#It's My life

In het zwembad

Ik ga samen met Jade naar de kleedhokjes. Ik loop het eerste het beste kleedhokje dat ik zie in. Jade neemt die naast mijne.

Ik haal mijn bikini uit m'n tas en kleed me om. Hierna kijk ik kieskeurig naar mezelf. De bikini staat wel goed, steekt af tegen mijn huid die al wat donkerder is van de keer dat ik samen met Mats naar het strand ging.

Ik neem mijn tas mee en wacht buiten op Jade. Die komt er al snel aan. Ze heeft een zwart wit gestippelde bikini aan. Ik kijk goedkeurend naar haar en dan lopen we richting het bad.

Ik kijk zoekend rond. 'Zie jij Levi ergens?' Vraag ik Jade. Als reactie begint ze te gillen. Verbaasd kijk ik haar aan. Geen wonder, Mats heeft haar vast en houdt haar boven het water.

Net als ik Jade wil gaan redden, word ik zelf ook de lucht in getild. Levi houdt me vast. Ik begin ook te gillen en probeer los te komen.

Levi en Mats lopen een stukje uit elkaar, terwijl Mats Jade nog steeds vasthoudt, en Levi mij. Levi gooit me met een grote zwieper het water in.

Als ik weer bovenkom, zie ik dat Jade precies hetzelfde is overkomen. Lachend zwem ik naar haar toe. 'Zullen we het bubbelbad ingaan en daar een terugpakplan bedenken?' Stelt Jade voor. Ik vind het oké en samen klimmen we uit het bad.

Even later hebben we samen een leuk plannetje. We zwemmen naar Levi toe, en vragen of hij meegaat naar de duikplank.

Levi vindt het goed en hij gaat met ons mee. We zoeken Mats ook op en met zijn vieren lopen we naar de duikplank.

Om de beurt springen we van de duikplank af. 'Weet je wat je moet doen? Je moet met je ogen dicht aan het einde van de plank gaan staan en wachten tot je omvalt!' Zeg ik. En ik doe het voor.

Dat gaan Levi en Mats tegelijk proberen. Ze gaan met hun ogen dicht aan het einde van de plank staan. Hierop hebben Jade en ik gewacht. Snel lopen we naar ze toe en geven ze een keiharde duw.

Ze vallen van de duikplank en plonzen in het water. Meteen zijn hun ogen open en er volgt een langdurig watergevecht.

Als we weer naar huis toe gaan, wil ik mijn handdoek uit m'n tas halen. Maar ik kan hem niet vinden. Ik gooi m'n hele tas overhoop maar mijn handdoek blijft weg.

Nee hè. Ik weet het al. Mijn vervelende broertje en zusje ook. Ze moeten mijn handdoek weg hebben gehaald toen ik naar een chipszak aan het zoeken was.