren terwijl ik al de hele tijd wakker ben. Nu beginnen de andere ook te lachen. Dit alles stopt als de dokter binnen komt. Mijn gezicht betrekt omdat de dokter niet zo heel blij kijkt.

Is dit echt! Ben ik verkracht. Hoe, waar, wanneer. Er komen zoveel vragen in me op. Ik voel me ineens minder happy. Waarom ik zovaak misselijk was en flauwviel bleek een mengeling van niet eten en de medicijnen. Ik was gelukkig niet zwanger. Moest er niet aan denken. Alles wat er verteld was ging langs me heen. Ik was in een hele andere gedachte. Bram zat erbij, hij had mijn hand vast en wreef met zijn duim over de bovenkant van mijn duim. Ik kreeg en stoot in mijn zij. Auw, riep ik. Waarom doe je dat. Bran keek me teleurgesteld aan. Ik kreeg geen reactie. Ow, sorry dan. Wat is er? Het is nogal wat he. Ja dat kun je wel zeggen. Diep in mijn gedachte was ik eigenlijk wel een heel klein beetje blij dat ze eindelijk wisten wat er was. Ik ging bij bram in zijn armen liggen.

Zo, dit ziekenhuis ga ik de komende jaren niet mee in hoop ik. Ik zat op de bank samen met bram. Ik keek hem aan. Wat was ik toch blij met hem als mijn vriend en wat heb ik toch een geluk dat ik zo'n goede vrienden heb. Dit is echt liefde, ik weet het zeker!

Lees nu ook mijn andere boek 4.08 lokaas!

Love Me❤ MoordvrouwWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu