Chapter Six

1.5K 66 0
                                    

Goed, ook al had je er genoeg van, toch had je niks te zeggen. Ik keek naar mijn vastgebonden zelf. "Je meent het, hé?"vroeg ik. Redouane knikte. "Zo blijf je binnen, jij laat me ook nooit een keus", zei hij geërgerd. "Ik moet bidden", zei ik dan. Redouane sloeg zijn hoofd tegen de muur. "Ik wist dat ik iets vergeten was", was zijn commentaar. Hij maakte me los en wees me de badkamer. "Gebedskleed is hier, maar echt niet wegrennen", zei hij. Ik knikte glimlachend. "Zal niet gebeuren, je moet me eens leren vertrouwen", zei ik. Ik liep de badkamer in en zuchtte. Ik moest hier weg, maar ik moest inderdaad ook bidden. Ik dacht even na en besloot om eerst even te bidden. Dat was het belangrijkste. Ik deed mijn hoofddoek uit en deed de woedoe. Nadat ik mijn hoofddoek terug had aangedaan, liep ik de badkamer uit. Ik zag Redouane nerveus kijken. "Zie je, ik ben hier", zei ik. Ik verrichte de gebeden die ik gemist had en toen ik klaar was, was ik me weer bewust van mijn omgeving. "Dus je gaat me hier echt vasthouden?"vroeg ik. Redouane antwoordde niet. "Echt waar? Hier?"ging ik door. Stiekem hoopte ik dat ik hem irriteerde.

 "Weet je, je kunt soms echt vervelend zijn", zei hij enkel. "Ik zal je niett vastmaken, maar alle ramen en deuren zijn vastgemaakt, dus je kunt niet weglopen", vertelde Redouane. "Wat als ik een manier vind?"probeerde ik hem nog nerveuzer te maken. "Gewoon niet doen, ik geef je hier alles wat je wilt dus echt ontvoeren is het niet", zei hij. "Het is tegen mijn wil in", zei ik. Redouane maakte een kots gebaar. "DAT IS WAT JE MET ME DOET", zei hij dan nadat hij was uitgekotst. Ik moest lachen. "Tja, wat kan ik zeggen? Ik ben guuuudd", zei ik. Redouane ijsbeerde door de woonkamer. "Ik moet jouw paspoort zien te pakken", zei hij dan na een tijd. "Ik moet terug naar Belgie", zei Redouane meer tegen zichzelf. "Wat gebeurt met mij?"wilde ik weten. Redouane keek mij aan. "Oh shit! Je bent hier ook nog", zei hij. "Ja, wat dacht je? Dat ik opeens zou verdwijnen?"vroeg ik. Hij schudde geïrriteerd zijn hoofd. "Jij ... maakt iedereen het leven moeilijk", zei hij. Ik knikte. "Wat wou je eraan doen dan?"vroeg ik. Redouane liep weg en toen hij terug kwam, zag ik dat hij eten mee had. "Vanwaar komt dat nu?"vroeg ik. "Ik had voor dit hele gedoe wat eten gehaald", vertelde hij. "Kom eten", beval hij. "Wat als ik geen honger heb?"vroeg ik. "Jij? Geen honger? Ben je weer grappen met me aan het uithalen?"vroeg hij. Ik zuchtte. "Je hebt gelijk, wie hou ik nu voor de gek? Pas me de cola", zei ik. Na een heerlijke maaltijd, was ik opeens stil.

 "Is er iets?"vroeg Redouane die me zag staren naar de plek waar eerst al ons eten had gelegen. "Als we zo doorgaan, gaan we echt dik worden", zei ik opeens. "Waauww, waar jij je zorgen om maakt, ik moet nog steeds bedenken wat ik met jou aan moet", hoorde ik Redouane mompelen. "Jij moet dankbaar zijn", zei ik. Ik stond op en liep naar de zetel. Ik verveelde me kapot. Moest ik nu gewoon thuis zijn, dan zou ik me bezig houden met verder werken. Ik werkte me altijd suf. Zelfs mijn moeder vond dat en zei dat ik zo nooit aan een man zou komen. Want mannen wouden vrouwen die schoonmaakten en kookten en niet de hele tijd bezig was met werken. Onzin. "Waarom heeft Marrouane me ontvoerd?"vroeg ik uit het niets. "Is dit weer een grap? Jij bent Nassima El Marji! Je bent rijk", zei hij. "Jij praat eindelijk! Soms praat je poep, maar nu... nu heb je gewoon gepraat", zei ik. Redouane moest lachen. "Je hoofd is poep, laat me nadenken", zei hij. "Ohhh, je kunt nadenken", zei ik ontroerd. "Hou je bek! Pff alatiefff, ik wil zelfs ontslag nemen als jouw ontvoerder", hoorde ik hem zeggen. Daar moest ik om lachen. "Weet je wat pas echt erg is? Als je voor me zou werken, dat is zelfmoord plegen als hobby", vertelde ik hem. Redouane gaf me een blik die zei: wat-praat-je-nu-weer? Ik moest om zijn gezicht lachen. Redouane begon uit het niets ook te lachen. "Waarom lach jij nu weer?"vroeg ik aan hem. "Geen idee, ik denk dat jouw lach aanstekelijk is", antwoordde Redouane. Het was midden in de nacht en ik kon nog niet slapen. Ik had van Redouane een eigen kamer gekregen. De kamer zonder ramen. Lief, hé? Als het tijd was om te slapen, dan zou hij de deur op slot doen moest ik van plan zijn om midden in de nacht hem te vermoorden. Aansteller! "Redouane??"riep ik. Hij had de kamer naast de mijne. "Wat??"riep hij terug. "Hoezo je hebt geen vriendin?? En die meisje dan in het hotel??"vroeg ik. "Waarom begin je daar nu over???"vroeg hij. "Ik verveel me!!"riep ik terug. "Ze is gewoon een nicht waarmee ik moet trouwen", zei hij. 

Bestolen Door De LiefdeWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu