11. Enig kind

299 19 31
                                    

Bram slaakte een zucht van opluchting. Met zijn duim drukte hij op het rode telefoontje op het beeldscherm van zijn mobieltje en propte het apparaat in zijn broekzak. 'Kom.' Hij greep de hand van zijn vrouw stevig beet en trok haar overeind. Hij veegde Liselottes tranen zachtjes van haar wangen waarna hij haar opnieuw probeerde te troosten. Doordat Liselotte het telefoongesprek ook had meegekregen wist ze dat er nog hoop was voor Bo, maar Linn was een ander verhaal. Samen keken de twee toe hoe Linn de inmiddels gearriveerde ambulance, op een brancard ingedragen werd. Zo levenloos, zo anders. De deuren van de fel geel gekleurde auto werden met een doffe klap gesloten. Eén van de amublancebroeders rende haastig richting Liselotte en Bram. Het was een iet wat bolle man. Uit zijn ogen was af te lezen dat hij slecht nieuws te vertellen had. Hij slikte. 'We kunnen niet veel meer doen, jullie moeten uitgaan van het ergste.' De man sloeg zijn ogen neer en hield een eerbiedige stilte. Liselotte snikte en liet zich in de trouwe armen van Bram vallen. 'In de wagen wordt van alles geprobeerd, maar we weten niet of...'
'We moeten naar Bo,' onderbrak Bram hem. De ambulancebroeder fronste diep en keek Bram met een schuin hoofd aan. Liselotte veegde en traan weg met de mauw van haar lange bruine jas. 'Daar zijn we nooit op tijd, we moeten het aan Fenna en Evert overlaten.' Opnieuw pakte Bram Liselottes hand stevig vast en liep richting de parkeerplaats. 'En toch gaan we erheen.'

Voetstappen. Gerinkel, dat was misschien nog wel het engste. Er liep een rilling over haar rug wat een stekende hoofdpijn aanwakkerde. Wat was er gebeurd? Waar was ze? Het meisje probeerde te zien, maar tevergeefs. Er ontstond lichte paniek toen een hand zich zachtjes van haar voorhoofd, door haar haren, naar haar achterhoofd verplaatste. Ter verdediging trapte ze met haar benen in het rond. Waarom ze de persoon niet vermeed met haar handen; Het kon niet. Ze wist niet waarom. Nog niet. 'Rustig maar Bo...' siste een vrouwenstem. Als dit bedoeld was om het arme meisje gerust te stellen was het gefaald. Bo kende de stem niet. Hoe wist de vrouw haar naam? Na enkele seconden gefrummel op haar achterhoofd kreeg het meisje zicht. Of ja... Eigenlijk is het maar wat je zicht noemt. Het donker overheerste deze keer zeker het licht. Er was één klein zaklampje welke fel in het gezicht van Bo scheen en haar verblindde. Dit lampje had het licht in de kamer moeten brengen, maar dat was ook gefaald. Net als de geruststelling van de vrouwenstem.
'Hallo, Bo,' klonk er van haar linkerzijde. Bo keek op naar de richting waar het geluid vandaan kwam en zag een vrouw rustig aan een bak koffie zitten. Na een slokje van de bruine vloeistof, schoot ze in de lach en tufte alles net zo hard weer uit. 'Hallo... Bo. Dat rijmt! Hahahahah!' Bo zag de humor er niet van in. Al had ze keihard willen lachen, het was bijna onmogelijk met het zwarte duct tap op haar mond, wat vermoedelijk door de vrouw was aangebracht. Er klonk opnieuw gerinkel, hetzelfde als daarnet, toen de vrouw een groot mes oppakte. Het mes glinsterde tegen het donker en stak zijn scherpe punt dreigend naar boven. 'Ik ben Anita...' deelde de vrouw mee. 'Ik heb een probleem. Wil jij mij helpen?' Anita stond op en draaide zich om. Ze graaide naar een theedoek welke ze in één van de kasten achter haar had liggen. Met voorzichtige, langzame bewegingen haalde ze de zachte doek over het mes. Bo keek omhoog, naar haar handen. Met touw en tay reepjes werden deze omhoog gehouden en tegen elkaar gedrukt.
'Nou?' drong Anita aan. Uit angst bleef Bo stil zitten en staarde de vrouw aan. Anita zuchtte en stond op. Met een stevige greep pakte ze de arm van Bo beet. Ze hield haar scherpe mes tegen de dunne huid van het meisje. Bo's borstkas ging sneller op en neer. Ze probeerde te schreeuwen, maar het duct tape had haar mond op slot gezet. Met alle kracht die Bo in zich had probeerde ze haar arm uit de greep van Anita te wringen, maar Anita was te sterk.
'Als je niet wilt helpen zit er niks anders op,' suggereerde Anita. Anita zette kracht op het mes. In een reflex stond Bo op. Dat was namelijk mogelijk doordat haar voeten nog niet vast zaten aan de stoel. Bo's ademhaling sloeg op hol. Anita en Bo waren nu één meter van elkaar verwijderd. Anita zette een kleine stap richting Bo, wat Bo ertoe zette om een stap naar achteren te doen. Dit ging net zolang door tot het touw, waar Bo aan vast zat, niet lang genoeg was. Anita boog naar voren waardoor hun neuzen elkaar raakte. Bo's adrenaline stroomde wild door haar lichaam. Wat ging de vrouw doen?
Anita opende haar mond. 'Dus jij wilt wel helpen?' vroeg ze verbaasd.
Bo knikte. Bang voor wat komen zal.
'Wel dom van me,' lachte Anita toen ze het meisje weer op haar stoel terug zette. 'Dat ik vergeten ben je voeten vast te maken.' De vrouw pakte een nieuw bos touw en bukte. 'Je kan beter meewerken,' vertelde ze.
Bo besloot het advies van Anita serieus te nemen en werkte mee.
'Zo.' De vrouw nam weer plaats op haar stoel en zuchtte. 'Waar zal ik beginnen...'
Bo probeerde rustig te blijven, maar in deze situatie is zoiets erg lastig. Met een snelle ademhaling, wat men hyperventileren noemt, probeerde Bo naar het verhaal te luisteren. Ze wou de vrouw helpen, zodat ze hier misschien nog levend uitkwam.
'Ik heb mijn zoon vermoord, als wraak, hij deed namelijk hetzelfde als bij mijn man,' begon Anita. Een koude traan biggelde over haae wang terwijl ze met een levenloze, afwezige blik vooruit staarde. Bo wist niet wat ze moest doen. Er was geen mogelijkheid om naar de vrouw toe te lopen en haar te troosten. 'Mijn zoon was een serie moordenaar, dat is ontstaan door een jeugdtrauma, wat mijn man veroorzaakt heeft. Mijn zoon heette Klaas. Nadat hij enkele moorden gepleegd had werd hij opgepakt door de politie. Jou moeder had hier een hele grote rol in.' Als blikken konden doden had Bo deze laatste zin niet overleefd. De vernietigende blik van Anita verdween weer toen ze verder vertelde. Bo dwaalde af. Haar pupillen vergrootten. Ze herkende dit, dit was precies datgene wat haar ouders samen met de rest van het team hadden verteld. Bo dacht terug aan een paar dagen geleden, de dag dat het dagelijks leven een andere wending kreeg.
Opeens speelde verschrikkelijke gedachten zich als een film af. Opnieuw liep ze vrolijk naast haar grote zus. Nog één keer keken de twee elkaar recht in de ogen. Een brede glimlach bracht een spontane twinkeling in de ogen. Alles werd verstoord door vage flitsen en het gelach van Linn echode door Bo's hoofd. Een overweldigende knal bonkte door haar gedachten. Linn zakte langzaam op haar knieën. Een levenloze blik vroeg haar zusje om hulp. Afgrijselijk gegil liet een vervelende piep na waardoor het geluid vager werd. De harde dreun op het achterhoofd van Bo maakte het af en liet alles overgaan tot een zwart beeld.

Driewerf - MoordvrouwWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu