Uitslag opdracht 3 {oceanblue097, llamacornxxx & wish-a-falling-star}

59 4 0
                                    

oceanblue097

Het liep tegen het eind van de middag toen Tevin Mason belde dat ze opnieuw hadden toegeslagen.
Binnen de kortste keren waren alle rangers uit Business Unit North van het Kruger National Park in rep en roer. Schoenen werden aangetrokken, hoeden opgezet, honden aangelijnd, auto's gestart; iedereen maakte zich klaar om onmiddellijk te vertrekken.
Mya Davis, één van de weinige vrouwelijke rangers die er onder de parkwachters te vinden waren, keek strak in de grote, donkere kraalogen van haar hond Okaya. Ondanks dat Mya haar geen bevelen gaf, wist ze dat haar hond haar woordeloos zou begrijpen. Ze was goed getraind en wist precies wat er in situaties als deze van haar werd verwacht. De honden waren essentieel in de jacht op de stropers in het Park. Ze zagen beter, roken beter, en hoorden beter en leverden daardoor een cruciale bijdrage. Mya krabbelde Okaya even kort onder haar kin en nam toen een stapel geweren over van haar collega Kofi, die ze de drukkende hitte van buiten inbracht. Okaya trippelde braaf achter haar bazin aan. Ashur, weer een andere collega en tevens de ranger waar Mya vaak mee samenwerkte, nam de vier geweren van haar over en begon ze over de rangers te verdelen die buiten stonden te wachten op hun orders.
Calvon Tyler, de District Ranger van Business Unit North, vertelde kort wat gaande was alvorens alle rangers - het waren er ongeveer twaalf - zich in een van de donkergroene Jeeps hezen en ervandoor scheurden.
Mya had plaatsgenomen naast Ashur, die met een nors gezicht achter het stuur zat. Mya snapte zijn humeur maar al te goed. Er waren al meer dan 1200 neushoorns gedood dit jaar. Hield het dan nooit op? Mya zuchtte moedeloos en krabbelde Okaya, die tussen haar benen zat, afwezig achter haar oren. Sommige neushoorns in het park hadden al een cameraatje op hun hoorn. Het was een initiatief geweest van een Britse onderzoeker aan de universiteit van Chester. Als de hartslag van de neushoorn dermate steeg, sprong de camera aan. De wild-life rangers konden dan een schatting doen waar de neushoorn was en gingen er meteen op af. Deze neushoorn, die deze keer slachtoffers was geworden, was helaas nog niet van een camera voorzien geweest.
Het was geen lange tocht, maar omdat ze goed moesten opletten voor mogelijke overstekende dieren konden ze niet harder rijden dan vijftig kilometer per uur. De onregelmatige zandweg hobbelde verschrikkelijk en door de zware, emotionele sfeer die er in de lucht hing was de reis alles behalve aangenaam. Ashur en Mya wisselden geen woord in de twintig minuten die ze erover deden om bij Tevin te komen, maar dat was ook niet nodig. De twee hadden ook al zoveel samen meegemaakt dat ze precies van elkaar wisten wat ze voelden en dachten in situaties als deze. Ze wisten van elkaar dat ze beiden geen behoefte hadden aan een gesprek. Het enige wat Mya zei was: "Daar" toen ze Tevin langs de kant van de zandweg zag staan zwaaien. Ashur stuurde de auto de weg af en parkeerde hem naast de Jeep van Tevin. Mya liet Okaya eerst de auto uitstappen, voor ze achter haar hond aanging. Zij, Ashur en Okaya liepen gezamenlijk naar de andere rangers toe, die zich al verzameld hadden om het zoveelste neushoornkarkas.
Het dier zag er verschrikkelijk uit. Het lag op zijn zij, met zijn ogen gesloten. Drie lange pijlen staken uit zijn nek en op de plaats waar zijn hoorn gezeten had, was nu een bloederig gat.
Mya kreeg zoals iedere keer weer tranen in haar ogen. Ze kon er met haar verstand niet bij dat iemand dit een dier kon aandoen. Alsof zij mensen de enige wezen waren die angst en pijn konden ervaren!
"Hij bloedt nog," mompelde Ashur. "Ze kunnen niet ver zijn."
Tevin, die hem toevallig gehoord had, draaide zich naar Ashur om. "Dat was precies wat wij ook opgemerkt hadden. We gaan ons onmiddellijk verspreiden om deze stropers te vinden. Zorg ervoor dat je je wapen in de aanslag houdt. Jullie weten dat ze niet bang zijn om die van hen te gebruiken."
Er viel een ongemakkelijke stilte. Drie weken geleden waren twee van hun collega's uit Business Unit Central neergeschoten en vermoord door de stropers. Een bang en bedrukkend gevoel nestelde zich in Mya's borst, maar de wrok en woede die ze voelde jegens de stropers won het van haar angst. Ze keek Ashur aan en knikte hem vastbesloten toe. Ze moesten die stropers vinden, koste wat het kost.
De groep rangers werd opgesplitst in twee delen: een deel dat te voet de nabije omgeving zou uitkammen en een deel dat met de Jeeps wat verderop zou gaan zoeken. Mya en Ashur behoorden tot de eerste groep en met hun geweer over hun schouder marcheerden ze even later met zijn zessen door het hoge, dorre savannegras.
Drie kwartier lang vonden ze geen spoor tot Mierra Franklin, de andere en laatste vrouwelijke ranger van Business Unit North, bandensporen vond in een drassig stuk grond. "Vers," zei ze. "Ze zijn vlakbij."
En alsof dat bevestigd moest worden, klonk er opeens een schot door het rustige, stille landschap dat gevolgd werd door het hartverscheurende gekrijs van een neushoorn in nood. Voor even stonden alle zes rangers en hun honden verstijfd op hun plaats, maar toen nam hun instinct en opleiding het over en renden ze gebukt tussen de bomen en struiken door op het afschuwelijke geluid af. Algauw konden ze door het struikgewas heen de stropers zien staan. De neushoorn, met opnieuw drie van die lange pijlen uit zijn nek, lag kreunend op de grond. Mya moest zichzelf bedwingen om niet meteen haar geweer te grijpen en ze allemaal af te knallen. Ze wist dat ze daarmee haarzelf en haar collega's alleen maar in gevaar bracht. De neushoorn maakte een langgerekt, piepend geluid dat door merg en been ging. Er glipte een traan langs Mya's wang naar beneden. De neushoorn zou het, zelfs als ze de stropers nu bij hem weg zouden jagen, niet halen.
Ze was zo in haar gedachten verzonken geweest, dat ze zich rot schrok van haar walkie talkie die opeens begon te kraken. Ze trok hem snel van haar broekriem en melde zich fluisterend.
"We hebben een melding," antwoordde Calvon aan de andere kant. "Een neushoorn met een camera. We kunnen de stropers zien. Ze zijn..."
"Weten we," brak Mya hem snel af. "We zijn er al. Over."
Het bleef even stil. "De helikopter is onderweg," zei Calvon toen. "Verroer je niet. Over."
"Begrepen. Over en uit." Mya keek even snel haar vijf collega's aan, maar ze leken het gesprek allemaal nauwkeurig gevolgd te hebben en dus lieten ze zich op hun buik tussen de struiken vallen en keken met pijn in hun hart toe hoe de stropers de hoorn van de neushoorn begonnen te slachten. Het beest lag roerloos op de grond.
Het duurde niet lang voor Mya en bekende geluid van de helikopter door de lucht hoorde. Ze had scherp liggen luisteren en hoorde hem eerder dan de stropers, maar toen ook zij het opmerkten, ontstond er lichte paniek. De stropers begonnen razendsnel hun spullen bij elkaar te zoeken. Ashur, die naast Mya lag, worstelde zich omhoog tot hij op één knie zat, laadde zijn geweer, richtte en haalde de trekker over. Het schot tuitte in Mya's oren en haar hart klopte wild in haar keel. Een van de stropers greep gillend van pijn naar zijn been en viel op de grond.
Mya volgde snel Ashurs voorbeeld en greep ook haar geweer. De stropers waren overrompeld en gedesoriënteerd. Ze moesten nú handelen voor de stropers weer bij hun positieven konden komen en terug zouden gaan vechten.
Mierra, aan de andere kant van Mya, was de volgende die een kogel afschoot, maar het geluid van het schot viel in het niet bij het lawaai van de helikopter, die nu boven hen zweefde. "Laat je wapens vallen en geef je over!" brulde de stem van Calvon door de luidsprekers, maar de stropers hielden hun geweer stevig vast.
Niemand van de rangers had iets gezien, maar het was alsof een van de stropers een teken had gegeven. Opeens draaiden ze zich allemaal om naar de struiken waar Mya en haar team verborgen zaten en begonnen ze te schieten. Meteen lieten alle rangers zich op hun buik in het gras vallen. Mya voelde de kogels langs haar heen suizen en drukte haar gezicht nog wat verder in het zand. Haar hart draaide overuren en joeg als een trein door haar borst en het enige wat ze kon denken was: 'dit is hoe de neushoorns zich voelen. Zo is het om opgejaagd te worden.'
Vanuit de helikopter werd onmiddellijk geantwoord op de schoten. Twee stropers gingen naar de grond. Acht stonden er nog overeind. Sommige richtten nu ook hun wapen omhoog en beschoten de rangers in de helikopter.
Toen de hagelregen over haar heen een stuk minder werd, grabbelde Mierra naar haar geweer. Mya volgde onmiddellijk haar voorbeeld, nam haar geweer vast, richtte zorgvuldig op het been van één van de stropers en schoot. Grommend haalde ze nogmaals de trekker over, maar beiden keren miste ze grandioos. Ze kon niet goed richten als ze lag. Langzaam worstelde ze zichzelf omhoog op haar ellebogen, maar een hand duwde haar weer naar beneden. Ashur schudde snel het kort zijn hoofd. Mya draaide haar hoofd om naar Mierra om haar ook naar beneden te trekken, maar ze staarde recht in de lege, holle ogen van haar collega die roerloos in het gras naast haar lag. In haar voorhoofd zat een bloederig gat waar de kogel haar lichaam binnengedrongen was. Mya slaakte een gil en schoof in een reflex van haar weg. Duizeligheid overviel haar en ze legde haar wang tegen het warme zand.
Dit gebeurde niet. Dit kon niet waar zijn. Die twee dode rangers uit Business Unit Central waren verschrikkelijk, maar het was nooit echt tot Mya doorgedrongen, maar nu... Nu kwam het wel heel dichtbij. Een van haar collega's was neergeschoten. Een van haar collega's was dood.
Plotseling klonken er van rechts ook schoten. De drie stropers die nog over waren keken verschrikt op van hun geweer. De andere groep rangers die onder leiding van Tevin en Kofi met de Jeeps vertrokken waren, kwamen al schietend aanrijden. Een stroper ging neer. De andere twee legden hun geweer op de grond en gaven zich over. Ashur sprong op en dook meteen op een stroper af. Hij duwde hem tegen de grond en trok hardhandig de armen van de stroper op zijn rug, waar hij de polsen vastsnoerde met een tie-wrap. Leeshawn Miller, zijn broer Destin en Kwanzaa Clay, de andere drie collega's van Ashur en Mya, ontfermden zich over de andere nog levende stropers.
Mya haalde even diep adem en waagde het haar vingers tegen Mierra's hals te drukken. Ergens hoopte ze een hartslag te voelen, ondanks dat ze wist dat het onmogelijk was. Mierra was dood.
Verdoofd keek ze toe hoe er zeven stropers werden ingerekend. De andere vier waren fataal geraakt door de kogels die op hun afgevuurd waren.
Ondanks dat dit niet Mya's eerste keer was dat ze op stropers had geschoten was ze nog nooit zo dichtbij geweest. Ze had nog nooit zo vol onder vuur gestaan als vandaag. Ze keek droevig naar de dode neushoorn, die midden op het strijdveld lag en vervolgens naar Mierra. Waarom waren er mensen op de aarde die zulke dingen deden? Waarom?
"Mya?" Het was Ashur. Hij ving met bezorgde ogen haar blik. "Gaat het wel?"
Ze haalde even beverig adem en glimlachte wrang. "Ja, prima."
Maar Ashur, die feilloos wist wanneer ze loog, trok haar even kort tegen zich aan voor een snelle knuffel. Mya ademde zijn lichaamsgeur in, die nu verdoezeld was onder de geur van bloed en zand en maakte zich toen los. "We moeten Mierra meenemen."
Ashur knikte.
Mierra werd bedekt met een aantal witte doeken en in de helikopter gehesen, die haar naar de basis zouden brengen. Ook de lijken van de stropers werden meegenomen. De gearresteerde stropers werden verdeeld over de Jeeps.
Tegen de tijd dat ze eindelijk terugreden naar de basis, was het al donker. Okaya, die wonder boven wonder ongeschonden uit de strijd gekomen was, had haar kop op de knie van haar baasje liggen.
Mya keek even achterom naar de twee stropers die bij haar en Ashur in de auto zaten. Ze keken terug met lege, emotieloze ogen. Een van het grijsde uitdagend. Vlug keek ze weer voor zich, voor ze die stommel lach van zijn smoel zou slaan. Haar wrok jegens de stropers was vandaag alleen maar gegroeid. Haar hart kneep zich samen van woede en verdriet om Mierra en de dieren die zo genadeloos werden afgeslacht.
Dit kon zo echt niet langer. Dit moest stoppen.
En als het moest, zou ze daar persoonlijk voor zorgen.

Schrijfwedstrijd - OPEN -Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu