The Lost Princess

hoofdstuk 20

In de media staat gewoon een liedje waar mijn vriendin helemaal gek op is.

POV JUVIA

We liepen naar buiten en gingen ieder onze eigen weg.

"Oké, waar moeten we naar toe?" Vroeg ik aan Siri.

"Ze zijn meestal actief in het oosten van de stad. Als we daar over de daken lopen zouden we alles goed moeten zien."

We liepen naar het oosten van de stad en gingen ieder op een huis zitten. We hadden voordat we hier naartoe gingen nog wat capes gekocht met capuchon, zodat niemand onze wapens en gezicht kunnen zien.

Op een gegeven moment hoorden we mensen gillen en het geluid van hoeven op de straat. Tijd om in actie te komen. Siri en ik sprongen over de daken totdat we naast de koets aan het rennen waren, ieder aan een kant.
We begonnen wat sneller te rennen, totdat we ruim voor de koets waren en we sprongen ervoor.

De paarden begonnen te steigeren en te hinniken en de koets kwam tot stilstand.

"Aan de kant of ik rij jullie over!" Riep de man die de koets bestuurde, maar we gaven geen krimp.

"Wat is hier aan de hand!?" Riep een van de twee dieven die uit de koets kwam.

"Maakt dat jullie wegkomen, rotjongens!" Riep de andere dief.

Siri en ik deden onze capuchon af. "Noem je ons nu nog steeds 'rotjongens'?" Vroeg Siri.

De dieven begonnen te fluiten. "Hey jongens! We hebben de jackpot!" Riep een dief en er kwamen nog drie dieven uit de koets. Er stonden nu zes dieven voor ons.

"Wij zijn geen prijs." Zei Siri.

"Wat dan? Onze nieuwe vrouwen?!" Zei een van de dieven.

"Nee, wij zijn jullie ergste nachtmerrie." Zei ik en de dieven deden een stap achter.

Ik legde mijn handen op mijn wapens en Siri en ik begonnen op ze af te rennen. De dieven kropen in een hoek en bedekte hun hoofd.

"Alsjeblieft doe ons geen pijn!" Zei een van de dieven.

"Wat?" Vroeg Siri verbaast.

"W-we kunnen n-niet vechten." Zei een dief met een bibberende stem.

Ik gooide ze wat touw toe. "Maak jezelf vast en we doen jullie niets."

Ze knikten en begonnen zich vast te maken. We hoorden mensen van het paleis aankomen en we renden snel weg.

"Dat was makkelijk." Zei Siri.

"Ja, en de jongens maar zeggen dat het moeilijk was."