Hoofdstuk 5

46 8 4
                                    

Ik loop in het park van mijn oude stad. Het is mooier en groener dan ooit. Ik heb een korte gele jurk aan. Ik krijg bijna tranen in mijn ogen als ik ernaar kijk. Het was mijn lievelingsjurk totdat ik in een boze bui m'n kledingkast in de fik had gezet. Als ik opkijk zie ik een blauwe vlinder die wild rondfladdert. Het lijkt wel alsof het zachtjes aan het neuriën is. Ik volg het als het van me wegvliegt. Omdat ik alleen maar naar de vlinder kijk, merk ik niet dat er een boom staat. Ik bots er keihard tegenop, maar vreemd genoeg doet het geen pijn. Ik kijk om me heen en merk dat ik niet meer in het park ben. Ik sta op een open plek, om me heen staan donkere bomen die hun takken naar me uit lijken te steken. Opeens wordt het donker. De vogels stoppen met fluiten. 'Aaaaaaaah!' Ik hoor een gil. Ik kijk geschrokken om me heen. Het gegil blijft maar doorgaan. Ik zak huilend op de grond. Opeens raakt een hand mijn schouder. Verbaasd kijk ik op. Edward! Hij fluistert: 'Rustig maar, het komt allemaal goed. Kom, ik zal je troosten.' Ik kruip in zijn armen. Zijn zwarte haar hangt in plukken over zijn blauwe ogen, zijn perfecte jukbeenderen glinsteren in het licht van de maan die ondertussen is opgekomen. Ineens kijkt hij op. Dan worden zijn ogen rood. Niet zoals als je gehuild hebt, echt bloedrood. Hij wordt witter en witter. Zijn nagels groeien in scherpe punten. Hij laat me los en staat op. Hij kijkt me aan met zijn bloedrode ogen. 

Geschrokken kijk ik hoe hij een angstaanjagende brul uitstoot. Hij lijkt helemaal niet meer op de lieve, zachte, knappe Edward die ik kende. Opeens pakt hij me vast. Hij grijpt mijn nek en bijt zich erin vast. Ik probeer te schreeuwen, maar er komt geen geluid uit mijn keel. Ik voel hoe ik word leeggezogen. Ik zie alleen maar het lichaam van Edward, waar een harige staart uit komt groeien. Ik voel hoe ik langzaam wegzak in het donker.

***

Ik schrik wakker, mijn bed is nat van het koude zweet. Ik hijg en kijk op mijn wekker. 03:51. Probeer mezelf te kalmeren. Het is niet echt. Het is maar een droom. Toch wist ik dat dat niet waar was. Edward is een vampier/weerwolf. Hij heeft me proberen leeg te zuigen. Ik heb tegen hem aan gelegen voordat hij dat probeerde. Veel weet ik er niet meer van. Wel dat ik in het ziekenhuis wakker werd en dat ik dacht: hoe heb ik die klootzak ooit kunnen vertrouwen. Ik scheld normaal nooit, maar ik was verschrikkelijk kwaad. Op Edward, op mijn ouders, op m'n vriendinnen, maar vooral op mezelf. Dat ik me zo kon laten meeslepen met een vampier/weerwolf. Ik zat te denken dat ik het een weerpier zou noemen. Nadat ik Edward had vertrouwd, vertrouwde ik niemand meer en besloot ik om nooit meer verliefd te worden. Ik loop naar beneden en pak een glas water. 'Reken er maar op dat dit een slapeloze nacht wordt.' Zeg ik tegen mezelf.
----------------------------------------------
Hoi lieve lezertjes! Ik hoop dat jullie mijn boek wat vinden. Ik heb hard aan dit hoofdstuk gewerkt. Zoals jullie misschien al gemerkt hebben, is dit hoofdstuk in de tijd van nu zeg maar geschreven. Ik vind het heel cool dat jullie mijn boek lezen en ik vind schrijven ook heel leuk dus ik hoop dat jullie er hetzelfde over denken. Tot het volgende hoofdstuk!

The wrong choicesWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu