Hoofdstuk 10.

236 17 4
                                    

Nour:

Aan degene die mij gebroken heeft,

Vandaag was het begin van het einde. Het begin van alles en tegelijkertijd niets. Vandaag viel mijn leven uit elkaar, alles brak..en ik weigerde om het tegen te houden. Mijn hart is vermoeid, zo vermoeid, als je dat eens had geweten Imad. Ik ben op, moe, gebroken. Ik ben niet meer de persoon die ik was, niet eens meer een schim daarvan. Ik wens jou niet het beste toe en zal dat ook nooit doen. Ik wens jou alleen toe dat je voelt wat je mij aangedaan hebt. Dat je deze pijn terug krijgt, op welke manier dan ook. Dat is wat ik jou toe wens. Ik had dromen, ik had hoop voor de toekomst, ik kon alles zijn wat ik maar wilde. Nu ben ik dood. Jij bent degene die me dag bij dag, beetje bij beetje vermoord heeft. Ik hoop dat je op een dag mijn gezicht zal zien, overal waar je kijkt en dat je dan zal inzien dat je mij kapot gemaakt hebt. Ik voel niks meer, ik wil niks meer. Ik ben klaar met vechten. Ze mag je hebben. Jij mag haar hebben.

X

Ik stond langzaam op en keek om me heen in de kamer. Alles zag er perfect uit, opgeruimder dan ooit, schoner dan ooit. Ik ordende zijn koffers en sleepte die langzaam voor het bed. Het briefje legde ik erop.

Ik had die hele nacht lopen piekeren, gehuild zoals ik nooit eerder gedaan had. Ik had letterlijk vijftig brieven geschreven waarin ik mijn hart luchtte en mijn gevoelens beschreef. Waarin ik gezegd had dat hij mijn beste vriend was. Toch verscheurde ik elke brief. Ik huilde en huilde, sloeg dingen stuk. Ik zakte ineen en wachtte op iets, op hem, maar hij kwam niet. Ik kon niets anders dan bidden, de hele nacht lang op mijn gebedskleed, smekend om een uitweg. Na uren en uren werd ik rustig. Ik voelde niets meer, enkel en alleen rust. Midden in de nacht begon ik de kamer op te ruimen, poetsen zoals ik nooit eerder gedaan had. Ik vouwde zijn kleding zonder er bij na te denken en stopte ze in tassen en koffers. Ik scheurde onze foto's en deed zijn helften tevens in de tassen. Dat ging de hele nacht zo door tot de zon opkwam.

Ik stak mijn hoofd uit het raam en voelde ijzige druppels op mijn gezicht en wist niet of dat mijn tranen waren of dat het de regen was.

Langzaam keek ik een laatste keer rond in de kamer. Naar de koffers en het briefje. Dit was het dan. Het begin van alles en van tegelijkertijd niets. Ik hoorde de bel en ik liep naar beneden, het huis uit. Tot nooit meer ziens Imad.

Nour el (3)ayn.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu