Leyla en ik stonden inmiddels buiten, we wilde niet te lang blijven hangen in het theehuis straks dachten ze nog dat wij een potje mee wilden spelen aan tafel.
'Waar blijft die Mohammed nou, dit is toch niet te geloven Sarah! Ze denken dat Amin hier woont en hij doet zaken? Wat voor zaken?' Ik keek naar de grond en langzaam kwamen de tranen tevoorschijn. 'Lieverd niet huilen het komt goed inshaAllah!' 'Ik hoop het inshaAllah, maar ik mis hem zo erg.. Ik heb zoveel vragen aan hem, maar zodra ik hem zie wil ik hem alleen maar omhelzen en knuffelen.' Leyla pakte me beet en troostte me, 'het komt echt goed vertrouw Allah.'
Mohammed kwam naar ons toe lopen met Rayan. 'Ik heb Amin gebeld en hij zou zo deze kant op komen, dus hij kan ieder moment hier zijn. Heb je ons nog nodig?' 'Nee barak Allahoe fiek, bedankt dat jullie ons geholpen hebben, zonder jullie waren we nu nog bezig met zoeken.' zei ik verdrietig. 'Maar wat voor zaken doet hij dan?' 'Uhm, ik denk dat ik jullie inderdaad genoeg geholpen hebt en laat het hierbij. Succes met alles!' Rayan en Mohammed liepen terug het theehuis in. Leyla keek me aan en knikte met een vreemd gezicht alsof ze wel wist wat hij bedoelde.. 'Wat is er Leyla?' 'Kom op Sarah, je begrijpt Mohammed toch wel of niet soms?' 'Nee wat moet ik begrijpen dan?' 'Ewa zaken, Maastricht en de rest, dat zegt toch al genoeg of begrijp je het nu nog niet?' 'Wat wil je nu zeggen dat hij in drugs handelt en mij in de steek laat daarvoor?' 'Ja dat daar ga ik op dit moment vanuit Sarah, en dat is vrij logisch. Hoe hard het ook klinkt!' In de verte zag ik een man aan komen lopen, was het Amin? Ik bleef staan met Leyla en we keken beide zijn kant op. Het was inderdaad Amin, wat zag hij eruit! Hij was ongeschoren en had wallen, hij had een spijkerbroek aan die hij nooit droeg en een raar jack met een bontkraag wat niks voor hem was. Met grote ogen kwam Amin op ons afgelopen, hij draaide helemaal door. Ik herkende hem totaal niet meer, was dit de vader van mijn kind en mijn man? Wat is er met hem gebeurd? Ik liep naar hem toe en stond recht voor hem.
'Amin?' zij ik met tranen in me ogen.. 'Wat is er met je gebeurd? Wat doe je hier in godsnaam?'
Amin deed niks anders dan huilen, hij pakte me hand en knielde neer en begon vreselijk te huilen.
'Oh Sarah, ik ben kapot mijn lichaam doet pijn ik kan niet meer. Neem me mee naar huis haal me hier uit..' Het enige wat we samen deden was huilen in elkaars armen. Als twee mensen die zielsveel van elkaar houden zaten we op koude stenen midden in Maastricht.. Leyla was inmiddels de auto gaan halen zodat Amin veilig mee terug kon naar ons eigen huis..