Coma

370 18 2
                                    

Diezelfde namiddag ging Evert alleen naar huis terug. Linda en haar collega's van de kraamafdeling hadden zich met volle passie over zijn kleine zoontje ontfermd. Hij mocht de volgende dagen van hun goede zorgen genieten, totdat hij klaar was om zijn papa naar huis te vergezellen.
De eenzaamheid van zijn lege huis - de meisjes waren nog bij Noor - kwelde hem meer dan ooit tevoren. Na twee glazen gin achterover geslagen te hebben, voelde hij zich rijp voor zijn bed. Zonder zich eerst om te kleden, viel hij  languit op de matras, maar de slaap bleef uit. Alle demonen van de laatste 24u maakten hun passage in zijn gedachten. Hij krulde zich op, liet zijn tranen de vrije loop en snikte zijn radeloosheid uit. Uitgeput belandde hij uiteindelijk in een onrustige slaap.
's Ochtends bleef hij wakker in bed liggen, werken was uitgesloten. Hij belde met een bang hart naar de Intensive Care om nieuws.
De dame aan de andere kant van de lijn was duidelijk opgeleid om zo'n oproepen af te handelen, "mevrouw Kremer heeft een goede nacht gehad", was haar korte mededeling aan Evert. Enkele uren van ijsberen later maakte hij zich klaar om weer een halfuurtje bij haar bed te spenderen. De situatie leek nauwelijks veranderd, ze lag nog steeds te slapen in dezelfde houding, de monitors brachten regelmatige bieptonen voort en toonden een variatie van cijfers en dansende lijnen. Evert probeerde met de moed der wanhoop tegen haar te praten, herinneringen op te halen, in haar hand te knijpen. Het haalde allemaal niets uit, niets in haar comateuze toestand voorspelde een snel ontwaken. Nadien bracht Evert nog een uurtje met zijn flinke zoon door, het jongetje dronk en sliep goed en was na enkele dagen zelfs al 200g bijgekomen.
De dagen, die volgden, verliepen volgens hetzelfde stramien. De dokter had intussen kunnen vaststellen dat de zwelling van de hersenen was afgenomen, maar kon evenwel niet verklaren waarom ze alsnog in een diepe coma verkeerde.
Een zwaar emotionele en fysische week later mocht Thomas dan eindelijk naar huis. Brent en Nienke stonden hun papa al met ongeduld op te wachten om eindelijk hun broertje in hun armen te sluiten en te verwennen. De oudste, Nienke, werd geconfronteerd met het verdriet in haar vaders' ogen, het deed haar pijn hem zo te zien lijden, ze probeerde dan ook zo goed en zo kwaad als ze kon de moederrol van Fenna over te nemen. Ze deed het uitstekend. Na enkele dagen toonde ze zich als een natuurtalent in het maken van de flesjes, het luier verversen en de dagelijkse badjes. Ook Liselotte en Bram stonden steeds weer paraat om in te springen wanneer Evert naar het ziekenhuis ging.
De dagen sleepten voorbij, Fenna gaf nog steeds geen teken van leven.
Twee weken na de noodlottige dag van de bevalling stapte Evert naar gewoonte de intensive care unit binnen. Nog voor hij het bed van Fenna bereikt had, wenkte de dokter hem in zijn bureel. Zijn blik stond allesbehalve hoopvol. Met een diepe zucht sprak hij Evert aan, "mijn collega's en ik begrijpen het niet, alle parameters zijn goed.... En toch ziet het er niet naar uit dat mevrouw Kremer uit deze coma zal ontwaken."
Evert keek verbluft, "Hoezo, waarom dan ?"
De arts haalde zijn schouders op, "we staan voor een medisch raadsel"
Wanhopig probeerde Evert naar beter nieuws te polsen, "kan er echt niets gedaan worden om haar te laten ontwaken."
Een kort hoofd schudden van de arts diende als antwoord.
Toen kwam hij tot de eigenlijke boodschap, "u begrijpt dat mevrouw Kremer hier niet eeuwig op deze dienst kan blijven liggen. Er bestaan speciale centra voor comapatiënten, ik zou dus willen voorstellen om haar binnen korte tijd naar zo'n centrum over te brengen."
Evert liet zich op een stoel zakken, hij sloeg even zijn handen voor zijn ogen, daarna richtte hij zich terug tot de dokter, "waar zijn die centra dan ?"
"Het dichtsbijzijnde centrum is in Den Haag", stelde de dokter rustig.
Evert sperde zijn ogen open, "Den Haag ? Dat is bijna 200km van hier !"
"Daar ben ik me van bewust", reageerde de dokter koeltjes, "maar het is het enige centrum in heel Nederland, waar ze gespecialiseerd zijn in comatoestanden."
Voor Evert iets kon inbrengen, vervolgde hij, "het is haar enige kans"
Die woorden deden Evert zwichten, hij ademde diep in en gaf stil zijn toestemming om Fenna over te plaatsen. Het besef dat hij haar dan niet meer elke dag zou kunnen zien, brak zijn hart in duizend stukken.
Vanaf dan werd alles in gereedheid gebracht om Fenna naar Den Haag te transporteren. Het vervoer gebeurde door middel van een ambulance.
Evert bracht de ganse dag met haar in het centrum door, hij keek vol afschuw en verdriet toe hoe ze werd ingedekt en hoe er verscheidene sondes in haar uitgemergelde lichaam werden aangebracht. Toen alle verpleegsters de kamer verlaten hadden, aaide hij door haar blonde krullen. Een ontsnapte traan viel op haar voorhoofd, het uur van afscheid brak stilletjes aan. Evert realiseerde zich dat hij haar vanaf nu slechts éénmaal per week zou zien, hij kneep radeloos in haar hand, "oh Fenna, de toekomst lachte ons zo toe en nu, nu ben je zo ver weg van mij."
Zoals te verwachten, reageerde Fenna niet. Evert probeerde opnieuw, "Thomas heeft vanmorgen voor het eerst gelachen, hij lijkt op jou Fenna. Kon je hem toch maar zien... Je zou zo trots zijn."
Het was hopeloos, Evert stond op en zette gelaten de aftocht in naar huis.
Het werk bood gelukkig wat afleiding. Door zich vast te bijten in onderzoeken en ondervragingen, lukte het Evert een beetje zijn zorgen aan de kant te schuiven.
Thomas werd overdag met veel liefde opgevangen door vrienden en familie.
Toen Evert en Bram op een dag werden opgeroepen voor een brutale homejacking, besefte hij 's morgens nog niet hoe deze dag zijn leven zou veranderen.
Buren hadden gewapende mannen in hun tuin opgemerkt en in paniek de politie gealarmeerd. Intussen waren de gewapende mannen erin geslaagd het huis van een bankdirecteur binnen te dringen. De gijzeling van deze laatste en zijn echtgenote was nog volop bezig, toen verscheidene politiecombis stil voor het huis halt hielden. Evert en Bram slopen, met hun revolver in aanslag, het huis via de achterdeur binnen. Meteen hoorden ze een luide, agressieve mannenstem, "open de kluis of ik knal uw lieve echtgenote hier neer."
De twee rechercheurs begrepen meteen dat de nood hoog was om in te grijpen. Met handgebaren maakten ze hun strategie aan elkaar duidelijk, Evert zou eerst binnen vallen, Bram zou hem dekken. Het spannende moment was aangebroken, aan de stemmen te horen had niemand hun aanwezigheid in het huis opgemerkt, Evert smeet de deur open en richtte meteen zijn wapen op één van de gangsters, Bram nam de andere onder vuur, "wapens neer en handen boven het hoofd !" schreeuwde hij gebiedend.
De gangsters waren echter zo dicht bij hun doel, dat een politie interventie hun niet meer afschrikte. Eén van de mannen verplaatste zijn wapen vliegensvlug van het vrouwenhoofd weg naar Evert toe en schoot. Bram vuurde onmiddellijk terug, hij raakte de schutter in zijn rechterbeen. Kreunend zakte die door zijn benen, de andere gangster smeet angstig zijn wapen op grond en hief zijn armen in de lucht. De rest van het politiekorps had de schoten ook gehoord, zwaar bewapende agenten stormden nu met geweld naar binnen.
Bram kon zich eindelijk ontfermen over Evert. Die lag languit op zijn zijkant met zijn handen om zijn buik geklemd, hij kermde van de pijn. Bram merkte ontzet de groter wordende bloedvlek onder zijn handen op. Hij liet zich op zijn knieën vallen, beval een ambulance aan één van de agenten en probeerde Evert met alle macht moed in te spreken. Aangedaan volgde hij nadien de ambulance, zijn gedachten draaiden op volle toeren, "wat moet er nu met de baby gebeuren, wat als Evert het niet haalt ?"
Bram belde in volle paniek Liselotte op, ze probeerde hem zo goed mogelijk te kalmeren maar ook zij voelde de angst in haar lichaam opborrelen. Meteen reed ze, samen met Carla naar het ziekenhuis. Een slopende twee uur en een operatie later, kwam de chirurg ze uit hun spanning bevrijden, "de kogel is verwijderd maar heeft veel schade in de buik aangericht. Het was een zware operatie maar alles is redelijk goed verlopen."
"En hoe gaat het nu met Evert ?" vroeg Bram angstig.
"Meneer Numan wordt nog even in een kunstmatige coma gehouden, gewoon omdat hij anders teveel pijn zou lijden. Afhankelijk van de duur van het genezingsproces, zal de sedatieve medicatie afgebouwd worden."
De drie collega's waren enigszins opgelucht -Evert werd beter- maar stilaan begonnen er andere zorgen te rijzen, "wat met de kinderen ?"
Liselotte opperde als eerste, "ik ontferm me wel over Thomas, ik ben zeker dat Fenna het ook zo zou willen." Bram knikte ernstig, "Nienke en Brecht kunnen vast wel bij Noor terecht, ik breng ze wel."
Dat was geregeld. Toen de twee dochters het nieuws van hun papa vernamen, waren ze in alle staten. Bram had de grootste moeite gehad om hun te troosten en was opgelucht geweest toen Noor het van hem overnam. Achteraf reed hij naar Liselottes' huis, zij kon zeker nog een extra paar handen gebruiken met twee kleine kindjes in huis.
Niemand dacht nog aan Fenna. Haar toestand was tot op die dag hetzelfde gebleven. Maar die bewuste dag, op het moment dat Evert afgeschoten werd, opende ze abrupt haar ogen en fluisterde paniekerig, "Evert ?"

moordvrouw : ik heb je nodigWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu