Hoofdstuk 8

98 11 6
                                    

Ik adem de frisse buitenlucht in die ik heb gemist binnen de paleismuren. Ik kijk naar Kaj die een blik terug wenkt naar mij. Hij glimlacht en ik beantwoord zijn glimlach met een glimlach die bijna een lach wordt. Snel kijk ik weg voordat mijn wangen rood worden want ik voel mezelf warm worden. Althans is het buiten een louwe temperatuur.  We nemen plaats op een houten bankje bij een grote treurwilg. 

'Vertel me eens wat over jezelf, Roy' zei Kaj.

'Ik heb een kleine familie, mijn oudere broer Jeffrey, mijn moeder Karin en grootouders. Mijn vader heb ik nooit gekend.' Zeg ik zonder hem aan te kijken. 'Ik ben dol op camera's, al heb ik er zelf geen maar in een winkeltje voor mijn huis hebben ze allemaal producten en voorwerpen die je kan uittesten en eventueel kopen. Omdat ik de koper goed ken mag ik altijd zijn aankopen uittesten en zo had ik het fototoestel leren kennen en droom er al jaren van om ooit mijn eigen camera te hebben. Maar omdat ik een D ben zal ik het nooit kunnen veroorloven met het bedrag die ik verdien met mijn toekomstig werk.'

Kaj was onder de indruk van mijn verhaal. 'Denk je dan dat je hier niet zal blijven en geen prins wordt?' Zei hij met een speelse lach.

'U hebt totaal niets aan mij, ik ben niets speciaals vergeleken met de andere Selectie-kandidaten.'

'Iedereen is uniek op zijn eigen manier.' Zei hij serieus. 'En jij bent dat zeker weten ook, dat heb je me al laten tonen.'

Ik liet zijn wijze woorden tot me bezingen. 'O ja? Wat dan?' 

'Uw zorgzaamheid toen u mij hielp met die zware doos, ik kwam toen eerder een Selectie-kandidaat tegen en die had mij niet geholpen. En uw eerlijkheid om dat verhaal aan me toe te vertrouwen. U lijkt me iemand die niet snel dingen over zichzelf verteld.'

'Dat klopt inderdaad, ik heb dit verhaal nog nooit aan iemand verteld.' Het drong nu pas tot me door dat ik het echt nog nooit aan iemand heb verteld, waar ben ik mee bezig.

'Ik vind het heel mooi van u dat u dit wel aan me toevertrouwde.' Zei Kaj glimlachend en legde zijn hand op de mijne. Ik kreeg het opeens weer warm. Hebben ze hier geen ventilator of zo. Ik beantwoorde zijn zin met een glimlach en keek naar onze handen op de bank. Waar ben ik mee bezig, hij moet me haten niet zijn handen op me gooien. 

'Ik vertel maar beter ook iets over mezelf.' Hij trok zijn hand weer terug en dacht na over wat hij zou kunnen zeggen. 'Ik hou heel veel van dieren. Van eenhoorns tot mieren. En ja, eenhoorns bestaan.'

Ik lachte om zijn opmerking over eenhoorns, als kind wilde ik altijd een eenhoorn aaien.

'Als ik geen koning als  toekomst had zou ik dierenverzorger willen worden. Maar dan moet ik een C zijn dus dat maakt het ook moeilijk.'

'Mag ik u wat riskant vragen Kaj?' Vroeg ik voorzichtig.

'Ja, kom maar op.'

'Wat is uw eigen mening over het kastenstelsel? Vindt u ze goed of juist het tegenovergestelde?'

'Hmm, die vraag heb ik nog nooit gekregen.' Zei Kaj diep aan het denken. 'Ik heb het daarom ook nooit moeten vertellen, en ik weet niet wat de consequenties ervan worden maar toch ga ik je vragen om mijn mening geheim te houden. Ik denk dat u wel betrouwbaar bent, kan ik u vertrouwen?'

'Ja dat kan u zeker! De enige persoon aan wie ik het zou kunnen zeggen is een blad papier en een schrijfobject, maar zelf hen zou ik het niet vertellen.'

'Goed. Als ik heel eerlijk moet zijn vind ik het hele kasten idee heel vervelend. Alsof mensen hun dromen niet mogen waar maken en maar moeten doen wat van ze verwacht wordt. Als ik een wens heb zou ik ervoor streven en kan niets me in de weg zitten. Maar dat kastenstelsel is het probleem van alles.'

'Zo denk ik er precies ook over!' Zei ik instemmend en misschien iets te enthousiast.

Kaj lachte om mijn blije reactie over zo iets belangrijks. 'Natuurlijk kan niemand er iets aan veranderen.'

'Jawel toch? Dat kan u.'

Kaj keek me geschrokken aan. 'Hoe bedoelt u?'

'U bent immers troonopvolger, als koning zou je alles in Zalea kunnen veranderen.'

'Zo heb ik het nog nooit bekeken. Maar toch zal het heel ingewikkeld zijn om dat te doen, het kastenstelsel is opgericht om geen chaos te veroorzaken in het volk.'

'Volgens mij doet het kastenstelsel dat juist wel.' Zei ik menend.

'Hmm, ik weet natuurlijk niet hoe het is om in een ander kastenstelsel te zitten behalve A. Dus ik zal het maar van je moeten geloven. Maar die zorgen zijn voor later. Als ik koning ben zal dat bovenaan mijn to-do lijstje staan.'

'Vergeet dan niet aan me te denken, als het lukt om een beter idee te verzinnen dan het kastenstelsel dan zal ik erg trots op je zijn.'

'Of jij bent degene die naast me zal staan als ik het nieuw aan het volk vertel.'

Ik werd verlegen door wat Kaj zei. 'Dat denk ik niet hoor, zoals ik al eerder zei, je maakt meer kans bij de andere Selectie-kandidaten.'

Kaj beantwoorde me met een hoofdschuddende glimlach. 


Eenmaal op mijn kamer kon ik me op mijn bed laten vallen. Ik ben dat 'u' zo helemaal zat, hoe kan iemand nou steeds met 'u' praten, alsof je een rijke tata bent. Mijn plan om hem me te laten haten is ook helemaal misgelopen. Ik geef het maar beter op. 

AlltheseSelectieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu