Change

4. markt

Tijdsprong 1 dag

Eindelijk school voorbij. Samen met Tim fiets ik naar huis. Vandaag hebben we allebei 6 uur. Dus het is nu ongeveer half drie. Als ik thuis aanbel doet mijn moeder open. "Tim en Vaness zouden jullie even naar de markt willen mij?" vraagt mijn moeder. Ik knik en krijg dan vijftien euro in mijn hand geduwd. Tim is inmiddels naar zijn huis gelopen en heeft van zijn moeder ook vijftien euro gekregen. "Vaness, koop maar ook iets kleins voor jezelf" zegt mijn moeder dan en duwt nog vijf euro in mijn hand. Hoe kan je nou iets kopen voor vijf euro, denk ik bij mezelf. Ik probeer te glimlachen naar mijn moeder en geef haar mijn schooltas. Mijn moeder loopt er mee weg en komt dan meteen weer terug. "Je moet daar je koopwaren indoen" zegt ze. Ik heb mijn tas weer terug maar deze keer is die leeg. Ik doe hem om mijn stuur van de fiets die mijn moeder blijkbaar had gekocht voor mij. "Doei" zeg ik dan tegen mijn moeder. Mijn moeder komt dichterbij in een kus op mijn voorhoofd te plaatsen. "Oke" zeg ik en fiets weg.

Tim is inmiddels al naast me komen fietsen. "Weet je waar de stad ligt?" vraagt hij dan. Ik schud mijn hoofd. "Dan ben ik jouw navigatie" zegt hij met een brede glimlach. Ik glimlach zwakjes terug. "Linksaf!" roept Tim. Nu moet ik een scherpe bocht maken en val ik bijna van mijn fiets af. "Nou super navigatie die me pas op het laatste moment waarschuwt" zeg ik een beetje geïrriteerd. Het enigste wat hij doet is lachen.

Eindelijk na het slechte navigeren zijn we bij de markt aangekomen. "Wat wil je kopen?" vraagt Tim. "Uhm appels en peren ofzoiets" zeg ik. "Bel je ma" zegt hij. Ik doe net of ik zijn slaafje ben en doe het gewoon. Wanneer ik het nummer heb ingetoetst is Tim zijn moeder denk ik ook aan het bellen.

Dit is het gesprek met mijn moeder:

Ik: "Mam, Ik moet van Tim vragen wat ik moet kopen" 

Mam: "Nou appels en kabeljauw en uh groente die jij lekker vindt"  

Ik: "Oké, dan koop ik bloemkool, appels en kabeljauw"  

Mam: "Als je iets leuks ziet kan je et wel kopen als je genoeg hebt' 

Ik: "Oké"  

Mam: "Doei" 

Ik: "Bye" 

Mijn moeder heeft het gesprek beëindigd.

Als ik klaar ben is Tim ook net klaar. "Oke ik moet naar de viskraam" zegt Tim dan. "Ik ook" zeg ik en zetten onze fietsen op slot en lopen naar de kraam. 

Ik sta in de rij naast Tim. "Oké nog wat te vertellen?" vraag ik dan aan Tim. "Nou, uhm hoe ging et op school?" vraagt hij dan. "Wel goed, samen met Pip, Ira, Ashley en Isabel" zeg ik. Dan zie ik dat Tim slikt. "Uh, voel je nog wat voor haar?" vraag ik dan glimlachend. Hij schudt zijn hoofd. "Hahaha dus wel" zeg ik tegen hem en prik in zijn buik. "AAH, misschien" zegt hij dan. "Wie heeft et uitgemaakt?" vraag ik dan. Hij wijst naar zichzelf. "Omdat?" vraag ik dan. "Nou, ik vond ons niet zo bij elkaar passen" zeg ik dan. "Uh, en je bent nog op haar?" zeg ik onbegrijpelijk. Hij haalt zijn schouders op maar begrijp niet waarom en glimlach maar gewoon. Als ik aan de beurt ben vraag ik meteen aan Kabeljauw. "Dat is dan 4,50'' zegt de man in de kraam. Ik geef het geld en krijg dan een zak in mijn hand geduwd met een vis erin. Dan krijg ik ook nog wisselgeld. Ik blijf erbij staan voor Tim. Als hij ook heeft betaald lopen we weg. "Oké, nu naar de fruit afdeling?" zeg ik droog. Tim knikt en we lopen naar de fruitkraampjes. Ik kijk naar de appels. Ze zijn erg goedkoop. Van mijn vader heb ik geleerd om als iets te goedkoop is het te onderzoeken, het kan zomaar gebeuren dat er vergiftiging of iets verkeerds inzit. "Oh je hebt ons, ik wist niet dat iemand ooit zou ontdekken dat er vergiftiging in de appels zitten" zegt de jongen bij de kraam. Ik kijk hem raar aan en zie dat hij het sarcastisch bedoeld. "Lieverd, denk je nou echt dat er iets inzit?" zegt hij dan met een lief en stemmetje. Ik kan me lach niet inhouden. "Oké, die appels wil ik" zeg ik en wijs naar een paar peren. "Uh, wat wil je?" zegt hij. "Oh shit" mompel ik en wijs dan naar de appels. "Haha, oke" zegt de jongen. Hij pakt de appels en ik geef het geld.