Hoofdstuk 5

264 14 0
                                    

Nour:

De telefoon ging enkele malen over voor ik haar vertrouwde stem hoorde.
'Salam..' zei ze afwachtend aan de andere kant van de lijn.
'Salam galti, hoe gaat het met jullie?' Er klonk een trilling door mijn stem en al vanaf het moment dat ik haar stem gehoord had, had ik willen uitbarsten in huilen. Ik slikte de brok in mijn keel weg.
'Benti! Alhmdl, hoe gaat het met jou en Imad, waarom horen wij niks meer van jou? Ben je ons vergeten?'
Ik schaamde me even, omdat ik niet alleen mijn eigen familie, maar ook mijn schoonfamilie verwaarloosd had. De moeder van Imad was net een tweede moeder van me, toch ging ik nooit meer mee met Imad. Ik wist dat hij me niet mee wilde hebben en meestal hadden we toch ruzie. Ik had destijds gewoon de schijn willen ophouden dat dit huwelijk niet het slechtste was wat me ooit overkomen was. Mijn arme schoonmoeder had niets in de gaten en dacht waarschijnlijk dat het aan haar lag, arme vrouw.
'Galti..' zei ik plots in een opwelling 'de reden dat ik bel, is dat ik jullie graag wil uitnodigen bij mij uh bij ons thuis..Ik heb jullie ontzettend gemist en wil graag de gemiste tijd inhalen.' Ik wist niet waar deze nieuwe vlaag van vechtlust vandaan kwam, maar ik was vastbesloten. Ik gaf niet zonder slag of stoot mijn huwelijk en mijn opgebouwde leven op voor een meid die net kwam kijken. Mijn familie en zijn familie waren de beste dingen in mijn leven en ik wist dat Imad diep van binnen nog wat om me moest geven. Al verdrong hij dat. Ik moest gewoon beter mijn best doen en dan zou alles goed komen. Dat wist ik zeker.
Mijn schoonmoeder klonk blij en zei dat ze mij ook erg gemist had. Ze gaf aan dat ze eerder zou kunnen komen om te helpen samen met Selma die nog thuis woonde. Ik stemde daarmee in, aangezien de Marokkaanse keuken niet mijn beste kant was. We spraken af dat ze twee dagen later, op zaterdag zouden komen.

Thuis aangekomen schreef ik een briefje voor Imad, mocht hij nog thuiskomen. Ik kon hem vandaag nog niet onder ogen komen, niet met wat ik nu wist. Daarom besloot ik naar mijn eigen ouders te gaan. Dat was ook langer dan een week geleden geweest en ik miste ze ontzettend. Dat zou me goed doen. Ik verwisselde mijn trainingspak voor een zwarte blouse tot net boven de knie. Mijn moeder had een hekel aan sportkleding en daarom droeg ik dat nooit als ik naar huis toeging. Ik trapte mijn broek uit en terwijl ik onhandig op mijn tenen zocht naar een dikke legging, vielen mij opeens een aantal plekjes op, op mijn armen. Kleine, niet opvallende blauwe plekken. Net zoals ik laatst op mijn benen ontdekt had. Had ik me nou alweer gestoten? Ik moest echt voorzichtiger gaan doen. Daar was dat rotding eindelijk. Ik wurmde me in de legging en bekeek het eindresultaat. Net een meisje van 12, goed gedaan Nour. Misschien mijn haar los of wat make-up op? Eigenlijk verlangde ik er zo hevig naar om weer een klein meisje te zijn, het was goed zo. Ik deed mijn zwarte manteljas aan en spoot wat parfum op.

Mijn oude straat, waar ik als klein meisje gespeeld had. Waar mijn twee jaar jongere broertje en ik vaak zingend, met alle ramen open, rondjes gereden hadden. Waar ik met mijn beste vriendinnen geheimpjes had lopen delen en mijn eerste hartbreuken had doorstaan. In deze straat was ik gevormd tot wie ik vandaag was. God..wat miste ik die tijd. Ik belde aan en hoorde mijn broertje met zware stem: 'Ja, hallo?'
'Nour' zei ik zachtjes.

Hij opende de deur vrolijk en was zoals altijd zijn blije ik. 'Nourtjeeeee, wat heb je meegenomen voor me?'
Ik glimlachte en keek hem aan, een leuke jongeman was het geworden, altijd een lach om zijn gezicht. Een echte sfeermaker. Mijn Nourdinne. Voor ik er erg in had stonden de tranen in mijn ogen en ik zag hoe zijn glimlach verdween. Ik begon te snikken en het werd me eindelijk allemaal teveel. Het besef drong binnen. Mijn leven was uit elkaar aan het vallen, zonder dat ik er überhaupt iets aan kon doen. Ik was mijn man kwijt, mijn toekomst, mijn verleden. Alle plannen die ik voor ogen gehad had. Het ergste van alles, in al die jaren was ik mezelf kwijt geraakt.

Nouredinne begeleidde me naar boven toe, naar mijn voormalige slaapkamer. Beneden zaten mijn moeder en mijn tante gezellig aan de thee, geen weet wat mijn uitbarsting. Mijn voormalige slaapkamer was nu mijn broertjes kamer. Strak ingericht, met zwart tapijt en grijze muren. Ik ging zitten op het tweepersoonsbed en hij kwam naast me zitten. Ik legde mijn hoofd tegen zijn schouder aan en dacht terug aan de eerste keer dat mijn hart gebroken was. Het had zo een pijn gedaan en ik had destijds gedacht dat die jongen de ware was. Mijn vriendinnen van toen die hadden klaargestaan voor me. Mijn moeder ook. Toch kon niemand me troosten als mijn broertje. Ook nu legde hij zijn hoofd tegen het mijne aan en pakte mijn hand vast.
'Niet huilen Nourtje, je weet dat ik dat haat..Wie heeft je pijn gedaan?'
Ik kneep in zijn grote hand en nam zijn perzik kleurige complex op. Zijn donkerblonde haar stond warrig alsof hij net wakker was. Mijn lieve broertje. Op onze lichtbruine ogen na, leken we weinig op elkaar.
'Ik herken mezelf niet meer Nour..' zei ik tegen hem. Ik was de enige die hem zo noemde.
'Alles is anders gegaan dan ik verwacht had, dan ik gewild had.' Wederom barstte ik uit in snikken en hij sloeg zijn armen om me heen.
'Het is die flikker he' zei mijn broertje opeens met een kwade ondertoon. 'Ik weet het Nourtje, ik wist het al een tijd..ik heb hem aangesproken en haar de huid vol gescholden en hij zwoor dat hij ermee zou stoppen. Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen je het te vertellen..'
Het bleef even stil en ik bedaarde na een tijdje. Ik keek mijn broertje in de ogen aan en zag dat het hem pijn dat, zag het schuldgevoel. Ik forceerde een glimlach op mijn gezicht en trok hem vast in een onhandige knuffel.
'Het is niet jouw fout' zei ik zachtjes 'het komt allemaal vast wel goed, maak je geen zorgen. Ik moest gewoon even goed uithuilen.'
Mijn broertje lachte en kneep in mijn wang.
'Botje, er is niks van je over..' zei hij op een plagende toon. 'Beloof me Nourtje, beloof me dat je het me vertelt als hij nog bezig is met die hoer. Als hij niet goed voor je is. Je hebt niks misdaan en er zit geen schaamte in om te scheiden van iemand die niet goed is voor je..'
Ik keek hem even aan en het bleef een tijdje stil.
'Het komt echt wel goed' zei ik uiteindelijk vastberaden.

Nour el (3)ayn.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu