4. Anders

309 22 18
                                    

Liselotte duwde de deur zachtjes open. Ze stak haar hoofd de slaapkamer van Linn in. Liselotte trilde een beetje, ze vond het erg lastig om dit soort dingen te doen. Ze aarzelde. 
'Euhm... Gaat het al wat beter?' vroeg ze waarbij ze de kamer verder instapte. 
'Wat denk je zelf?' Liselotte zuchtte en ging naast haar dochter op het bed zitten. 'Wij moeten zo naar het bureau. Je vader en ik... Ik bedoel euhm... Bram en ik euhm...' Liselotte liep even vast.
'Wat?'
'Menno, Carla, Fenna, Evert en natuurlijk Bram en ik hebben wat tijd vrijgemaakt, dan kunnen we je alles uitleggen, Bo gaat ook mee,' zei Liselotte zo snel als ze kon, bang dat ze weer vast zou lopen.
'Wat moeten jullie me uitleggen?'
'Alles.' Linn wachtte op meer informatie. 'Waarom je vader dood is, wat er nu speelt...' Liselotte en Linn staarde stil voor zich uit. 'Ik snap dat je hier nog even mee wilt wachten,' onderbrak Liselotte de stilte. Ze liep al richting de deur om haar dochter weer de rust te geven. Linn schudde haar hoofd. 'Ik wil het weten,' zei ze vastbesloten. Liselotte glimlachte van opluchting. Ze was blij dat Linn wou meewerken en dat ze niet nog bozer of verdrietiger was geworden. Ze liep weer terug naar Linn en gaf haar een knuffel. 'Het spijt me,' zei Liselotte, 'Het spijt me dat ik je dit niet eerder heb vertelt. Ik was gewoon heel bang dat je boos werd, op Bram, of op mij, of op je vader.' Ze keken elkaar aan. 'Nee, het spijt mij,' zei Linn, 'Ik had gewoon niet zo boos moeten worden, ik snap heel goed dat je het niet durfde te vertellen.' Liselotte ging naast Linn zitten, sloeg een arm om haar heen en drukte haar voorhoofd tegen die van haar dochter. 'Je mag best boos zijn hoor,' zei ze waarna ze Linn een dikke kus gaf. 'Maar wil je me één ding beloven?' vroeg ze toen. Linn knikte. 'Wees niet boos op Bram, hij heeft jou en mij geholpen je hele leven lang, daarvoor zelfs. Hij heeft altijd al gewild dat ik het aan je ging vertellen. Wees alsjeblieft niet boos op hem, alsjeblieft.' Linn knikte weer. Liselotte gaf weer een zucht van opluchting. 'Kom je mee?' vroeg ze waarna ze zich zelf van het bed opdrukte. 'Ja, even mijn uitgelopen mascara weghalen hoor!' zei Linn waarbij ze al voor de spiegel stond met haar make-up remover in haar hand. Liselotte lachte. 'Ik wacht op je in de auto!'

'Hah! Daar hebben we familie Amezian!' riep Evert waarbij hij een dossier met een doffe klap op zijn bureau liet vallen en op stond om zijn vriend te begroeten. 'Hah! Daar hebben we Evert van het hier en Nu-man!' grapte Bram toen hij zijn hand in die van Evert sloeg. Het team lachte om de slechte grap van Bram, tot ze zich weer herinnerde waarvoor de kinderen mee waren gekomen. 'Ga maar lekker zitten meiden,' zei Fenna waarbij ze twee bureaustoelen naar achter rolde. Linn en Bo kende het team maar al te goed. Ze waren vaak mee geweest met hun ouders naar het werk als ze zich verveelde. Ook met teamuitjes werden de kinderen vaak uitgenodigd. Ze namen stil plaats op de stoelen en keken nieuwsgierig naar de glazenwand, waar ze al snel weer van wegkeken, te gruwelijk die afbeeldingen. 'Ik denk dat het het beste is als jij eerst iets verteld, Liselotte, over jou en Thomas,' zei Menno. 'Thomas? Heet mijn vader zo?' vroeg Linn. Liselotte knikte en ging zenuwachtig voor de glazenwand staan. 'Toen ik stage liep als forensisch rechercheur had ik een mentor, Thomas, Thomas ten Holt.' Liselotte beet op haar lip bij het uitspreken van die naam. 'Ik werkte met hem samen en ik leerde veel van hem. Op een gegeven moment kreeg ik verkering met Thomas. Het ging heel lang goed tussen ons, tot ik slimmer werd dan hem.' Aan haar gezicht kon je zien dat ze spijt had van wat ze zonet had gezegd. Ze ging weer verder. 'In de zaak waar we het zo over gaan hebben, heb ik een erg belangrijke rol gespeeld bij het oplossen daarvan. Naar mijn idee heeft Thomas na de zaak gedaan alsof hij alles had opgelost. Ik kon daar niet tegen en ben toen vertrokken naar Amerika om daar te studeren.' Liselotte schaamde zich een beetje, maar ze maakte, net als zonet, haar verhaal af. 'Toen ik terug kwam uit Amerika ging ik hier werken. Na 5 jaar ontmoette ik Thomas weer, toen kwam jij, Linn.' Ze glimlachte naar haar dochter en stapte opzij terwijl Menno nam het van haar over. Hij schraapte zijn keel, zoals hij altijd deed voor hij ging spreken. 'De zaak waar jullie moeder het over had, was 25 jaar geleden, dat was een redelijk heftige zaak. Er was een man, Klaas van der Pol, die er van genoot om mensen aan een langzame en pijnlijke dood te zien sterven. Dit had te maken met een jeugdtrauma. Het ging om vijf verschillende moorden...' Menno draaide zich om naar de wand om de afbeeldingen aan te wijzen. 'Maar wacht, wat voor jeugdtrauma had hij dan?' vroeg Bo nieuwsgierig. 'De vader van Klaas van der Pol ging vaak op jacht,' zie Fenna, 'Hij vond het leuk om dieren langzaam en met veel pijn te zien sterven, hier keek hij naar met zijn zoon, Klaas dus, terwijl ze pistachenootjes aten. Hieraan heeft hij die trauma overgehouden.' Linn draaide zich verbaasd om richting Fenna. 'Maar deze zaak gaat toch om mensen?' Fenna knikte. 'Later had hij datzelfde gevoel ook bij mensen.' Linn knikte, waaruit ze liet merken dat ze het begreep en draaide zich weer om naar Menno, haar zusje volgde haar. 'Het ging om vijf verschillende moorden,' begon hij weer. 'De eerste moord werd gepleegd door middel van een vossenklem. Van der Pol zorgde dat het slachtoffer vast kwam te zitten in de klem en vervolgens na een paar uur dood zou bloeden, zoals je hier ziet.' Hij wees naar een afbeelding aan de wand. 'Bij de tweede moord liet hij mensen uitdrogen in een wildval, dat is een soort grote kooi waarin normaal wilde dieren worden gevangen.' De ogen van Linn en Bo werden steeds groter van ongeloof en schrik. 'Daarna werd er een moord gepleegd met een gif, genaamd Temic. Een uur nadat je dit gif hebt ingenomen sterf je aan een helse pijn doordat je organen worden aangetast. Vervolgens kwam er een redelijk vage moord. Wat Klaas van der Pol van plan was weten we nog steeds niet, maar er ging iets fout. Hierdoor moest hij improviseren en heeft hij het slachtoffer doodgeschoten. En dan de laatste, het levend villen.' De ogen van de kinderen stonden zo wijd open dat de oogballen bijna uit hun kassen zouden rollen. 'Nu komt het gekke,' vervolgde Menno. Volgens Linn en Bo kon het niet gekker worden, maar ze besloten niks te zeggen en zich met volle concentratie op Menno te richten. 'Zo'n 15 jaar geleden werden deze moorden herhaald. Klaas van der Pol zat die tijd in de gevangenis, hij kon het dus niet zijn. Wat bleek, zijn vriend kopieerde zijn moorden, een copycat dus. De eerste drie slachtoffers kende wij verder niet, maar de laatste twee...' Menno draaide zich richting Liselotte om met zijn ogen te vragen of zij het niet liever wou vertellen. Liselotte zei niks en staarde naar de grond. Bram besloot het te vertellen. Hij stapte naar voren en keek zijn twee dochters aan. 'Het vierde slachtoffer was jou vader, Linn. Het vijfde slachtoffer je moeder, maar gelukkig is zij nog net op tijd gered.' 
'Dat laatste geloof ik niet,' zei Linn geschrokken. 
'We hebben altijd tegen jullie gezegd dat de littekens veroorzaakt waren door glas, om het te verzwijgen, maar dit is de echte reden.' Bram liep naar zijn vrouw toe en tilde haar arm op. Hij trok de mauw van haar trui een klein stukje omhoog. 'Kijk,' zei Bram. Voorzichtig liepen Linn en Bo naar hun moeder en keken naar haar arm. Dit hadden ze toen ze nog klein waren heel vaak gedaan, als klein meisje is zoiets wel heel indrukwekkend bij je moeder. Nu ze het litteken zo zagen, leken een paar sneeën van een mes inderdaad veel logischer dan sneeën van glasscherven. Na een paar seconde voelde Liselotte zich bekeken en trok haar arm langzaam terug. 'Wat is dat eigenlijk, villen?' vroeg Bo. 'Je huid van je lichaam halen, zoals ook wel eens bij dieren gedaan wordt,' antwoordde Evert. 'Maar dat doet toch heel veel pijn?' merkte ze droog op. 'Ja, heel veel pijn,' zei Liselotte zonder dat ze eigenlijk zelf merkte dat ze sprak. Over de ruggengraten van de kinderen liep een rilling toen ze zich inbeeldden wat voor pijn hun moeder gevoeld had moeten hebben. 'Maar nu gaan de vijf moorden zich toch niet weer...' vroeg Linn waarbij ze haar zin halverwege weer afkapte. 'We denken van wel,' zuchtte Menno, 'Gisteren is er een doodgebloed persoon gevonden, zijn hand zat vast in een vossenklem. Dat is nog niet genoeg bewijs om er van uit te gaan dat het zich weer zal gaan herhalen, maar we moeten ons wel...' Menno werd ruw onderbroken door een collega die gelijk met de deur in huis kwam vallen: 'Er is een melding binnen gekomen, er is een man gevonden, vastgebonden aan een paal. Hij is waarschijnlijk uitgedroogd.' 

Driewerf - MoordvrouwWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu