Deel 1 Hoofdstuk 1

309 17 2
                                    

Imad:

Ongeduldig stapte ik uit mijn auto en liep met grote stappen terug naar huis. Ideale dag om mijn mobiel te vergeten, vooral met een te nieuwsgierige en achterdochtige vrouw thuis. Dat stoorde me nog het meeste aan haar de laatste tijd. Dat wantrouwen van haar. Ik was het meer dan zat en liet het haar weten ook!

Nour dacht dat als we eenmaal getrouwd waren, ik zou veranderen in iemand die ik nooit geweest was. Dat ik romantischer zou zijn misschien? Vaker dingen met haar zou ondernemen. Maar om eerlijk te zijn, ik kon de laatste tijd haar aanwezigheid niet uitstaan, al betrof het maar enkele minuten. Ik wist natuurlijk wel waardoor dat kwam en ik denk dat zij dat ergens ook wel wist, diep van binnen. Ze is altijd al slim geweest, ik denk dat ze het alleen niet wilde toegeven. Niet aan mij of aan zichzelf. En al zou ze het toegeven, dan nog. Ik zat vast. Mijn familie was gek op haar, ze droegen haar praktisch op handen. Ze was ook goed voor ze, daar niet van. Ik wist dat haar familie en de mijne me het niet in dank zouden afnemen, als ik iemand als haar zou bedonderen. Aan de andere kant, zij leefden niet samen met haar, maar ik.

Nour is geen slechte meid, begrijp me niet verkeerd. We hadden onze momenten, momenten dat we gelukkig geweest waren, voornamelijk voor we trouwden. Maar ja, in de periode dat we een relatie hadden, hadden we alles ook wel gezien en gedaan. Op het lichamelijke na dan. Daar was ze altijd al op tegen geweest. Heilig boontje. Vroeger had ik juist dat aan haar gerespecteerd. Toch nam ik het haar kwalijk. Zij was de schuldige aan dit alles, niet ik. Zij had me dit huwelijk als het ware opgedrongen. Ik wilde niet trouwen destijds, nog lang niet zelfs, maar deed het voor haar. Ik hield van haar, toen nog wel. Ze wilde trouwen of onze relatie beëindigen, het had volgens haar lang genoeg geduurd en ik als verliefde jongen had de verkeerde keus gemaakt.

Het eerste jaar van ons huwelijk was nog redelijk geweest, zij leefde zich helemaal op in haar rol als huisvrouwtje en ik had net een klein eetzaakje overgekocht met een vriend en was daar druk mee. We hadden nooit een huwelijksreis gemaakt, omdat het geld er niet voor was destijds. En zelfs toen dat wel het geval was en de zaken goed gingen, tja toen kwam het er gewoon nooit van. Toch had ze nooit geklaagd, ondanks dat ik wist dat ze het maar al te graag wilde. Dagelijks stond er warm eten voor me klaar als ik thuis kwam na een vermoeiende dag werken en had ze zich helemaal opgetut. Ze was mooi om te zien, vond ik toen. Met haar grote bos donkere krullen en grote bruine oogjes. Ik speelde vaak met haar lange haar en plaagde haar door aan haar kleine neusje te zitten, wat ze haatte. Ze had een mooi gezichtje, was klein, toen nog vol op de juiste plaatsen. Nu allang niet meer, tenger was ze geworden. Het stond niet verkeerd, maar om eerlijk te zijn besteedde ik weinig aandacht aan haar uiterlijk het laatste half jaar.

Ik graaide in mijn zak naar de sleutels van het appartement, maar ook die had ik laten liggen. Haastige spoed is zelden goed en dat bleek maar weer. Ik drukte hard op de bel en vrijwel meteen ging de deur open. Daar stond ze met ogen die groter leken dan voorheen. Ze keek me vragend aan, misschien zelfs hoopvol. Ik passeerde haar, liep de gang in en ontdekte mijn sleutels en telefoon op de tafel in de woonkamer. Nog onaangeroerd. Ze had ze blijkbaar niet zien liggen. Ik keek vluchtig om me heen en mijn oog viel op de scherven in de hoek. Ik besteedde er geen aandacht aan en liep zonder haar gedag te zeggen het huis uit.

'Waar ga je heen?'

Ik zuchtte, en met tegenzin reageerde ik op haar berichtje.

'Zaak.'

Gelijk daarna weer een melding.

'Zo laat nog?'

Ik ging er verder niet op in, het waren haar zaken niet. Dat maakte ik mezelf ten minste wijs. Vandaag stond Redouan op de zaak en ondanks dat het druk was, had ik iets te doen wat momenteel prioriteit had. Ik parkeerde mijn auto voor haar huis en sloot af. Snel bekeek ik mijn gezicht in de weerkaatsing van haar raam. Twee donkere ogen kaatsten terug. Ik streek mijn shirt goed en belde wederom aan. Alleen ditmaal niet bij mijn eigen voordeur. Het duurde even voor ze de deur open deed. Ze droeg een nietsverhullende glimmende badjas. Haar licht getinte huid was goed zichtbaar. Haar steile zwarte haar had ze los hangen langs haar schouders en haar donkere ogen priemden vol lust in de mijne. Er speelde een ondeugende glimlach langs haar volle lippen. 'Hey kanjer.'
Ik volgde haar naar binnen, naar de slaapkamer..

Nour el (3)ayn.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu