Chapter Ten

1.2K 65 0
                                    

Back to Nassima:

Een hele week en het voelde alsof ik Redouane miste. Ik miste een idioot, hoe laag kon ik zinken. Als hij maar niet gepakt werd! Anders zou er wat met hem zwaaien. Het was vandaag de dag dat hij terug zou komen en ik bleef afwachtend naar de deur kijken. Hij zei: een week. Als hij langer dan een week wegblijft heb ik problemen, want er is niet genoeg voedsel hier in huis. De deur ging open. Mijn mond viel open. Ik sprong van mijn plek en rende naar de deur. Daar omhelsde ik Redouane. Toen ik hem losliet, besefte ik wat ik had gedaan. Ook hij was verbaasd. "Voor alle duidelijkheid: dit gaan we aan niemand zeggen", zei ik. Redouane lachte. "Wat jij wilt, ben je nu klaar om te vertrekken?"vroeg hij. "Jeppp, heb je mijn ticket?"vroeg ik. "Zit waarschijnlijk bij je papieren", zei Redouane. Ik keek hem schuin aan. "Wat bedoel je?"vroeg ik. "Geen idee, ik ging er vanuit dat je je ticket bij je papieren had verstopt", zei hij. "Welke ticket??"vroeg ik. "Geen idee, jij zei..", begon Redouane. "Slimmerik!! Ik dacht dat je mij een ticket ging kopen", zei ik. "Ja, daar heb ik het geld niet voor, ik dacht dat je zelf al een ticket had in je tas", zei Redouane. Ik lachte sarcastisch. "Juist ja, ik ben in Belgie en ik koop een ticket terug naar Belgie... hoe achterlijk denk je dat ik ben??"vroeg ik. Redouane legde zijn rugzak op de grond. "Wat een leuke welkom-thuis gevoel krijg ik hier", zei hij en liep naar de zetel waar hij ging liggen. 

 "Dus even een samenvatting, jij hebt mijn paspoort, maar geen geld voor twee tickets terug naar Belgie", zei ik. Redouane knikte. "Jepp, weer een probleem, ze blijven maar komen", zei hij. Daar moest ik onnodig om lachen. "Dit is een ramp", zei ik. "Off... we verdienen het geld gewoon", stelde Redouane voor. "Oh fijn, weer een geweldige plan van jou", zei ik en ging zitten. "We kunnen werken in een restaurant hier vlakbij, jij als afwasser en ik als ober", zei hij. "En waarom moet ik afwassen?"vroeg ik. "Misschien omdat je de taal hier niet spreekt?"zei Redouane. Ik keek hem niet eens aan. "Misschien." Het was weer een tijd stil. "Dus gaan we nog? Want eten is hier ook al op", zei ik. Redouane moest uit het niets lachen. "Echt, voedsel zit bij jullie in de famillie, ik hoorde je broer Badr al daarover beginnen", hoorde ik Redouane zeggen. "Je hebt mijn broer gesproken???"vroeg ik. "Nee, ik hoorde hem praten tegen zijn vriendin", zei hij. Vriendin??????? "Welke vriendin??"vroeg ik. "Je weet wel, ene Aya", antwoordde hij zo doodnormaal mogelijk. "Watt?????!!!"vroeg ik. "Weyoo, chill, doe rustig", zei hij. "IK DOE NIET RUSTIGGG!! AYA IS MIJN BESTE VRIENDIN!!! En... ze heeft iets met mijn broer... awiliii", zei ik. "Echt ik ben niet eens een maand weg en mensen hebben al toekomstplannen", zei ik. Redouane lachte.

 "Zo zie je maar", was zijn enige commentaar. "Wat sta je daar nog te liggen, we moeten ervoor zorgen dat ze ons aannemen en zodra we het geld hebben, zijn we hier weg", zei ik. Redouane stond op. "Ik ruik een plan", zei hij. "Weet je wat ik niet ruik? Eten!! Laten we een baan zoeken", zei ik en voor het eerst kwam ik buiten. Het was zo'n mooi weer. Vogels waren aan het fluiten, Redouane had een gevecht met een kat. "Redouane, laat die kat nou met rust", zei ik. "Maar hij zit achter mij aan", zei hij. Ik rolde met mijn ogen. Volwassen, zo gaan ze ons echt aannemen. In het restaurant aangekomen, liet ik Redouane het woord doen. De baas gunde me maar één blik en daarna zei hij iets dat ik niet verstond. "Wat zei hij??"vroeg ik toen hij wegliep. "We mogen morgen beginnen", zei Redouane blij. Ik sprong van de blijheid. "Dat meen je niet!! Geweldig!!"zei ik. Niet te geloven dat ik, Nassima, blij zou zijn om hier te werken. Ik werkte liever bij belangrijkere zaken. Bedrijven, het echte leven. Niet in een restaurant als afwasser. Maar dat betekende dat ik bijna hier weg zou gaan. "Hoeveel krijgen we hier betaald?"wilde ik weten. "Je kan zeggen dat we hier nog twee maanden gaan vastzitten als we beide hier weg willen", zei hij. Ik knikte. Paniek sloeg toe. Twee maanden???? Met die aap?? Nee, ik hield het hier niet eens een dag vol. Zonder Redouane niet eens een uur, dat moest ik toegeven. "Kunnen we dan op z'n minst een tv gaan halen?"grapte ik. "We zijnn niet van plan om hier eeuwig te blijven, we werken de hele dag door tot we er geraken! Geen tijd voor plezier", zei Redouane. "Tot je dienst, chef!"zei ik droog. Thuis liep ik naar de badkamer. Ik kreeg kleren van Redouane die hij thuis van zijn zus had gepakt. Daarmee was ik heel erg blij. Ik maakte de woedoe en verrichtte het gebed. De hele nacht door dacht ik steeds aan mijn eerste werkdag... als afwasser

Bestolen Door De LiefdeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu