6. Belofte

318 23 8
                                    

'Ik heb de uitslagen van de DNA-onderzoeken,' zei Liselotte terwijl ze twee dossiers omhoog hield. Het team draaide zich richting Liselotte en luisterde met volle aandacht naar haar. 'Ik begin bij de eerste,' zei ze waarbij ze een dossier opensloeg. 'De moord met de wildval. Deze man heette Jan van der Pol. Hij was 63 jaar en hield erg van vissen. Dit deed hij vooral op afgelegen gebieden, omdat hij een hekel had aan kinderen die zijn vissen wegjaagde. Toen de moord gepleegd werd was hij waarschijnlijk aan het vissen op zijn vaste stekkie. Doordat dit zo afgelegen was kon niemand er op tijd bij zijn toen de klem in zijn pols sloeg.'
'Wacht even,' zei Evert, 'Jan van der Pol, familie van Klaas?'
Liselotte knikte en sloeg het dossier dicht. 'Hij was de vader van Klaas.'
'Waarom zou hij zijn eigen vader vermoorden?' vroeg Fenna.
Liselotte haalde haar schouders op. 'Volgende.'
Ze leunde over haar bureau en graaide naar het andere dossier. Toen ze het eindelijk had sloeg ze het open. 'De man aan de paal was Klaas van der Pol.'
Het team keek haar verbaasd aan en vroegen zich af of ze het wel goed gehoord hadden. Liselotte vond het gestaar een beetje ongemakkelijk en vervolgde: 'Er is nu dus geen hoofdverdachte meer.'
'Het is wel goed om te weten,' zei Carla goedkeurend, 'nu weten we zeker dat hij de eerste moord ook niet gepleegd kan hebben. Binnen zo'n korte tijd kan je namelijk niet uitdrogen.'
'Ho ho!' zei Menno waarbij hij voor Liselotte ging staan. 'Ik heb iets gevonden in het memoires, ik denk namelijk wel dat hij die eerste moord gepleegd heeft.'
Het team hing aan zijn lippen. Hij zette zijn leesbril op en pakte een paar blaadjes uit een mapje die onderdeel uitmaakte van het memoires en gleed met zijn vinger over de zinnen om te vinden wat hij zocht. 'Ah, hier heb ik het! Dit schrijft hij: "De jacht was voor mij soms zwaarder dan voor andere. Ik moest namelijk vele flessen water meedragen. Echt vervelend dat ik zoveel moet drinken op een dag."' Menno zette zijn leesbril af en keek richting het team. 'Het is dus mogelijk dat hij een soort nierziekte had waardoor hij sneller zal uitdrogen.'
'Wat wil je daarmee zeggen?' vroeg Fenna.
'Misschien heeft hij de eerste moord wel gepleegd, maar is bij de tweede wraak op hem genomen.'
'Maar waarom dan aan een paal en geen wildval?' vroeg Bram terwijl hij met een pen speelde door hem in en uit te klikken.
'Misschien doordat de moordenaar geen eer wou tonen aan Van der Pol, zoals Wim van Wezel dat wel deed.'
'Een beetje vergezocht, Menno,' zei Evert fronsend. Het team was het met Evert eens, te ver gezocht. Ze draaide zich al om om verder te gaan met hun werk.
'Of misschien is het iemand die de familie aan het uitmoorden is,' merkte Fenna op. De aandacht was gelijk weer van het werk en stond nu gericht op Fenna.
'Dat zou ook goed kunnen,' zei Carla bedenkelijk.
'Over familie gesproken,' begon Menno weer, 'Van der Pol heeft het in zijn memoires niet vaak over zijn moeder. Wel vertelde hij een keer dat hij na de jacht wel is stamppot kreeg, door zijn moeder zelf gemaakt.'
'Had hij ook broers of zussen?' vroeg Carla toen.
Menno schudde zijn hoofd en deed de stukjes memoires weer in het mapje die hij vervolgens op tafel legde. 'Ik denk niet dat die familie uitgemoord word, daar is geen reden voor. Ik blijf bij mijn standpunt.' Hij zette een stap achteruit en maakte zijn verhaal af; 'Er is daarin tegen dan ook geen reden om de tweede moord anders te doen dan het eigenlijk hoort volgens deze seriemoorden.'
'Menno doe nou niet zo eigenwijs!' zei Evert iets harder dan de bedoeling was. 'De tweede moord kon toch ook gewoon fout gegaan zijn!'
Van schrik zette Menno nog een stap naar achteren en botste daardoor tegen Liselotte aan. Hij zette zijn voet naar rechts en ging naast haar staan. 'Sorry,' verontschuldigde hij zich fluisterend naar haar. Liselotte vond het nogal ongemakkelijk en zette een stapje naar links.
'In ieder geval,' onderbrak Carla de stilte, 'We weten wie het mogelijke volgende slachtoffer kan zijn, de moeder van Van der Pol dus, op welke manier dit dan ook is. Fenna en Evert, willen jullie het adres opzoeken en daarheen gaan?'
De twee knikten en gingen aan hun bureau zitten om de benodigde informatie op te zoeken.
'Hoe heette die vrouw?' vroeg Fenna aan Menno toen ze weer opkeek van haar computer.
'Anita van der Pol,' antwoordde hij.
Fenna knikte dankbaar en keek Evert aan om te controleren of hij het ook gehoord had.
Carla ging verder met de taken verdelen; 'Menno, heb jij nog wat te lezen in het memoires?'
'Ja, zat!'
'Mooi!' glimlachte ze. 'Liselotte, Bram, gaan jullie nog even verder met het onderzoek naar de wapenhandel? Er moet daar toch wel iets te...'
'Ik heb het!' riep Evert waarbij hij opstond van zijn bureaustoel en zijn jas al had gepakt. 'Brusterlaan 21.'
'Goed werk! Willen jullie naar...'
'Ik heb slecht nieuws.' Carla werd weer onderbroken door precies dezelfde man die de vorige moord kwam melden. Als het nu maar niet weer...
'Op de Brusterlaan is een vrouw gevonden die is vermoord met Botu... Butoli... Butolinetox... ine. Butolinetoxine.' De man keek met een gerimpeld hoofd naar het lastige woord wat hij voor het gemak op een blaadje had geschreven. Het team keek hem schaapachtig aan. 'Ik weet ook niet wat het inhoud,' lachte hij toen.
'Ik weet wel wat het betekent,' zei Liselotte. 'Als je daarmee in aanraking komt sterf je binnen enkele seconde. Niet grappig dus.' Liselotte wierp de man een korte, dodelijke blik toe waarbij hij verlegen terugtrok in zijn kantoor.
'Dus deze moord hoort totaal niet in de rij van vijf,' concludeerde Bram. 'Het is een korte dood, geen langzame en pijnlijke.'
'Niet zo snel conclusies trekken, Bram. Die dood wil jij niet meemaken. Als je met butolinetoxine in aanraking komt tast het je zenuwstelsel aan. Dat betekent dat al je zenuwen in één keer op scherp staan. De pijn is onvoorstelbaar. Je sterft dan wel binnen enkele seconde, maar ik weet zeker dat het je de langste en pijnlijkste seconden van je leven zullen zijn.'
'Sorry schat.'
'Geeft niet.'
Ze schonken elkaar een korte glimlach, heel kort, waarna ze zich weer concentreerde op de zaak.
'Gaan jullie even een kijkje nemen aan Brusterlaan 21?' vroeg Carla aan de vier overige teamleden. 'En Liselotte wil je een DNA-onderzoek doen?'
De vier collega's knikten waarbij ze hun spullen pakten en zich klaar maakten om te vertrekken.

'Hier moet het zijn,' zei Evert toen hij de auto stopte en het huis aan hun rechterzijde bespeurde.
'Anita van der Pol, toch?' vroeg Fenna nog even voor de zekerheid. Evert knikte en zette zijn navigatie uit. Liselotte en Bram waren inmiddels al uitgestapt en pakte de benodigde spullen uit de auto. Er kwam een oude vrouw naar buiten rennen die Liselotte hevig om de hals vloog. De drie andere schrokken van de spontane verschijning en stonden gelijk klaar om hun wapen te trekken, je weet maar nooit. Toen ze zagen dat de vrouw huilde en geen kwade bedoelingen hadden, lieten ze hun pistool los. De vrouw droeg een soort Arabische sjaals, werkelijk op alle mogelijke manieren. Als hoofddoek, als bandana, als sieraad, als riem... Liselotte stond er ongemakkelijk bij, wie was deze vrouw? Ze huilde zo hard dat het Liselotte bij elke snik deed schrikken. Bram gniffelde om het gezicht van Liselotte en hielp haar door de vrouw van haar los te maken, in hoe verre dat ging.
'Mijn zus!' krijste de vrouw. 'Ze is dood!' Bram troostte de vrouw, maar Liselotte liep zonder er ook maar een beetje aandacht aan te besteden door, het huis in, ze was hier ten slotte voor een DNA-onderzoek. Fenna en Evert namen het van Bram over waarna Bram gehaast achter Liselotte aanliep.
'Die vrouw was super hard aan het huilen,' zei Bram nog steeds met medelijden. Liselotte zei niks en liep rustig verder. Toen ze de woonkamer inkwamen waar het slachtoffer zich bevond zette Liselotte haar spullen neer. 'Waarom doe je zo?' vroeg Bram. Liselotte keek Bram recht in zijn bruine ogen aan.
'Die vrouw troosten is niet mijn taak. Ik zou een DNA-onderzoek doen.' Ze keek weer weg.
'Volgens mij is er meer.'
Ze was even stil. 'Nee.'
Liselotte wou een start maken met het onderzoek, maar Bram hield haar tegen en pakte haar handen vast.
'Je bent bang hè, je wilt weten wie hier achter zit,' fluisterde hij.
Liselotte zij niets en keek weer weg, maar ze hield de handen van Bram stevig vast.
'Dat mag je gewoon zeggen,' fluisterde hij weer.
Liselotte knikte waarbij Bram haar een dikke knuffel gaf.
'Ik beloof je dat ons gezin niks zal overkomen.'
Liselotte knikte nogmaals en duwde zich toen weer van Bram af.
'Aan het werk,' zei ze waarbij ze haar witte handschoentjes al aan had. Bram lachte. Zo kende hij zijn Liselotte weer!

'Ik kwam thuis en opeens lag mijn zus daar,' snikte de vrouw. Ze snoot haar neus in zo'n Arabische sjaal en drukte deze in de handen van Evert, die daar natuurlijk niet heel blij mee was. De vier waren inmiddels op de bank gaan zitten bij de vrouw om haar te vragen wat er nou precies gebeurd was. 'Waar kwam u precies van thuis?' vroeg Bram voorzichtig. De vrouw begon nog harder te huilen. Inmiddels zat ze tegen het krijsen aan. 'Mevrouw, waar kwam u precies van thuis?' herhaalde Fenna Bram zijn vraag. De vrouw begon nòg harder te schreeuwen waardoor Liselotte haar handen tegen haar oren drukte en Evert met zijn ogen rolde en zijn handen geïrriteerd op zijn bovenbenen sloeg. 'Mevrouw, we komen later wel terug,' zei Fenna. 'Met wat minder rechercheurs, dat geeft misschien minder druk.' De vrouw schudde haar hoofd en droogde haar tranen af. 'Ik wil het wel proberen.' Iedereen ging er goed voor zitten en richtte zijn aandacht op haar verhaal.
'Mevrouw, vertel eerst maar hoe u heet.' zei Evert.
'Ik ben Anita van der Pol.'
De teamleden knikte bevestigend.
'Vertel nu maar wat er precies is gebeurd.'
'Oké. Goed dan. Mijn zus was mijn huis aan het schoonmaken. Dat doet ze elke week voor me. Ik ging zoals meestal even boodschappen doen, ik ging gewoon dingen halen zoals prei, melk, kaas, broodjes....'
'Ja ga maar verder,' drong Evert aan.
'Ja. Sorry. Ik kwam dus thuis met twee volle tassen met boodschappen toen ik zag dat de deur open was. Dat is best raar, want normaal sluit ze de deur als ze weg gaat. Ik liep naar binnen en zette mijn boodschappentassen neer en ging kijken of er niks gestolen was. Ik keek de woonkamer in en toen zag ik haar liggen... Mijn lieve zus.'
Ze begon weer te krijsen wat dit keer de mannen die het slachtoffer aan het fotograferen waren zelfs deed schrikken.
'Had u een goede band met u zus?' vroeg Fenna.
De vrouw werd weer stil en knikte. 'We kwamen vaak bij elkaar op de koffie en zoals ik al zei: ze maakte elke week mijn huis schoon.'
'Waarom deed ze dat?'
'Ik heb een slechte rug, dan is een heel huis schoonmaken heel vermoeiend.'
'Heeft u enig idee wie dit gedaan zou kunnen hebben?' vroeg Bram.
De vrouw schudde haar hoofd en verstopte wat grijze plukken onder haar Arabische hoofddoek.
'Hoe gaat het met het verdriet om u zoon en man?' vroeg Fenna medelevend.
'Het gaat al wel iets beter, morgen is de begrafenis.'
Fenna knikte. 'We moeten maar is gaan. We zetten bewakers om uw huis zodat u niet bang hoeft te zijn.'
De vrouw zei niets.
'Fijne dag nog mevrouw!' zei Bram met een glimlach. De vrouw was nog steeds stil en staarde met grote ogen naar de grond. Bram haalde zijn schouders op en hees zich omhoog aan de armleuning van de bank. 'Ga je ook mee Lies?' lachte Bram. Liselotte keek op van haar telefoon, waar ze al die tijd op bezig was. 'Wat was je aan het doen?' vroeg Bram terwijl hij haar optrok van de bank. 'Ik was aan het whatsappen naar Linn om te vragen of ze vanavond meeging naar het graf van Thomas.' Liselotte stopte haar telefoon in de jaszak van haar bruine jas.
'Zou je dat wel doen? We gaan morgen naar het pretpark. Misschien is ze dan wel heel verdrietig...'
'Ik wil gewoon dat ze het even ziet.'
Bram knikte bedenkelijk. Hij pakte Liselotte haar hand en samen liepen ze naar buiten.

Driewerf - MoordvrouwWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu