5. Tunnelvisie

293 24 7
                                    

'Een paal?' vroeg Carla om zeker te weten dat ze het niet verkeerd gehoord had. De man knikte. 'Het is een bekende,' zei hij. Hij liep weer terug naar zijn kantoor. Het team, Bo en Linn bleven verbaasd achter. 'Ik snap niet meer,' zei Bo waarbij ze dacht dat ze heel dom was, 'De tweede moord zou toch gepleegd worden met een wildval?' 
'Dat klopt,' zei Fenna terwijl ze diep nadacht.
'Laten we geen overhaaste conclusies trekken, misschien heeft deze moord hier wel niks mee te maken,' zei Carla zoals ze dat altijd heel mooi zei. Ze had gelijk. Niemand had gezegd dat deze moord in de reeks van vijf hoorde. 'Liselotte, Evert, willen jullie even kijken bij het slachtoffer?' vroeg ze toen. 'Cool! Mama mag ik mee?' vroeg Bo met haar puppy-ogen. 'Nee, dat wil je niet zien,' zei Liselotte terwijl ze door het haar van haar dochter wreef. Bo was inmiddels op haar knieën op de grond gaan zitten, met haar handen in elkaar gevouwen en haar puppy-ogen nog steeds op haar moeder gericht. 'Alsjeblieft?' smeekte ze. 'Je zag al lijkbleek bij die afbeeldingen,' lachte Liselotte. Bo stond op. Nu ze terug dacht aan de afbeeldingen wou ze liever toch maar niet mee. 'Trek jij even je werkkleding aan, Liselotte?' vroeg Evert terwijl hij al klaar stond met haar jas in haar handen. Liselotte knikte en liep naar haar lab om de kleren te pakken en ze vervolgens in een toilethokje aan te trekken. 'Fenna, Bram, willen jullie verder gaan met het onderzoek in de wapenhandel?' verdeelde Carla de taken. De twee knikte en gingen gelijk aan hun werk. 'Menno, heb jij al iets opgemerkt uit het memoires?' vroeg ze toen. Hij schudde zijn hoofd. 'Ik ga nu verder lezen,' zei hij waarbij hij met een voet al in zijn kantoor stond. Carla glimlachte tevreden en liep ook haar kantoor in om nog wat telefoontjes te plegen. 

Ken je dat gevoel, dat gevoel dat je iets wilt zeggen, maar het toch niet durft. Dat de woorden je lippen doorboren, maar ze toch weer ingeslikt worden. Dat gevoel had Linn, ze wou zeggen dat het haar speet, maar wist niet hoe. Wat moest ze zeggen? "Sorry dat ik boos werd" of "Bedankt voor alles"? Ze stond op uit de bureaustoel waarop ze inmiddels onderuit gezakt was en liep aarzelend naar haar vader toe. Hij keek op met zijn grote bruine ogen en was benieuwd wat zijn dochter zou gaan zeggen, al zag hij het stiekem al een beetje aankomen. Linn begon: 'Pap, ik wil zeggen dat...' Linn barstte in lachen uit. Bram keek haar met een opgetrokken wenkbrauw aan en vroeg zich af wat er zo grappig was. Bo keek verbaasd op. Op het moment dat ze zag waarom Linn zo veel lol had, viel ze van haar stoel en lachte zo hard dat ze bijna stikte en naar lucht moest happen om niet zo blauw aan te lopen als een smurf. Evert en Fenna waren inmiddels ook opgestaan en keken net zo scheef als Bram. Bram draaide zich om naar de twee waardoor hij zag wat de meiden zo aan het lachen maakte. Daar stond Liselotte in haar 'favoriete pakje' wat ze blijkbaar heel lachwekkend vonden. Liselotte stond schaapachtig te kijken naar haar dochters, die inmiddels echt een beetje op smurfen begonnen te lijken, die ter plekke zouden sterven door een overdosis aan lachgas, en ze begreep niet wat er nou precies gaande was. 'Wat heb jij nou aan mam?' piepte Linn snakkend naar lucht. Liselotte keek verbaasd naar haar witte pak. 'Wat is er mee?' vroeg ze toen. Linn en Bo zeiden niks een lachte weer verder. Liselotte haalde haar schouders op. 'Kom je mee Evert?' Evert lachte, gooide zijn jas over zijn schouder en liep samen met Liselotte naar buiten. Ze zetten de spullen die ze nodig hadden achterin de auto van Evert. Daarna nam Evert plaats achter het stuur zitten en Liselotte op de bijrijdersstoel. Toen ze de auto instapte was het daarbinnen erg warm, de zon had namelijk erg fel op de auto geschenen. Dus draaide Evert de airco op zijn hoogste stand en startte de auto op. 
'Wel raar,' zei hij terwijl hij zijn handen op het stuur legde en het terrein van het politiebureau afreed. 
'Wat?'
'De moord zou toch gepleegd worden met een wildval? Niet met een paal.'
'Deze moord heeft hier niks mee te maken,' zei Liselotte terwijl ze strak naar buiten keek.
'Dat weet ik zo net nog niet.'
'Ik wel.'
Volgens Evert was de toon gezet en dus besloot hij de rest van de weg zijn mond te houden.

Aangekomen op plaats delict stapte de twee uit en pakte hun spullen uit de achterbak. De plek was net als bij de wildval in een afgelegen bos, waar een grote kans was dat mensen hier weken lang niet zouden komen. Behalve nu, want nu wemelde het van mensen in net zulke kleding als Liselotte. Toen Liselotte haar spullen had liep ze richting het slachtoffer om de informatie te verzamlen die ze nodig had voor een DNA-onderzoek. Toen ze het slachtoffer zag bleef ze overdonderd staan. 'Wat is er?' vroeg Evert nieuwsgierig maar tegelijkertijd ook bezorgd. Liselotte zei niks. Evert liet zijn spullen vallen en besloot zelf te gaan kijken.
'Maar dat is...'
'Ja,' zei Liselotte terwijl ze haar spullen naast het slachtoffer neerzette.
'Maar waarom is hij...'
'Geen idee.'
Evert stond met grootte ogen te kijken naar Liselotte, die inmiddels al bezig was met het onderzoek.
'Waarom ben je niet zo verbaasd als ik?' vroeg hij toen.
'Misschien maar beter dat hij dood is.'
Net als Liselotte zelf schrok Evert van haar woorden. Ze wendde haar gezicht van Evert af en ging verder met het onderzoek. Het was even stil.
'Waarom doe je nog een onderzoek? We weten toch wie het is?' vroeg Evert die inmiddels tegen een boom was gaan zitten.
'Extra bewijs. We weten ook niet zeker of hij echt aan uitdroging is gestorven.' Liselotte keek om zich heen. 'Heb jij pistaschenootjes ge...' Liselotte liep nerveus met grote stappen naar de plek waar ze de nootjes gespot had. Ze pakte ze met haar handen in haar handschoenen op en deed ze in een zakje. 'Ik heb genoeg,' zei ze terwijl ze het zakje dicht ritste. Evert knikte kort en stapte de auto in waarbij Liselotte haar volgde.

In de auto was het erg stil, net als op de heenweg. Dit keer niet doordat de twee zich aan elkaar ergerde, maar dit keer van verbazing. Niemand had verwacht dat hij hier zal liggen. Waarom hij? Waar ging deze zaak heen? Wie had dit allemaal op zijn geweten? Waarom zou je dit willen doen? Had dit ook te maken met een jeugdtrauma? Zoveel vragen en geen antwoord. Het leek alsof het hele team de zaak verkeerd bekeek. Alsof ze vast zaten in een tunnelvisie. Alsof ze zich alleen nog maar hadden gericht op de hoofdgedachte, maar die kon het niet meer geweest zijn...

Driewerf - MoordvrouwWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu