Hoofdstuk 12

1.4K 71 14
                                    

Na een lange, niet heel erg geweldige avond, was Wolfs weer thuis. Hij liep zachtjes de trap op naar de slaapkamer. Het was al middernacht gepasseerd en daarom dacht hij dat Eva en Marion wel zouden slapen. Zo voorzichtig mogelijk duwde Wolfs de deur open. Het kraakte licht. In het donker tastte hij naar het nachtlampje op zijn nachtkastje. Zijn tanden had hij al gepoetst en hij kon daarom ook gelijk het bed in duiken. Wolfs liet een blik over Eva glijden, die helemaal in de dekens gewikkeld lag.
Haar gezicht lag zijn kant op en haar ogen waren gesloten. Ze was diep in slaap. Tenminste, dat dacht hij.
In werkelijkheid waren haar ogen tot spleetjes geknepen en keek ze onder haar wimpers door. Ze keek toe hoe hij zijn jasje uittrok en deze over een stoel hing. Vervolgens werd het witte overhemd zo secuur mogelijk open geknoopt. Zijn blote borst was nu het deel van zijn lichaam dat Eva uitvoerig bekeek. Wolfs gooide het overhemd op de stoel bij zijn jasje en begon aan de riem van zijn broek. Ook al was het maar een routine, Eva vond het sexy zoals hij dat deed. Ze vond hém sexy. De broek verdween van zijn benen en ook deze legde hij weg. Eva haar adem stokte en ze wachtte tot dat hij het laatste, kleine, kledingstuk van zijn lichaam zou verwijderen; zijn strakke, donkergrijze boxer. Dat gebeurde enkel niet; natúúrlijk gebeurde dat niet. Ze kon zichzelf wel voor haar kop slaan.
Wolfs tilde de deken op en nam plaats naast zijn partner.
"Hé", fluisterde Eva zachtjes. Ze opende haar ogen nu helemaal.
Wolfs was verrast dat ze nog wakker was.
"Hé", glimlachte hij, "heb ik je wakker gemaakt?"
"Nee hoor", schudde ze geruststellend haar hoofd. Het maakte haar niet uit dat ze loog.
"Hoe was het?" vroeg ze geïnteresseerd.
"Geweldig", antwoordde Wolfs sarcastisch. Hij zuchtte diep bij de gedachten aan de lange, zware avond. Hij was blij geweest toen hij eindelijk de kans had om naar huis te gaan. Als het aan Vincent, de voormalige patholoog had gelegen, waren ze nog tot diep in de nacht in het café gebleven. Hij had het duidelijk naar zijn zin met Wolfs.
"Ik dacht dat jij wel zou blijven slapen bij hem", grinnikte Eva. Ze rolde op haar rug, maar bleef zijn gezicht aankijken. Ze lachte om zijn dodelijke blik.
"Ha-ha", zei hij sarcastisch met strak gezicht. Hij was kort stil en liet zijn ogen over haar gezicht glijden. Een minimaal glimlachje verscheen om zijn lippen. "Ik slaap veel liever bij jou", fluisterde hij in haar richting.
Eva voelde haar wangen gloeien na zijn woorden en draaide zich dan ook abrupt op haar zij, met haar rug naar hem toe. Ze reageerde er niet op. Ze wist niet wat ze überhaupt had kunnen reageren.
Wolfs veerde kort op uit het matras en stak zijn arm uit naar het lampje. Hij knipte zijn nachtlampje uit en draaide zich weer terug op zijn zij. Hij kroop dicht tegen Eva haar rug aan en drukte een kus op haar blote schouder.
"Welterusten, Eef", wenste hij haar. Hij voelde haar zachte, ontblote benen tegen de zijne aan. Naar mate de tijd vorderde, ging Eva minder dragen in bed. De eerste dagen had ze meestal een dikke joggingsbroek en een shirt aan, daarna werd het shirt vervangen door een – naar Wolfs zijn mening ontzettend sexy – hemdje, en nu was ook de joggingsbroek van haar lichaam verdwenen. Het kwam ook omdat het steeds warmer werd. De lente was volop aan de gang en dat kon zorgen voor aangename, warme temperaturen. Bovendien kreeg ze het ook gemakkelijk warm als ze zo dicht tegen elkaar aan sliepen. Wolfs had er geen moeite mee; totaal niet.
Eva gaapte zachtjes en drukte zich nog iets dichter tegen haar beste vriend aan.
"Truste, Wolfs", zei ze hem. Ze had haar ogen reeds gesloten en genoot van zijn warmte tegen haar lichaam aan. Door die afleiding lukte het haar enkel niet om de slaap te pakken te krijgen. Een kwartier later had ze er genoeg van. Ze hoorde zijn zachte gesnurk niet, waaruit ze opmaakte dat ook hij nog niet sliep.
"Wolfs?" fluisterde ze zacht.
"Hm?" mompelde hij terug.
"Wat had de patholoog eigenlijk te vertellen?" Ook al was hij geen patholoog meer, dat bleef hij voor de rechercheurs wel. Doordat ze alleen maar nadacht en lachte om Wolfs met zijn afspraakje, was haar de werkelijke reden van het gesprek helemaal ontschoten.
"Ik dacht dat je het nooit ging vragen", lachte Wolfs. Hij haalde het gesprek met de patholoog terug en bedacht zich weer de zinnen die de man had gevormd. "Er is geen DNA gevonden dat ons naar de dader zou kunnen leiden, maar wel zijn er buiten De Ponti sporen van een auto gevonden. Bandafdrukken, maar ook benzine. De brand is ook met behulp van benzine aangestoken, dus zeer waarschijnlijk was het de auto van de dader."
"Dus de desbetreffende auto lekte benzine, of er is benzine geknoeid door de dader", waren de enige twee opties die Eva kon bedenken.
"Precies", knikte Wolfs, ook al kon Eva dat niet zien.
"En krijgen wij dat bandenprofiel?" vroeg Eva zich af.
"Ja, morgen kunnen we het komen ophalen."
"Hij kon het niet even mailen?" zuchtte Eva. Dat was minstens zo makkelijk.
"Dat lijkt me niet zo verstandig aangezien de rijksrecherche ons goed in de gaten houdt", bracht Wolfs er tegenin.
"Je wilde niet stiekem gewoon even meneer de ex-patholoog even zien?" grinnikte Eva.
Wolfs rolde met zijn ogen en liet een geïrriteerde zucht ontsnappen.
"Grappig", zei hij.
Weer lachte Eva om haar eigen grap, en vooral om Wolfs zijn reactie daarop.
"Ben je uitgelachen?" bromde Wolfs. Hij rolde van Eva vandaan, zodat hij weer op zijn rug op zijn eigen plek lag.
Eva grinnikte weer en rolde zich op haar andere zij. Ze streelde met haar linkerhand over Wolfs zijn baardje.
"Niet zo mopperen", zei ze glimlachend.
Door het licht van een straatlantaarn dat de kamer binnendrong, kon Wolfs het lachje zien. Het zorgde er voor dat hij zijn serieuze blik niet meer kon vasthouden en zich ook overgaf aan een brede glimlach.
"We kunnen morgen ook een klein buurtonderzoekje doen? Kijken of iemand een auto heeft zien staan die nacht", opperde Eva.
"Dat kunnen we best doen, ja", was Wolfs het er mee eens. "Dan doen we dat na werktijd, dan zijn de meeste mensen ook thuis."
"Goed idee", vond Eva. Zonder aankondiging legde ze haar hoofd op Wolfs zijn borst.
Op zijn beurt kietelde hij met zijn vingers over Eva's arm.
Genietend sloot ze haar ogen, tot haar plots wat te binnen schoot; een nieuw gespreksonderwerp.
"Wat doen we nou met het huis? Daar hebben we het nog niet over gehad." Na de bezichtiging waren ze het erover eens geweest dat het een leuk huis was, maar ze hadden het er niet over gehad of ze zichzelf er ook daadwerkelijk zagen wonen.
"Ik vind het een mooi huis, en het voldoet ook precies aan onze eisen", vond Wolfs. "Wat vind jij?"
"Ja, ik vind het ook wel wat hebben", beaamde Eva. Ze rolde zich weer op haar zij; Eva kon niet stilliggen. Wolfs lachte er zachtjes om en rolde weer tegen haar aan. Stevig hield hij haar vast door middel van een arm om haar middel.
"Ik heb nog wel wat op internet rondgekeken, maar ik heb verder niets kunnen vinden, dus ik denk dat dit het wel kan worden, tenminste als jij dat ook wilt."
Eva legde haar hand op zijn rechterhand, van de arm die hij om haar middel had geslagen. Ze hoorden zo niet te liggen, zo intiem, maar toch gebeurde het. Keer op keer. Bijna iedere dag werden ze zo wakker; dicht tegen elkaar aangedrukt en Eva verstopt in Wolfs zijn armen. Vaak hadden ze niet eens doorgehad dat ze zo waren gaan slapen, of ze waren pas in hun slaap naar elkaar toegerold. Maar dat maakte allemaal ook niet uit; het ging erom dat het niet kon. Je kon als werkpartners niet zo bij elkaar liggen.
Eva schudde al haar gedachten van zich af. Het moest stoppen. Ze moesten afstand tussen elkaar hebben, want dit zou ertoe leiden dat ze zich alleen maar verder zouden laten gaan. En dat mocht niet gebeuren. Ze besloot het onderwerp te parkeren en het gesprek te hervatten.
"Ik vind dat we het moeten doen", zei Eva zelfverzekerd tegen hem.
Wolfs glimlacht.
"Dan zal ik de makelaar bellen", besloot hij. "Ik zal hem ook de situatie uitleggen. Dat we het huis zeker willen kopen, maar nog moeten wachten op de verzekering."
Eva zuchtte toen ze daar weer aan dacht. Het gaf haar wel de motivatie om nóg sneller de dader van de brand te vinden. Ze zouden er alles aan doen en ze zouden vastbesloten zijn om de zaak op te lossen, ook al was het misschien een klein beetje tegen de regels. Als de rijksrecherche het niet deed, dan moesten ze wel.
"Het komt allemaal wel goed", stelde Wolfs haar gerust. "We vinden die klootzak en daarna gaan we heerlijk wonen in ons nieuwe huis."
Eva knikte instemmend. Wolfs voelde dat.
"Maar eerst ga ik slapen", gaapte Eva. Het was al laat en ze moesten de volgende ochtend weer vroeg hun bed uit om aan het werk te gaan.
"Ik ook", stemde Wolfs in.
Voor de tweede keer die avond wensten ze elkaar een goede nacht, om dit keer daarna wél in slaap te vallen.

"Het rapport", zei ex-patholoog Vincent toen hij een mapje over de brand aan Wolfs gaf. Dit alles deed hij met een glimlach van oor tot oor op zijn gezicht.
"Bedankt", knikte Wolfs zakelijk. Hij opende het mapje en liet zijn samengeknepen ogen over de kleine lettertjes gaan, die leken te dansen voor zijn ogen. Het gaf hem de doorslag dat hij écht zijn bril niet meer kon missen.
Eva keek over de schouder van haar partner mee.
"Weet je waar die benzine vandaan komt? Uit de auto zelf of uit een jerrycan, of iets in die trant?" vroeg Eva aan de man.
Hij liet enkel zijn blik niet van Wolfs wijken. Hij had totaal geen oog voor de jonge vrouw die hem een vraag stelde.
"We hebben gekeken naar waar de bandensporen stonden en daaruit hebben we opgemaakt dat die benzine zeer waarschijnlijk uit de auto zelf kwam", vertelde hij.
"We zoeken dus een auto die benzine lekte", mompelde Eva. Daarmee waren ze nog steeds niet veel verder.
"We weten wel dat de banden te ver uit elkaar stonden voor een personenauto, dus het is naar alle waarschijnlijkheid een busje", voegde Vincent eraan toe.
"Hm", knikte Wolfs goedkeurend. "Bedankt." Hij deed het mapje dicht en knikte dankbaar naar de man.
"Je was gisteren vroeg weg, Wolfs", zei Vincent tegen hem.
Wolfs wist niet wat de man tegenover hem met die woorden probeerde te zeggen.
"Ik moest weer vroeg op", was zijn excuus.
"Ik vond het gezellig, misschien kunnen we nog eens wat doen", opperde de voormalige patholoog.
Eva hield ongezien een hand voor haar mond om zo haar lach te kunnen verbergen. Ze moest zich inhouden om niet onbeschaamd hardop te gaan lachen, want dat zat er dik in. Het grappigste vond ze misschien nog wel hoe hard Wolfs zijn best deed om te blijven glimlachen.
"Ik heb het heel erg druk, helaas", zei Wolfs hem. "Bedankt, voor het rapport; wij zeggen niets." Hij stak zijn hand op naar Vincent en liep daarna richting de deur; Eva achter hem aan.
Toen ze de deur uit waren kon Eva eindelijk haar lach laten gaan.
"Flauw hoor, dat je niet nog eens met hem op date wil", grinnikte Eva.
Wolfs zond haar een dodelijke blik.
"Ik ben ook voor jou iets met hem gaan drinken, dus hou op met lachen", bromde hij.
"Ja, daar ben ik je ook heel dankbaar voor", zei ze terug met een overdreven glimlach. Ze haalde de auto van het slot en stap in aan de bestuurderskant. Wolfs pakte de andere deur en nam plaats naast zijn partner.
"En wil je nu alsjeblieft ophouden over Vincent?" Het was niet eens een vraag, maar eerder een nors bevel. Hij werd gek van vreemde ex-patholoog en van zijn partner die er maar al te lacherig over deed. Hij had spijt dat hij überhaupt had toegestemd met het idee van Eva.
"Als jij wat minder chagrijnig doet", was Eva haar voorwaarde. Ze stak de sleutel in het contact, drukte met kracht de koppeling in en draaide de sleutel om, zodat de auto startte. Ze zette het voertuig in de eerste versnelling, keek in de spiegels en over haar schouder om daarna de richtingsaanwijzer aan te doen, waarna ze aanreed richting het bureau.
Wolfs mompelde nog wat onverstaanbaars terug. Bewust reageerde Eva er maar niet op en in stilte reden ze verder naar hun werk.

Dwaalspoor [Flikken Maastricht]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu