hoofdstuk 6

207 8 2
                                    

POV JUVIA

Ik opende de mijn ogen. Ik was in een witte ruimte. Ik kon geen muren en deuren zien. Zelf heb ik een witte jurk aan.

Ik stond op. In de verte zag ik iemand aankomen. Het was een vrouw van een jaar of dertig. Ze had blauw haar en blauwe ogen. Zij had een lichtblauwe jurk aan. Ik herkende haar meteen en rende naar haar toe.

"Mam!" En ik omhelsde haar.

"Hallo lieverd."

"Ik heb je gemist." Een traan rolde over mijn wang.

"Ik jou ook." Ze veegde mijn traan weg.

"Waar zijn we eigenlijk?"

"In jou droom."

"Dus ik droom dit maar?"

"Nee, ik ben jou komen opzoeken in jouw droom." Ik knikte.

"Maar wat doe je hier eigenlijk?"

"Mag een moeder haar dochter niet opzoeken?" Ik begon te lachen. "Ik wil graag weten hoe het met je gaat. Wat er is gebeurd toen ik weg was. En hoe het nu gaat in je nieuwe leven."

"Toen ik vader vertelde wat er gebeurde werd hij anders. Hij vertelde het volk dat ik vermist was. Ik mocht niet meer het paleis verlaten. De enigste vriendin die ik daar had was Scarlet. Zij moest mij beschermen als er iets gebeurde. Een week geleden was er een aanval op het paleis. Scarlet en ik renden naar de uitgang. We werden omsingeld. Ze had ze allemaal verslagen dachten we. Ze kreeg een zwaard in haar maag door mij te redden." Ik voelde mijn tranen weer opkomen.

"Kyle doodde de man. Ik rende weg naar het bos. Daar ontmoette ik Wendy. We gingen naar de stad waar we in een hotelkamer overnachtten. Ik begon haar als een klein zusje te zien." Ik glimlachte.

"We werden ontvoerd door mensenhandelaren. Daar ontmoette ik Siri. Ze is een goeie vriendin, terwijl ik haar nog amper ken. Ze heeft twee broers, Gray en Ace. Ze zijn allebei erg aardig. Ze hebben ons gered van de e mensenhandelaren. Ik was er slecht aan toe, dus hebben ze me verzorgd bij mij hun thuis. Flora heeft me daar gebracht. Daar ben ik nu ook." Ze knikte.

"Heb je het ze al verteld?"

"Nee nog niet."

"Waarom niet?"

"Omdat ik niet weet hoe. En als ik het vertel dan geloven ze me toch niet."

"Hier." Er verscheen plotseling een boek uit het niets. Ze pakte het en gaf het aan mij. "Dit is bewijs. Maak het boek pas open als je het hen hebt verteld." Ik knikte.

"Oké, maar wat is dit voor boek?"

"Daar kom je snel genoeg achter."

We hoorden een kleine knal. Mijn moeder keek me bezorgd aan.

"Je moet wakker worden!" Ik probeerde wakker te worden. Mijn moeder was aan het vervagen.

The Lost PrincessWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu